9.De beslissing
- spreekt verdachte vrij van de primair en subsidiair onder feit 2 ten laste gelegde feit;
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4. is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 primair: Poging tot doodslag
feit 2 meer subsidiair:
Poging tot zware mishandeling
feit 3: Handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens
en munitie;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 3 (drie) jaar, waarvan 1 (één) jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich uiterlijk binnen drie dagen na het onherroepelijk worden van het vonnis zal melden bij reclasseringsinstelling Fivoor te Rotterdam (Marconistraat 2, telefoon-nummer 088-3583810), of een nader te bepalen reclasseringsinstelling, en zich daarna gedurende een door de reclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) zal blijven melden, zo lang en zo frequent als de reclassering noodzakelijk acht;
* dat verdachte zal meewerken aan diagnostiek en zich onder behandeling zal stellen van Emergis of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen als de zorgverlener dat nodig vindt;
* dat verdachte gedurende de proeftijd op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met
- [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 1994, en
- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 3] 1991, zo lang de reclassering dit noodzakelijk acht.
De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd zal inspannen voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
[slachtoffer 1]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 2.711,50 (tweeduizendzevenhonderdelf euro en vijftig cent), waarvan € 211,50 (tweehonderdelf euro en vijftig cent) aan materiële schade en € 2.500,- (tweeduizendvijfhonderd euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 28 januari 22023 tot aan de dag der voldoening.
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij voor rechtsbijstand heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[slachtoffer 1] (feit 1 primair), € 2.711,50 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 28 januari 22023 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 37 (zevenendertig) dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van € 3.677,48 (drieduizendzeshonderdzevenenzeventig euro en achtenveertig cent), waarvan € 1.177,48 (éénduizendhonderdzevenenzeventig euro en achtenveertig cent) aan materiële schade en
€ 2.500,- (tweeduizendvijfhonderd euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 28 januari 22023 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij voor rechtsbijstand heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 2]
(feit 2 meer subsidiair), € 3.677,48 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 28 januari 2023 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 46 (zesenveertig) dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. van der Ploeg-Hogervorst, voorzitter, mr. L.W. Louwerse en mr. J.C.A.M. Los, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Moggré-Hengst, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 18 oktober 2023.
Mr. L.W. Louwerse en mr. J.C.A.M. Los zijn niet in de gelegenheid het vonnis te ondertekenen.