In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres, een B.V. uit een onbekende plaats, heeft ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarle-Nassau. Eiseres stelt dat het college niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag om een omgevingsvergunning voor een veranderingsvergunning, specifiek voor het herbouwen van een bestaande geitenstal en het wijzigen van het gebruik van een rundveestal naar een geitenstal. De aanvraag is op 15 november 2021 ingediend, en volgens de wet moet het college binnen zes maanden beslissen, wat betekent dat de beslissing uiterlijk op 15 mei 2022 had moeten plaatsvinden. Eiseres heeft het college op 27 juli 2023 in gebreke gesteld, maar er is nog steeds geen besluit genomen.
De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat het college de beslistermijn heeft overschreden. De rechtbank bepaalt dat het college binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Daarnaast legt de rechtbank een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft ook verzocht om de bestuurlijke dwangsom vast te stellen, en de rechtbank bevestigt dat het college de dwangsom correct heeft vastgesteld op het maximumbedrag van € 1.442,-.
De rechtbank concludeert dat het college het griffierecht van € 365,- aan eiseres moet vergoeden, evenals een vergoeding voor proceskosten van € 418,50. De uitspraak is gedaan door rechter J. van Alphen en griffier M.R. Jouvenaar op 23 oktober 2023, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie.