ECLI:NL:RBZWB:2023:7208
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing handhavingsverzoek omgevingsvergunning voor bibliotheek met commerciële ruimte
Op 12 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van een gemeente. De eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van het college van 10 februari 2021, waarin het verzoek om handhavend op te treden tegen de afwijking van de omgevingsvergunning voor de bouw van een bibliotheek met commerciële ruimte werd afgewezen. Het college had deze afwijzing gemotiveerd met de mededeling dat op 2 februari 2022 een omgevingsvergunning was verleend voor de gewijzigde uitvoering van de bibliotheek.
De rechtbank overwoog dat, ingevolge artikel 8:54, eerste lid, aanhef en onder c, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het onderzoek kan worden gesloten indien het beroep kennelijk ongegrond is. De rechtbank concludeerde dat het college terecht had gesteld dat er geen sprake meer was van een overtreding en dat het dus niet langer bevoegd was om handhavend op te treden. De omgevingsvergunning van 2 februari 2022 had de door de eiser gewraakte afwijking gelegaliseerd. Eiser had eerder een bezwaarschrift ingediend tegen deze omgevingsvergunning, maar zijn bezwaren waren ongegrond verklaard. Eiser trok zijn beroep tegen deze beslissing op 15 augustus 2023 in, waardoor de omgevingsvergunning onherroepelijk werd.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond. Deze uitspraak werd gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, en werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.