4.3.2De bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
Feit 1
Uit het dossier komt onder meer het volgende naar voren:
- Aan twee drugsgebruikers is op 20 juni 2018 een tekstbericht verzonden vanaf het telefoonnummer eindigend op - [cijferreeks 1] inhoudende: “Weer verse TOP spul rijst en koffie EXTRA GEVULD 24/7 SERVICE GROETJES! DE ENIGE echte [bijnaam] ”.
- Op 13 oktober 2021 is vanaf het telefoonnummer eindigend op - [cijferreeks 1] een sms verstuurd met als inhoud:
“Mensen Goededag
Bij deze laat ik jullie weten mij te bellen als je TOP KWALITEIT wilt koffie en melk
en ook zekker extra gevulde paketten
Alles is hier in bedrijf!!
Wij bieden 24/7 topservice met onze nieuwe coureurs!
Mvg de enige echte [bijnaam] ”.
- Van de telefoonnummers eindigend op - [cijferreeks 1] en - [cijferreeks 2] is de prepaiddienst van Lebarageactiveerd op 7 augustus 2018 om circa 21:54 uur. Daarna zijn de telefoonnummers steeds met hetzelfde type opwaardeerkaarten (Lebara All in kaarten) en met dezelfde bedragen (10 en 15 euro), die bij tankstations in Bergen op Zoom aangeschaft, opgewaardeerd, voornamelijk bij tankstation Esso de Warande.
- Op 31 januari 2022 zijn door één persoon opwaarderingskaarten gekocht voor beide telefoonnummers om 18:37 uur, 18:38 uur en 18:39 uur.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de beide tekstberichten dat die qua inhoud en (hoofd)lettergebruik sterke overeenkomsten vertonen. Dit is naar het oordeel van de rechtbank een aanwijzing dat beide berichten door dezelfde persoon zijn verstuurd.
Ook de activeer- en opwaardeergegevens duiden naar het oordeel van de rechtbank op één gebruiker van beide telefoonnummers vanaf augustus 2018.
De rechtbank overweegt dat de verklaring van verdachte dat hij het telefoonnummer eindigend op - [cijferreeks 1] in de zomer van 2021 heeft overgenomen van een Turkse man met de [bijnaam] niet nader is onderbouwd met informatie die kan worden geverifieerd. Dat hij ongeveer anderhalf jaar eerder het telefoonnummer eindigend op - [cijferreeks 2] van zijn broer kreeg acht de rechtbank onaannemelijk gelet op het gelijktijdig activeren van de prepaiddienst van dezelfde provider van beide telefoonnummers op 7 augustus 2018. Dat zou namelijk betekenen dat de Turkse man met de [bijnaam] en de broer van verdachte tegelijkertijd elk één van de telefoonnummers zouden hebben geactiveerd en dat zij (c.q. verdachte zelf vanaf maart 2020 voor wat betreft het telefoonnummer eindigend op - [cijferreeks 2] ) vanaf dat moment tot aan de zomer van 2021, steeds allebei hetzelfde type opwaardeerkaart voor steeds bedragen van dezelfde hoogte hebben gekocht bij vrijwel dezelfde locaties. Een dergelijk toeval acht de rechtbank onwaarschijnlijk. Naar het oordeel van de rechtbank is verdachtes verklaring met betrekking tot de aanschaf c.q. het verkrijgen van de telefoons met de genoemde telefoonnummers daarom niet aannemelijk.
Gelet op de verklaring van verdachte zoals hiervoor genoemd, de aangetroffen verdovende middelen en de voorgaande overwegingen over het gebruik van de telefoons acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte vanaf augustus 2018 met gebruikmaking van de genoemde telefoonnummers harddrugs heeft gedeald.
Feit 2
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen met uitzondering van de volgende onderdelen:
0,7 gram cocaïne
Deze harddrug is aangetroffen bij de doorzoeking van de woning van de moeder van verdachte. Uit het dossier volgt onvoldoende dat verdachte daarvan wist. dat deze harddrug van verdachte was. In die woning komen ook de broers van verdachte, die blijkens het dossier antecedenten hebben op het gebied van de Opiumwet. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het aanwezig hebben van deze harddrug.
3 pillen bevattende amfetamine
Na inbeslagname zijn de pillen getest met een MMC kleurreactietest, waarbij een positieve reactie op de aanwezigheid van amfetamine werd verkregen. In het proces-verbaal hiervan is opgemerkt dat de tests niet alle even specifiek zijn, wat betekent dat meerdere stoffen een positief resultaat kunnen geven. De pillen zijn niet voor nader onderzoek naar het Nederlands Forensisch Instituut gestuurd, zodat het onderzoeksresultaat niet door andere bewijsmiddelen wordt ondersteund. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het aanwezig hebben van deze harddrug.
- Medeplegen
Verdachte heeft verklaard dat de verdovende middelen die in de woning van zijn zus zijn aangetroffen van hem zijn. Uit het dossier blijkt niet dat de zus van verdachte hiervan op de hoogte was en dat zij over deze verdovende middelen kon beschikken. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het ten laste gelegde medeplegen van het aanwezig hebben van de bewezenverklaarde verdovende middelen.
Feit 3
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen met uitzondering van de volgende onderdelen:
- Hasj
De in de tenlastelegging genoemde hoeveelheid hasj is de totale hoeveelheid die is aangetroffen bij de doorzoekingen van de woningen van de moeder en van de zus van verdachte. De grootste hoeveelheid is aangetroffen in de woning van de moeder van verdachte. Daarvoor geldt hetzelfde als hierboven is overwogen ten aanzien van de 0,7 gram cocaïne. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het aanwezig hebben van de hasj die in die woning is aangetroffen.
Dan resteert nog een hoeveelheid van 18,1 gram hasj die is aangetroffen in de woning van de zus van verdachte. Dit is een hoeveelheid van minder dan 30 gram. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het aanwezig hebben van meer dan 30 gram hasj.
- Medeplegen
Voor het medeplegen van het aanwezig hebben van de ten laste gelegde hoeveelheid hennep geldt hetzelfde als hierboven onder ‘medeplegen’ is overwogen. De rechtbank zal verdachte daarom ook ten aanzien van dit feit vrijspreken van het medeplegen van het aanwezig hebben van de hennep.