ECLI:NL:RBZWB:2023:7361

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 oktober 2023
Publicatiedatum
24 oktober 2023
Zaaknummer
AWB- 23_10005
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de ontvankelijkheid van een beroep tegen het niet tijdig beslissen door het UWV

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 oktober 2023, wordt het beroep van eiser beoordeeld dat is ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door het UWV op zijn bezwaar. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 28 februari 2022, waarbij zijn uitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) werd gewijzigd. Het bezwaar werd op 30 maart 2022 ingediend, maar het UWV heeft hierop niet tijdig beslist. Eiser heeft vervolgens een ingebrekestelling verstuurd op 27 augustus 2022, maar heeft pas ruim negen maanden later, op 19 juni 2023, beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat eiser onredelijk lang heeft gewacht met het indienen van het beroepschrift, zonder enige verklaring voor deze vertraging. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk kan beoordelen. De rechtbank merkt op dat, hoewel het beroep niet-ontvankelijk is, het UWV alsnog moet beslissen op het bezwaar van eiser, indien dit nog niet is gebeurd. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/10005

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 oktober 2023 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser

(gemachtigde: mr. M.R.A. Rutten),
en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiser heeft ingesteld omdat het UWV volgens hem niet op tijd heeft beslist op het bezwaar van 30 maart 2022 gericht tegen het besluit van 28 februari 2022 betreffende de wijziging van zijn uitkering ingevolge de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA).
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift, kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na die twee weken nog steeds geen besluit is, dan kan de betrokkene beroep instellen. [1]
Is het beroep ontvankelijk?
3. De betrokkene moet het beroep binnen een redelijke termijn instellen. Als het beroep niet binnen een redelijke termijn is ingesteld, is het beroep niet-ontvankelijk. [2] Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk kan beoordelen.
3.1.
In dit geval heeft eiser ruim negen maanden na de ingebrekestelling het beroep ingesteld. De rechtbank overweegt dat niet gesteld of gebleken is dat eiser na het indienen van de ingebrekestelling op 27 augustus 2022 op enige wijze contact met het UWV heeft gehad, anders dan over de betaling van dwangsom. In het beroepschrift van 19 juni 2023 is op dit punt ook geen toelichting of motivering gegeven. Hieruit volgt dat eiser – zonder een oorzaak te noemen – ruim negen maanden heeft gewacht met het indienen van een beroepschrift. Gelet op voornoemde omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat eiser onredelijk laat een beroepschrift heeft ingediend.
3.2.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet kan beoordelen. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
4. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat de niet-ontvankelijkverklaring van het beroep tegen het niet tijdig beslissen, niet wegneemt dat het UWV inmiddels had moeten beslissen op het bezwaar en voor zover hij dit nog niet heeft gedaan dit zo spoedig mogelijk alsnog dient te doen.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van D. Alblas, griffier, op 23 oktober 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid deze uitspraak mede te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit staat (onder andere) in artikel 6:12 van de Awb.
2.Dit staat in artikel 6:12, vierde lid, van de Awb.