Op 25 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van amfetamine. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 11 oktober 2023, waarbij de officier van justitie, mr. M. Tax, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 18 april 2023 in haar woning amfetamine en amfetamine-olie aanwezig had, samen met haar echtgenoot, die zich op zijn zwijgrecht beriep. De rechtbank vond het niet bewezen dat de verdachte actief betrokken was bij de bewerking van amfetamine, maar concludeerde dat zij wel opzettelijk amfetamine aanwezig had. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de beschuldiging van het bewerken van amfetamine, maar achtte de aanwezigheid van de drugs wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 180 dagen, waarvan 174 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uren. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de rol die zij in de zaak had gespeeld, wat leidde tot een lagere straf dan door de officier van justitie was geëist.