ECLI:NL:RBZWB:2023:7208

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 oktober 2023
Publicatiedatum
17 oktober 2023
Zaaknummer
AWB- 21_577
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing handhavingsverzoek omgevingsvergunning voor bibliotheek met commerciële ruimte

Op 12 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van een gemeente. De eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van het college van 10 februari 2021, waarin het verzoek om handhavend op te treden tegen de afwijking van de omgevingsvergunning voor de bouw van een bibliotheek met commerciële ruimte werd afgewezen. Het college had deze afwijzing gemotiveerd met de mededeling dat op 2 februari 2022 een omgevingsvergunning was verleend voor de gewijzigde uitvoering van de bibliotheek.

De rechtbank overwoog dat, ingevolge artikel 8:54, eerste lid, aanhef en onder c, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het onderzoek kan worden gesloten indien het beroep kennelijk ongegrond is. De rechtbank concludeerde dat het college terecht had gesteld dat er geen sprake meer was van een overtreding en dat het dus niet langer bevoegd was om handhavend op te treden. De omgevingsvergunning van 2 februari 2022 had de door de eiser gewraakte afwijking gelegaliseerd. Eiser had eerder een bezwaarschrift ingediend tegen deze omgevingsvergunning, maar zijn bezwaren waren ongegrond verklaard. Eiser trok zijn beroep tegen deze beslissing op 15 augustus 2023 in, waardoor de omgevingsvergunning onherroepelijk werd.

De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond. Deze uitspraak werd gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, en werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 21/577 GEMWT

uitspraak van 12 oktober 2023 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , te [plaats] , eiser

en
het college van burgemeester en wethouders van de [gemeente], verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van 10 februari 2021 (bestreden besluit) inzake de afwijzing van het verzoek om handhavend op te treden tegen de afwijking van de omgevingsvergunning voor de bouw van een bibliotheek met commerciële ruimte op het [perceel] te [plaats] . Bij dit besluit heeft het college het handhavingsverzoek afgewezen omdat op 2 februari 2022 omgevingsvergunning is verleend voor de gewijzigde uitvoering van de bibliotheek.

Overwegingen

1. Ingevolge artikel 8:54, eerste lid, aanhef en onder c, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de bestuursrechter het onderzoek sluiten, indien voortzetting van het onderzoek niet nodig is, omdat het beroep kennelijk ongegrond is.
2. De rechtbank heeft aanleiding om toepassing te geven aan deze bepaling. Daartoe is het volgende overwogen.
Met de omgevingsvergunning van 2 februari 2022 is de door eiser gewraakte afwijking gelegaliseerd. Eiser heeft een bezwaarschrift ingediend tegen die omgevingsvergunning en bij de beslissing op bezwaar van 10 mei 2023 zijn de bezwaren ongegrond verklaard. Tegen dit besluit heeft eiser op 19 juni 2023 beroep ingesteld bij de rechtbank. Dit beroep heeft eiser op 15 augustus 2023 weer ingetrokken. Daardoor is de omgevingsvergunning voor het legaliseren van de afwijkende uitvoering van de bouw van de bibliotheek onherroepelijk geworden.
3. Dit betekent dat het college zich in het bestreden besluit terecht op het standpunt heeft gesteld dat geen sprake meer is van een overtreding dat hij dus niet langer bevoegd is om handhavend op te treden tegen de gewijzigde uitvoering van de bibliotheek. Het beroep van eiser is daarom kennelijk ongegrond.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, op 12 oktober 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
P.H.M. Verdonschot, griffier L.P. Hertsig, rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen en andere belanghebbenden verzet doen bij de rechtbank. De termijn voor het indienen van een verzetschrift bedraagt zes weken en vangt aan op de dag na de verzending van deze uitspraak.