ECLI:NL:RBZWB:2023:7129

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 oktober 2023
Publicatiedatum
13 oktober 2023
Zaaknummer
02-041197-21
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van een betrokkene met complexe problematiek

Op 13 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden van een betrokkene, geboren in 1986, die verblijft in een Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA). De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met één jaar toegewezen. De rechtbank baseert haar beslissing op verschillende rapporten, waaronder een psychologisch adviesrapport en een advies van de reclassering. De betrokkene vertoont een positieve ontwikkeling in haar behandeling, ondanks een wisselend verloop in de kliniek. De reclassering en psycholoog schatten het recidiverisico als laag in de huidige context, maar gemiddeld-hoog in het geval van een abrupt einde van de tbs-maatregel. De rechtbank benadrukt het belang van een goede overgang naar een begeleide woonvorm en het vinden van een passende woonplek voor de betrokkene. De rechtbank heeft de voorwaarden van de tbs ongewijzigd gelaten en het verzoek van de verdediging om de officier van justitie te verzoeken een zorgmachtiging te onderzoeken, afgewezen. De rechtbank concludeert dat de verlenging van de tbs-maatregel noodzakelijk is voor de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/041197-21
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 13 oktober 2023
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling
met voorwaarden van
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1986 te [plaats 1]
verblijvende op de [FPA] te [plaats 2] (hierna:
FPA)

1.De stukken

Het dossier bevat - onder meer - de volgende stukken:
- het psychologisch adviesrapport van [psycholoog] van 3 juli 2023;
- het adviesrapport van [deskundige] van Jeugdbescherming & Reclassering Leger des Heils van 27 juli 2023;
- de vordering van de officier van justitie van 14 augustus 2023 tot verlenging van
de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met voorwaarden met één jaar.

2.De procesgang

Bij vonnis van deze rechtbank van 30 augustus 2021 is betrokkene veroordeeld tot een gevangenisstraf van 230 dagen, met aftrek van het voorarrest, en de maatregel tbs met voorwaarden wegens een brandstichting en een poging tot brandstichting in de GGZ-instellingen waar zij toen verbleef.
De rechtbank constateert dat het in deze zaak gaat om misdrijven zoals bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs met voorwaarden is op 1 oktober 2021 aangevangen.
Ter zitting van 29 september 2023 is de officier van justitie, mr. I.M. Peters, gehoord. Ook is betrokkene gehoord, bijgestaan door haar raadsvrouw mr. S.P.H. Brinkman, advocaat te Tilburg . Verder is mevrouw [deskundige] , reclasseringswerker, als deskundige gehoord.

3.Het advies van de reclassering

Uit het rapport van de reclassering leidt de rechtbank af dat het verblijf van betrokkene in de kliniek weliswaar een wisselend verloop laat zien, maar dat er over de gehele linie sprake is van een positieve lijn in haar ontwikkeling. Zij zet zich coöperatief in voor haar traject en ze wordt als een prettige cliënt ervaren met wie een goede samenwerkingsrelatie tot stand is gekomen. De ups en downs van betrokkene zijn inherent aan haar complexe problematiek,
waarbij negatieve gedragingen voornamelijk tot uiting komen in zelfbeschadigend gedrag
en niet zozeer in delictgedrag, waarbij de veiligheid van personen in het geding is.
Het algemene recidiverisico wordt door de reclassering ingeschat als gemiddeld-hoog en het risico op geweld als gemiddeld. De kans dat betrokkene binnen het huidige kader van de tbs met voorwaarden opnieuw tot delictgedrag zal overgaan wordt als laag ingeschat.
Het zou nu passend en verantwoord zijn om concreet toe te werken naar een vervolgstap buiten de FPA. Daarom wordt intensief ingezet op het vinden van een passende woonplek met een goede balans in begeleiding en zelfstandigheid, maar dat heeft nog niet tot een resultaat geleid. Daardoor ontbreekt het betrokkene soms aan perspectief en een lang aanhoudend gebrek aan perspectief zou het behandeltraject en een langer verblijf in de FPA op enig moment ook kunnen gaan hinderen. Een (te) lang verblijf in de FPA kan dus als risico verhogend worden gezien. Voor de toekomst is het daarom van groot belang dat in afzienbare tijd een passende woon- plek wordt gevonden en dat voor een goede overgang naar die nieuwe plek wordt gezorgd. Dit kost naar verwachting nog wel de nodige tijd. Verder heeft betrokkene nog een aantal behandeldoelen waaraan gewerkt moet worden. De reclassering adviseert daarom de termijn van de tbs te verlengen, maar die verlenging te beperken tot één jaar, omdat het ook van belang is om de ontwikkeling van betrokkene in gedragskundig opzicht te belonen en haar perspectief te geven. De reclassering vindt het niet nodig om de voorwaarden te wijzigen.
De deskundige bevestigt ter zitting dat betrokkene een stijgende lijn in haar ontwikkeling laat zien. Hoewel betrokkene volgens haar behandelaar daarin nog wel wat stappen kan maken, ziet de reclassering mogelijkheden om betrokkene te laten uitstromen naar een setting voor begeleid of beschermd wonen in combinatie met ambulante behandeling. In dat licht is er een begin gemaakt om haar zelfstandig dingen te laten ondernemen en dat gaat goed. Twee weken geleden is ook de aanmelding ingediend voor ambulante hulp. En verder is de zoektocht naar een passende woonplek gestart, maar het is nog niet gelukt betrokkene ergens te plaatsen. De reclassering heeft tot nu toe alleen in de regio van herkomst, regio Brabant, gezocht naar een vervolgplek en daar is zij steeds afgewezen vanwege het indexdelict. De reclassering zal zich de komende tijd gaan concentreren op een vervolgplek in de regio Midden-Nederland, dit mede omdat betrokkene heeft aangegeven niet meer in regio Brabant, maar in regio Midden-Nederland te willen uitstromen.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundige

Uit het adviesrapport van de psycholoog leidt de rechtbank onder meer af dat bij betrokkene sprake is van een borderline persoonlijkheidsstoornis, een Post Traumatische Stress Stoornis (hierna: PTSS) en een lichte stoornis in het gebruik van alcohol. Op basis van de risicotaxaties wordt het recidiverisico in de huidige context van het verblijf in de FPA ingeschat als laag. In het hypothetische scenario van een abrupt einde van het tbs-kader met voorwaarden wordt het recidiverisico ingeschat als matig-hoog. Het risico op toekomstig geweld tegen personen lijkt beperkt, betrokkene is vanuit haar stoornis meer geneigd tot zelfdestructief gedrag. De psycholoog is het met de reclassering eens dat betrokkene toe is aan de vervolgstap. Bij voorkeur een uitstroom naar een begeleide of beschermde woonvorm in combinatie met een ambulante behandeling in de GGZ en begeleiding door een FACT-team. De psycholoog adviseert de termijn van de tbs te verlengen met één jaar, omdat betrokkene in de behandeling nog een aantal stappen te maken heeft, maar het ook van belang is om de voortgang van het traject te monitoren. Een langer verblijf in de FPA zal zeer waarschijnlijk contraproductief zal zijn. De opgelegde voorwaarden kunnen worden gehandhaafd.

5.Het standpunt van de officier van justitie

Onder verwijzing naar de rapporten en de ter zitting gegeven toelichting van de deskundige, handhaaft de officier van justitie de vordering tot verlenging van de tbs-maatregel met één jaar met handhaving van de voorwaarden als genoemd in het vonnis van 30 augustus 2021.

6.Het standpunt van de verdediging

De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de vordering van de officier van justitie. Hoewel de verdediging zich niet verweert tegen toewijzing van voormelde vordering, voert zij aan dat de zoektocht naar een passende vervolgplek voor betrokkene moeizaam verloopt. Door het “tbs-stempel” dat op haar drukt, zijn de verzoeken om betrokkene op te nemen in de regio Brabant tot nu toe steeds afgewezen. Ook het indexdelict speelt daarbij een rol. Uit het "Handboek forensische zorg” leidt de verdediging af dat het – zij het als ultimum remedium – mogelijk is een opname af te dwingen. Daarom verzoekt de verdediging de rechtbank de druk op te voeren en aan de urgentie van het vinden van een passende plek voor verdachte in de verlengingsbeslissing een overweging te wijden. Zo moet worden voorkomen dat de situatie – als het gaat om het vinden van een passende plek voor betrokkene – over een jaar nog onveranderd is buiten de schuld van betrokkene om. Ook verzoekt de verdediging de rechtbank om in de verlengingsbeslissing te overwegen dat de officier van justitie, voorafgaand aan een eventuele volgende verlengingszitting, de mogelijkheden van een zorgmachtiging moet gaan onderzoeken.

7.Het oordeel van de rechtbank

Vooropgesteld wordt dat een tbs-maatregel kan worden verlengd indien de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van deze maatregel eist. Dit houdt concreet in dat het recidivegevaar nog aanwezig moet zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geest- vermogens.
De rechtbank leidt uit het rapport van de psycholoog onder meer af dat betrokkene nog altijd lijdt aan een borderline persoonlijkheidsstoornis, PTSS en een lichte stoornis in het gebruik van alcohol. De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat er bij haar dus nog altijd sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens.
Zowel de reclassering als de psycholoog schat het recidiverisico in het huidige kader van de tbs in als laag, maar door de reclassering wordt het algemene risico op recidive ingeschat als gemiddeld-hoog en door de psycholoog wordt ingeschat dat dit oploopt naar matig-hoog bij een abrupt einde van de tbs-maatregel. De rechtbank onderschrijft het herhalingsgevaar en neemt de conclusies en adviezen van de reclassering en de psycholoog over. Om dit gevaar verder te verminderen moet betrokkene immers nog een aantal behandeldoelen behalen.
Ook ziet de rechtbank een belangrijke stap voor betrokkene in de overgang van de FPA naar een beschermde of begeleide woonvorm. Het gaat nu weliswaar goed met betrokkene, maar dat kan anders zijn als zij wordt overgeplaatst naar een plek met minder begeleiding en met meer zelfstandigheid. Dat verloop zal moeten worden gemonitord, met oog voor de kwetsbaarheden van betrokkene.
Het voorgaande betekent dat is voldaan aan het wettelijk criterium voor verlenging van de maatregel en dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs-maatregel eist. Dit staat overigens ook niet ter discussie.
Als uitgangspunt geldt dat de tbs-maatregel dient te worden verlengd met een termijn van twee jaar als aannemelijk is dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die nog resteert bij een verlenging van de tbs met een termijn van één jaar.
De rechtbank is van oordeel dat de reclassering en de psycholoog voldoende onderbouwd hebben beschreven, en de deskundige ter zitting voldoende onderbouwd heeft toegelicht, dat de verlenging van de maatregel in deze zaak moet worden beperkt tot één jaar. Ook dit staat niet ter discussie.
De rechtbank zal de termijn van de tbs met voorwaarden derhalve verlengen met één jaar. De reeds opgelegde voorwaarden blijven ongewijzigd.
Het verzoek van de verdediging om de officier van justitie reeds vóór de volgende verlengingszitting de mogelijkheid van een zorgmachtiging te laten onderzoeken wordt afgewezen. Dit verzoek is prematuur. Allereerst is het nu niet zeker of de tbs-maatregel over een jaar kan worden afgerond. De overgang van een FPA richting een begeleide woonvorm dient immers nog plaats te vinden. Daarnaast kan überhaupt niets gezegd worden over de noodzaak van een zorgmachtiging. Betrokkene lijkt voor nu immers volledig mee te werken aan haar (tbs-)behandeling. Het kan zo zijn dat zij op vrijwillige basis de opvolgende GGZ-behandeling zou willen volgen na ommekomst van de tbs-maatregel. In dat geval is er geen zorgmachtiging nodig.
Ook het verzoek van de verdediging om een overweging te wijden aan het afdwingen van een opname op grond van het Handboek forensische zorg wordt afgewezen. Betrokkene wil niet meer uitstromen in de regio Brabant, maar in de regio Midden-Nederland. De rechtbank heeft vooralsnog niet de indruk gekregen dat de reclassering en de Divisie Individuele Zaken (hierna: DIZ) zich niet tot het uiterste inspannen om betrokkene in die regio te laten uitstromen.

8.De beslissing.

De rechtbank:
- verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van betrokkene met één jaar;
- de aan de tbs verbonden voorwaarden, zoals uiteengezet in het hierboven genoemde vonnis van 30 augustus 2021, blijven in stand.
Deze beslissing is gegeven door mr. C. Hofman, voorzitter, mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos en J.F.C. Janssen, rechters, in tegenwoordigheid van M.C.C. Joosen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 13 oktober 2023.