ECLI:NL:RBZWB:2023:7417

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 oktober 2023
Publicatiedatum
25 oktober 2023
Zaaknummer
AWB- 23_9501 VV
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening wegens niet-betaling griffierecht

Op 25 oktober 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, woonachtig te [woonplaats verzoekster], een voorlopige voorziening heeft verzocht. Dit verzoek was gericht op het uitblijven van een besluit door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besloten om geen zitting te houden.

In de overwegingen van de uitspraak wordt ingegaan op de verplichting tot betaling van griffierecht, zoals vastgelegd in artikel 8:82 van de Awb, in samenhang met artikel 8:41 van de Awb. Verzoekster had verzocht om vrijstelling van het griffierecht, maar dit verzoek is afgewezen omdat zij geen gegevens heeft aangeleverd. Op 3 oktober 2023 is verzoekster per aangetekende brief gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met de mededeling dat dit uiterlijk binnen twee weken moest gebeuren. Tevens is haar meegedeeld dat bij niet-tijdige betaling het verzoek niet-ontvankelijk verklaard kon worden.

De voorzieningenrechter constateert dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen, waardoor het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. A.M.L.E. Ides Peeters, in aanwezigheid van griffier mr. A.J.M. van Hees, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/9501 PW VV

uitspraak van 25 oktober 2023 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoekster], te [woonplaats verzoekster], verzoekster,

gemachtigde: [naam gemachtigde]
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, verweerder.

Procesverloop

Verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen inzake het uitblijven van een besluit.
Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een zitting achterwege gebleven.

Overwegingen

1. In de Awb is de verplichting opgenomen tot betaling van griffierecht. Dit vloeit voort uit artikel 8:82 van de Awb, in samenhang met artikel 8:41 van de Awb.
2. Verzoekster heeft gevraagd om vrijstelling van betaling van het griffierecht. Omdat verzoekster geen gegevens heeft aangeleverd is dit verzoek afgewezen.
3. Verzoekster is bij aangetekende brief van 3 oktober 2023 gewezen op de verplichting tot het betalen van griffierecht. Aan verzoekster is meegedeeld dat het griffierecht uiterlijk binnen twee weken moet worden betaald. Verzoekster is er in deze brief tevens op gewezen dat bij niet tijdige betaling het verzoek niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
4. De voorzieningenrechter constateert dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen. Het verzoek is dan ook kennelijk niet-ontvankelijk.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.M.L.E. Ides Peeters, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.J.M. van Hees, griffier, op 25 oktober 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.