ECLI:NL:RBZWB:2023:730

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 februari 2023
Publicatiedatum
7 februari 2023
Zaaknummer
10252019_E01022023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
  • P. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale vordering tot betaling in verstek tussen Daxxa Professionals B.V. en Roma Beheer B.V.B.A.

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 februari 2023 een vonnis gewezen in een civiele procedure tussen Daxxa Professionals B.V. (eiseres) en Roma Beheer B.V.B.A. (gedaagde). Eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, heeft gedaagde, die in België is gevestigd, gedagvaard op 23 november 2022. Gedaagde is niet verschenen op de zitting en heeft geen schriftelijk verweer ingediend, waardoor verstek is verleend.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering een internationaal karakter heeft, aangezien eiseres in Nederland is gevestigd en gedaagde in België. De Nederlandse rechter is bevoegd om van de vordering kennis te nemen op basis van de relevante Europese regelgeving (Verordening (EU) nr. 1215/2012). De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de uitzendovereenkomst tussen partijen onder het Nederlandse recht valt, omdat de prestatie in Nederland is verricht.

De rechtbank heeft de vordering van eiseres toegewezen, met uitzondering van enkele kosten die zijn afgewezen of gematigd. Gedaagde is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 3.251,02, vermeerderd met wettelijke rente, en is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 957,33. De rechtbank heeft de mogelijkheid van nakosten en wettelijke rente over de proceskosten geregeld en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 10252019 CV EXPL 22-3689
vonnis d.d. 1 februari 2023
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Daxxa Professionals B.V.,
statutair gevestigd te Roosendaal, kantoorhoudende te (4751 XC) Oud Gastel, aan het adres Argon 21,
eiseres,
gemachtigde: mr. N.J. Moens, werkzaam bij VICI advocaten te Goes,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Roma Beheer B.V.B.A.,
statutair gevestigd te Hoogstraten, België, kantoorhoudende te 2320 Hoogstraten, België, aan het adres Vrijheid 196,
gedaagde,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de dagvaarding van 23 november 2022 met producties en de stukken van betekening in België van 1 december 2022.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1
Eiseres heeft op de bij dagvaarding omschreven gronden, welke hier als herhaald en ingelast gelden, gevorderd gedaagde te veroordelen tot betaling van het bedrag of de bedragen als nader in de dagvaarding omschreven, met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
2.2
Gedaagde is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet ter zitting verschenen en heeft ook niet tijdig een schriftelijk antwoord ingediend of om uitstel verzocht, zodat tegen deze verstek is verleend.
2.3
Nu eiseres is gevestigd in Nederland en gedaagde gevestigd is in België, draagt de vordering een internationaal karakter en dient allereerst de vraag te worden beantwoord of de Nederlandse rechter bevoegd is van de vordering kennis te nemen. De Nederlandse rechter is op grond van artikel 5, juncto artikel 7 lid 1 onder b (tweede aandachtstreepje) van de in deze zaak toepasselijke Verordening (EU) nr. 1215/2012 (Brussel I bis) bevoegd van het onderhavige geschil kennis te nemen.
2.4
Uit artikel 7:690 Burgerlijk Wetboek (BW) blijkt dat het ter beschikking stellen van uitzendkrachten de kenmerkende prestatie is. Omdat eiseres uitzendkrachten heeft geleverd aan gedaagde is deze prestatie in Nederland verricht. Op de tussen partijen gesloten uitzendovereenkomst is dan ook het Nederlandse recht van toepassing.
2.5
Nu de vordering de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal deze worden toegewezen, behoudens het volgende.
2.6
De kantonrechter zal de post “Porti aangetekend verzenden” van € 14,55 afwijzen. Het gaat hier immers om kosten die geacht moeten worden te behoren tot de buitengerechtelijke incassokosten, voor welke kosten op de vordering van eiseres al een vergoeding wordt toegekend.
2.7
De kantonrechter zal de gevorderde kosten van betekening in het buitenland matigen tot een bedrag van € 135,00, aangezien de deurwaarder uit België dit bedrag als daadwerkelijk gemaakte kosten heeft vermeld in de betekening van 1 december 2022.
2.8
De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen indien en voor zover gedaagde de proceskosten niet binnen veertien dagen na de betekening van het vonnis zal hebben voldaan. Daarbij overweegt de kantonrechter dat gedaagde, indien deze door de betekening van het vonnis kennis heeft kunnen nemen van de inhoud daarvan, de gelegenheid moet worden geboden om binnen een redelijke termijn aan de proceskostenveroordeling in dit vonnis te voldoen, waarbij een termijn van veertien dagen als een redelijke termijn voor nakoming wordt gezien.
2.9
De gevorderde nakosten zullen voorwaardelijk worden toegewezen, voor zover nakosten gemaakt zullen worden en gedaagde niet vrijwillig binnen veertien dagen na aanschrijving van eiseres aan de veroordeling in het vonnis heeft voldaan. De nakosten zullen worden begroot conform landelijk beleid tot een half salarispunt (met een maximum van € 124,00), zijnde een bedrag van € 109,00.
2.1
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Deze proceskosten worden tot op heden begroot op:
€ 103,33 explootkosten
€ 135,00 betekening buitenlands exploot
€ 232,00 salaris gemachtigde
€ 487,00 griffierecht
------------
€ 957,33,
te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van betekening van het vonnis tot de dag der algehele voldoening.
2.11
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 53 Brussel I bis zal het certificaat worden verstrekt in de vorm van het in bijlage I van deze verordening opgenomen standaardformulier, zoals bij dit vonnis gevoegd.

3.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen een bedrag van € 3.251,02, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over een bedrag van € 2.677,70 vanaf 19 november 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, waarbij betalingen van gedaagde eerst in mindering strekken op ten tijde van de betaling verschuldigde buitengerechtelijke incassokosten en opgekomen rente;
veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 957,33, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van betekening van het vonnis tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt gedaagde onder de voorwaarde dat zij niet binnen veertien dagen na aanschrijving door eiseres volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 109,00 aan salaris voor de gemachtigde van eiseres;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 1 februari 2023, in tegenwoordigheid van de griffier.