ECLI:NL:RBZWB:2023:7354
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Wraking
- M. Peters
- A. Broeders
- J. de Roos
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek kennelijk ongegrond in civiele procedure
Op 23 oktober 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een verzoek tot wraking van de rechter in een civiele procedure afgewezen. Het verzoekster had de wraking ingediend omdat de rechter tijdens de rolzitting op 18 oktober 2023 niet inging op haar verzoek om legitimatie en andere documenten te tonen. Verzoekster stelde dat de nevenlocatie van de rechtbank en de namen van de rechters en griffiers niet waren ingeschreven in het handelsregister, wat volgens haar in strijd was met de Handelswet 2008.
De wrakingskamer oordeelde dat de rechter niet verplicht is om zich te legitimeren of om zijn benoemingsbesluit te tonen. De rechter wordt geacht onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid opleveren. De enkele omstandigheid dat de rechter niet bereid was om zich te legitimeren, was onvoldoende om aan te nemen dat er sprake was van vooringenomenheid.
De wrakingskamer concludeerde dat er geen schijn van vooringenomenheid was en verklaarde het verzoek tot wraking kennelijk ongegrond. De behandeling van de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de indiening van het wrakingsverzoek. Deze beslissing is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.