Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de dagvaarding met de producties 1 tot en met 5;
- de exceptie van onbevoegdheid, opgeworpen door CZ Zorgkantoor;
- de akte overlegging producties 6 en 7 van De Zorgheimer;
- de conclusie van antwoord in het onbevoegdheidsincident;
- de nagezonden productie 8 van De Zorgheimer;
- de mondelinge behandeling van 3 oktober 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de pleitnotitie van mr. Versteeg in het incident;
- het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in het incident van 3 oktober 2023;
- de pleitnotities van de advocaten van De Zorgheimer en CZ Zorgkantoor in de hoofdzaak.
3.De feiten
In het ondernemingsplan moet hetbedrijfsplanzijn beschreven. Bij dit onderdeel is niet of onvoldoende ingegaan op:
De (toekomstige) rol en/of functie in samenwerkingsverbanden waaraan de nieuwe zorgaanbieder reeds deelneemt of gaat deelnemen. De zorgaanbieder toont aan op welke wijze hij samenwerking met bijvoorbeeld gemeenten, ketenpartners, huisartsen, dementienetwerken of met andere zorgaanbieders heeft geborgd.
In het ondernemingsplan moet uwfinancieel planzijn beschreven.
In het ondernemingsplan is geen of geen realistische begroting met splitsing van opbrengsten en kosten voor de verschillende domeinen voor 2024 toegevoegd;
In het ondernemingsplan ontstaat geen of geen duidelijk beeld dat de onderneming financieel gezond is en/of een positief resultaat verwacht wordt, waardoor continuïteit van de zorg aannemelijk is. (…)”
4.Het geschil
5.De beoordeling
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat € 1.079,00
- nakosten
6.De beslissing
€ 90,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,