ECLI:NL:RBZWB:2023:7022

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 september 2023
Publicatiedatum
10 oktober 2023
Zaaknummer
10661206 VV 23-67 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurzaak met ontruimingsvordering en bestuurdersaansprakelijkheid

In deze huurzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 september 2023 uitspraak gedaan in de zaak tussen Domko B.V. en TDTD Holding B.V. met betrekking tot een ontruimingsvordering. Domko, de verhuurder, vorderde ontruiming van de bedrijfsruimte die door TDTD Holding werd gehuurd, omdat er een huurachterstand was ontstaan van meer dan drie maanden. De huurovereenkomst liep van 1 mei 2022 tot 1 mei 2025, maar TDTD Holding had de huur niet tijdig betaald, wat leidde tot een vordering tot ontruiming. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang bij Domko, aangezien de huurachterstand niet was betwist en TDTD Holding het gehuurde niet in gebruik had genomen. De rechter heeft TDTD Holding veroordeeld om binnen vijf dagen na betekening van het vonnis de bedrijfsruimte te ontruimen en heeft een dwangsom opgelegd voor elke dag dat TDTD Holding hiermee in gebreke blijft.

Daarnaast vorderde Domko dat TDTD Holding en de bestuurder [gedaagde sub 2] zich uit het handelsregister zouden uitschrijven. De kantonrechter heeft geoordeeld dat TDTD Holding zich binnen tien dagen na betekening van het vonnis uit het handelsregister moet uitschrijven, evenals de vennootschappen die op het huuradres zijn ingeschreven. De vordering tot bestuurdersaansprakelijkheid van [gedaagde sub 2] werd afgewezen, omdat de rechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat [gedaagde sub 2] onrechtmatig had gehandeld. De kantonrechter heeft de proceskosten aan de zijde van Domko toegewezen, omdat TDTD Holding grotendeels ongelijk kreeg in deze procedure.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10661206 \ VV EXPL 23-67
Vonnis van 26 september 2023
in de zaak van
DOMKO B.V.,
te Schiedam,
eisende partij,
hierna te noemen: Domko,
gemachtigde: mr. D.A. Evertsz,
tegen

1.De besloten vennootschap TDTD HOLDING B.V.,

te Breda,
2.
[gedaagde sub 2],
te [plaats] ,
gedaagde partijen,
hierna te noemen: TDTD Holding en [gedaagde sub 2] ,
gemachtigde: mr. F.F.J. Froger.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties;
- de mondelinge behandeling van 5 september 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Per 1 mei 2022 huurt TDTD Holding van Domko een bedrijfsruimte aan de [adres] (hierna: het gehuurde) voor een huurprijs van € 586,85 inclusief btw per maand. De huurovereenkomst loopt tot en met 1 mei 2025. [gedaagde sub 2] is bestuurder en enig aandeelhouder van TDTD Holding. Partijen hebben op de huurovereenkomst van toepassing verklaard de;
‘ALGEMENE BEPALINGEN HUUROVEREENKOMST BEDRIJFSRUIMTE en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW’(hierna: de algemene bepalingen).
2.2.
In de huurovereenkomst staat – voor zover relevant – het volgende opgenomen:
Artikel 1
Het gehuurde, bestemming
1.3
Het gehuurde zal door of vanwege huurder uitsluitend worden bestemd om te worden gebruikt alsbedrijfsruimte.
Artikel 4
Huurprijs, omzetbelasting, servicekosten, promotiebijdrage, huurprijsaanpassing
4.6
De uit hoofde van deze huurovereenkomst door huurder aan verhuurder te verrichten periodieke betalingen als weergegeven in 4.4. zijn in één bedrag bij vooruitbetaling verschuldigd in euro’s en moeten vóór of op de eerste dag van de periode waarop de betalingen betrekking hebben volledig zijn voldaan.
4.7
Bij een niet tijdige betaling van de huur door de huurder, zal voor iedere week of gedeelte van de week dat er te laat wordt betaald, een bedrag in rekening worden gebracht door verhuurder aan huurder van € 45,== (zegge: vijfenveertig euro).
2.3.
In de algemene bepalingen staat – voor zover relevant – het volgende opgenomen:
Onderhuur
6.1
Behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder is het huurder niet toegestaan het gehuurde geheel of gedeeltelijk aan derden in huur, onderhuur of gebruik af te staan, dan wel de huurrechten geheel of gedeeltelijk aan derden over te dragen (…)
6.2
Ingeval huurder handelt in strijd met bovenstaande bepaling, verbeurt huurder aan verhuurder per kalenderdag dat de overtreding voortduurt een direct opeisbare boete, gelijk aan tweemaal de op dat moment voor huurder geldende huurprijs per dag, onverminderd het recht van verhuurder om nakoming dan wel ontbinding van de huurovereenkomst, alsmede schadevergoeding te vorderen.
2.4.
In een e-mailbericht van 30 augustus 2022 heeft de makelaar van Domko TDTD Holding gesommeerd tot betaling van een huurachterstand van vier maanden. Bij brief van 29 september 2022 heeft de advocaat van Domko TDTD Holding gesommeerd tot betaling van de huurmaanden mei 2022 tot en met oktober 2022 en is TDTD Holding in de gelegenheid gesteld om de huurovereenkomst eenzijdig te beëindigen. Op 2 december 2022 hebben partijen een minnelijke regeling getroffen welke regeling door TDTD Holding is nagekomen.
2.5.
In een e-mailbericht van 6 maart 2023 is TDTD Holding gesommeerd om de huurmaanden februari en maart 2023 te voldoen. In een e-mailbericht van 21 augustus 2023 is [gedaagde sub 2] gesommeerd om per dinsdag 22 augustus 2023 voor 12:00 uur de vennootschappen Solarflexi Group, Sollena, Vinki, AAKO, Doan Deluxe Nails en Spa, Stichting Gezond verstand bij het gebruik van voedingssupplementen! en Kiro te doen uitschrijven op het huuradres op straffe van een dwangsom.
2.6.
Op 21 juni 2023 is het gehuurde geïnspecteerd door de makelaar van Domko en [gedaagde sub 2] . Het gehuurde bleek toen niet in gebruik te zijn genomen.
2.7.
In een e-mailbericht van 25 augustus 2023 12:17 heeft de advocaat van Domko TDTD Holding gesommeerd tot betaling van een bedrag aan huurachterstand van
€ 4.107,95, een bedrag van € 3.780,00 aan boete en € 1.940,00 aan huurderving. TDTD Holding is niet tot betaling overgegaan waarna Domko een procedure is gestart.

3.Het geschil

3.1.
Domko vordert bij dagvaarding – samengevat – om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. TDTD Holding te veroordelen:
a. om binnen vijf dagen na betekening van het vonnis het gehuurde te ontruimen en met inlevering van alle sleutels ter vrije en algehele beschikking van Domko te stellen op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag(deel) met een maximum van € 5.000,00;
b. om binnen tien dagen na betekening van het vonnis zich uit het handelsregister adres aan de [adres] uit te schrijven op straffe van een dwangsom van € 50,00 per dag(deel) met een maximum van € 750,00;
II. TDTD Holding en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van:
a. € 4.107,95 aan huur;
b. een bedrag van € 586,85 per maand vanaf 1 september 2023 tot en met de maand waarin Domko de bedrijfsruimte weer tot haar vrije beschikking heeft;
c. € 1.940,00 ten titel van schadevergoeding;
d. € 3.780,00 ten titel van boete;
e. € 866,40 ten titel van buitengerechtelijke kosten;
III. TDTD Holding en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen om binnen tien dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis om na te melden rechtspersonen uit het handelsregisteradres aan de [adres] te laten uitschrijven op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag(deel) met een maximum van € 5.000,00:
a. Solarflexi Group B.V.
b. Sollena B.V.
c. AAKO Holding B.V.
d. Kiro B.V.
IV. [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een boete van € 5.000,00 voor het geval een rechtspersoon waarvan hij middellijk bestuurder of aandeelhouder van is zonder recht of titel op het [adres] in het handelsregister inschrijft;
V. voor het geval de vordering onder I sub a zou worden afgewezen, TDTD Holding te veroordelen om binnen veertien dagen nadat een huurachterstand van meer dan twee maanden is ontstaan het gehuurde te ontruimen zulks onder straffe van een dwangsom van
€ 100,00 per dag(deel) met een maximum van € 5.000,00;
VI. TDTD Holding en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de proceskosten.
3.2.
Ter zitting heeft Domko haar eis ten aanzien van de huurachterstand (onder II sub a van de dagvaarding) ingetrokken, omdat TDTD Holding de huurachterstand ter hoogte van een bedrag van € 4.107,95 en de huur van september 2023 van € 586,85 heeft voldaan. Deze vordering behoeft derhalve – ook ten aanzien van [gedaagde sub 2] – geen nadere beoordeling meer.
3.3.
Domko legt aan haar vorderingen – kort samengevat – ten grondslag dat TDTD Holding ten tijde van de dagvaarding een huurachterstand van € 4.107,95 heeft laten ontstaan, welke tekortkoming ondanks betaling niet ongedaan is gemaakt zodat ontruiming van het gehuurde gerechtvaardigd is. Tot die datum vordert Domko doorbetaling van de huur en na ontruiming maakt Domko aanspraak op vier maanden schadevergoeding. Op grond van de huurovereenkomst en de algemene bepalingen is TDTD Holding tevens een boete van totaal € 3.780,00 aan Domko verschuldigd. Ten titel van buitengerechtelijke incassokosten vordert Domko een bedrag van € 866,40. Verder heeft Domko zich op het standpunt gesteld dat [gedaagde sub 2] , in zijn hoedanigheid van bestuurder, ook kan worden veroordeeld tot betaling van de boete, schadevergoeding en de buitengerechtelijke incassokosten. Volgens Domko wist [gedaagde sub 2] namelijk al bij het aangaan van de huurovereenkomst dat TDTD Holding de huur niet zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden. Dat [gedaagde sub 2] dit wist of had moeten weten, volgt uit het feit dat blijkens de jaarrekening 2020 TDTD Holding een (negatief) eigen vermogen had van - € 12.996,00 en
€ 127.103,00 aan schulden. Tot slot vordert Domko een veroordeling van TDTD Holding om zich te doen uitschrijven op het handelsregisteradres op straffe van een dwangsom en vordert Domko dat TDTD Holding (op grond van de huurovereenkomst) en [gedaagde sub 2] (op grond van een onrechtmatige daad) hoofdelijk veroordeeld worden om op straffe van een dwangsom de vennootschappen Solarflexi Group, Sollena, AAKO Holding en Kiro, te doen uitschrijven op het huur- en handelsregisteradres.
3.4.
TDTD Holding en [gedaagde sub 2] voeren gemotiveerd verweer. Op dat verweer wordt – voor zover relevant – onder de beoordeling teruggekomen.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang
4.1.
Aangezien de huurachterstand ten tijde van de dagvaarding meer dan drie maanden bedroeg is naar het oordeel van de kantonrechter gebleken van een spoedeisend belang van Domko bij de gevorderde voorziening, zodat Domko in zoverre ontvankelijk is in haar vordering. Dat de huurachterstand recent is afgelost maakt dit oordeel niet anders.
Ontruiming, dwangsom
4.2.
TDTD Holding heeft de huurachterstand niet betwist. Haar standpunt is dat het gehuurde vanaf het begin af aan niet in gebruik is genomen vanwege een zakelijk conflict met een compagnon. Dit conflict heeft er bovendien toe geleid dat pas recentelijk de huurachterstand is betaald aan Domko. TDTD Holding wil het gehuurde gebruiken, maar op den duur gaan verlaten.
4.3.
De kantonrechter stelt voorop dat het (tijdig) betalen van de huur een belangrijke verplichting is van de huurder die voortvloeit uit de huurovereenkomst. Vaststaat dat TDTD Holding – na een eerdere huurachterstand – op moment van dagvaarden een huurachterstand van meer dan drie maanden heeft laten ontstaan, namelijk februari 2023 tot en met augustus 2023. Door de huur niet tijdig te betalen, heeft TDTD Holding een tekortkoming in de nakoming laten ontstaan die niet ongedaan gemaakt kan worden, ongeacht dat de huurachterstand kort voor de zitting is afgelost. Bovendien heeft de kantonrechter niet de verwachting dat TDTD Holding op korte termijn wel in staat is om (tijdig) aan haar lopende betalingsverplichtingen uit de huurovereenkomst te voldoen. Hoewel ter zitting is aangevoerd dat [gedaagde sub 2] hieraan zal kunnen voldoen, heeft TDTD Holding die stelling op geen enkele wijze concreet onderbouwd zodat die stelling haar niet kan baten. TDTD Holding heeft verder geen omstandigheden gesteld, op grond waarvan ontbinding van de huurovereenkomst niet gerechtvaardigd zou zijn. Het voorgaande in aanmerking nemende, acht de kantonrechter de kans aanzienlijk dat bij deze stand van zaken de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst in een (eventuele) bodemprocedure zal worden toegewezen, zodat het gerechtvaardigd is daar thans op vooruit te lopen door de gevorderde ontruiming toe te wijzen. Gezien het vaststaande feit dat het gehuurde thans niet in gebruik is zal de ontruimingstermijn worden vastgesteld op vijf dagen na betekening van dit vonnis. De door Domko gevorderde dwangsom van € 100,00 per dag(deel) is niet door TDTD Holding weersproken tot een bedrag van € 1.500,00 en zal daarom worden toegewezen tot dat maximum bedrag.
Huur tot ontruimingsdatum en schadevergoeding (huurderving)
4.4.
Niet, althans onvoldoende, weersproken is dat TDTD Holding aan Domko de huur is verschuldigd tot aan de datum van de daadwerkelijke ontruiming van het gehuurde zodat deze vordering voor toewijzing gereed ligt. De gevorderde schadevergoeding van € 1.940,00 (4 x € 485,00) zal worden afgewezen, omdat voor een dergelijke schadevordering (huurderving) slechts plaats is in een bodemprocedure, als nevenvordering naast een (eventuele) vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst, en bovendien in dit kort geding niet vaststaat dat Domko de gevorderde schade daadwerkelijk zal leiden.
Contractuele boete
4.5.
Daarnaast vordert Domko op grond van artikel 4.7 van de huurovereenkomst een contractuele boete van € 45,00 voor iedere week of gedeelte van de week indien de huur niet of niet tijdig is betaald. Domko heeft deze boete beperkt tot een bedrag van € 3.780,00. TDTD Holding heeft ter zitting niet weersproken dat de huur over een periode van 105 weken niet of niet tijdig is betaald, zodat daarmee de boete in beginsel is verbeurd. TDTD Holding doet op grond van artikel 6:94 lid 1 BW een beroep op matiging van de boete tot een bedrag van € 1.260,00. De kantonrechter stelt voorop dat de bevoegdheid tot matiging terughoudend dient te worden toegepast. In dit geval ziet de kantonrechter evenwel aanleiding tot matiging nu onverkorte toepassing van het boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daardoor onaanvaardbaar resultaat zou leiden. Het hanteren van het boetebedrag van € 45,00 per week of gedeelte daarvan acht de kantonrechter gelet op de maandhuur van (thans) € 586,85 in dit geval niet in een redelijke verhouding tot elkaar staan, zodat dit verweer van TDTD Holding slaagt. Gelet op het voorgaande wordt de contractuele boete gematigd tot € 15,00 per week. Toewijsbaar is daarmee een bedrag van € 1.575,00 bestaande uit 105 weken x € 15,00.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.6.
Domko vordert een bedrag van € 866,40 aan buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het verzuim van TDTD Holding na 1 juli 2012 is ingetreden zodat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: Besluit) van toepassing is. Op grond van artikel 6:96 lid 4 BW in verbinding met het Besluit liggen de buitengerechtelijke incassokosten tot een bedrag van € 659,15 (exclusief btw), berekend over de huurachterstand en de boete, voor toewijzing gereed.
Uitschrijving handelsregister: TDTD Holding, Solarflexi Group, Sollena, AAKO Holding, Kiro
4.7.
Domko stelt dat TDTD Holding in strijd met de huurovereenkomst en artikel 5.1 en 6.1 van de algemene bepalingen de (actieve) vennootschappen Solarflexi Group, Sollena, AAKO Holding en Kiro heeft laten inschrijven op het huuradres in het handelsregister. Domko vordert dat TDTD Holding zichzelf en deze vennootschappen uitschrijft op het huuradres.
4.8.
Over de inschrijving van de vennootschappen overweegt de kantonrechter als volgt. Op grond van artikel 6.1 van de algemene bepalingen is het TDTD Holding niet toegestaan om het gehuurde geheel of gedeeltelijk aan derden in onderhuur of gebruik te geven. Op grond van artikel 5.1 van de algemene bepalingen dient TDTD Holding het gehuurde daadwerkelijk geheel en behoorlijk zelf te gebruiken uitsluitend in overeenstemming met de in de huurovereenkomst aangegeven bestemming. Uit artikel 1.3 van de huurovereenkomst volgt dat het gehuurde is bestemd om te worden gebruikt
als (…) bedrijfsruimte (…). Hoewel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel blijkt dat de hiervoor genoemde vennootschappen op het huuradres ingeschreven staan, heeft Domko onvoldoende met feiten en omstandigheden onderbouwd dat TDTD Holding het gehuurde heeft onderverhuurd en of in gebruik heeft gegeven aan (een van) deze vennootschappen zodat van overtreding van artikel 6.1. geen sprake is. Uit een inspectie van het gehuurde op 21 juni 2023 is immers nog gebleken dat het gehuurde in het geheel niet werd gebruikt. Dat op zichzelf valt reeds niet te rijmen met de stellingen van Domko. Voor zover Domko zich op het standpunt stelt dat door de inschrijving van de vennootschappen de bestemming van het gehuurde onrechtmatig is gewijzigd, volgt de kantonrechter deze stelling evenmin. Ter zitting heeft TDTD Holding onweersproken gesteld dat zij een holdingmaatschappij is voor de genoemde vennootschappen en dat zij voor deze vennootschappen – met het gehuurde als postadres – de bedrijfsadministratie voert. Dit acht de kantonrechter niet in strijd met de overeengekomen bestemming van het gehuurde als
(…) bedrijfsruimte (…)zodat ook artikel 5.1. niet door TDTD Holding is overtreden. De kantonrechter is aldus voorlopig van oordeel dat er gedurende de huurovereenkomst geen verplichting is van TDTD Holding om de betreffende vennootschappen uit te schrijven uit het handelsregister op het adres van het gehuurde. Dat ligt anders na ontruiming van het gehuurde door TDTD Holding.
4.9.
Omdat de ontruimingsvordering wordt toegewezen en het gehuurde niet door TDTD Holding zelf wordt gebruikt, zal TDTD Holding worden veroordeeld om zich binnen 10 dagen na betekening van het vonnis van het huuradres te doen uitschrijven uit het handelsregister. TDTD Holding heeft geen aantoonbaar belang meer om op het huuradres ingeschreven te (blijven) staan. Dit brengt tevens met zich mee dat TDTD Holding – nu zij klaarblijkelijk de bedrijfsadministratie voert vanuit het huuradres voor de hiervoor genoemde vennootschappen – zij zorg moet dragen voor uitschrijving van deze vennootschappen van het huuradres in het handelsregister. Omdat verder nergens uit blijkt dat TDTD Holding niet vrijwillig aan deze veroordelingen zal voldoen ziet de kantonrechter geen aanleiding voor het toewijzen van een dwangsom, zodat dat deel van de vordering wordt afgewezen.
Bestuurdersaansprakelijkheid?
4.10.
Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of [gedaagde sub 2] als bestuurder van TDTD Holding aansprakelijk is voor toekomstige huurtermijnen, boete, schadevergoeding, buitengerechtelijke incassokosten en inschrijving van de voornoemde vennootschappen op het huuradres in het handelsregister.
4.11.
Domko heeft aangevoerd dat [gedaagde sub 2] als bestuurder naast TDTD Holding hiervoor hoofdelijk aansprakelijk is omdat er sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid. [gedaagde sub 2] heeft volgens Domko onrechtmatig gehandeld omdat hij namens TDTD Holding een huurovereenkomst is aangegaan en heeft laten voortduren terwijl hij wist of redelijkerwijze behoorde te weten dat TDTD Holding de huurverplichtingen niet zou kunnen nakomen en geen verhaal zou bieden. Domko baseert zich daarbij op de jaarrekening 2020 van TDTD Holding waaruit een negatief eigen vermogen en een schuldenlast blijkt. Ook heeft [gedaagde sub 2] onrechtmatig gehandeld door de vennootschappen op het huuradres te doen inschrijven. [gedaagde sub 2] heeft betwist dat sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid.
4.12.
Vooropgesteld wordt dat uit vaste jurisprudentie volgt dat de lat om bestuurdersaansprakelijkheid aan te kunnen nemen hoog ligt. De bestuurder moet kortgezegd een persoonlijk ernstig verwijt gemaakt kunnen worden. Geoordeeld wordt dat Domko, gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagde sub 2] , onvoldoende gesteld heeft om aan te kunnen nemen dat [gedaagde sub 2] als bestuurder van TDTD Holding onrechtmatig gehandeld heeft en hem een persoonlijk ernstig verwijt gemaakt kan worden. Bij het aangaan van de huurovereenkomst op 19 april 2022 was immers nog niet duidelijk dat TDTD Holding in de toekomst haar verplichtingen niet na zou kunnen komen. Weliswaar heeft TDTD Holding de huur vanaf mei 2022 niet voldaan, maar vaststaat dat deze huurachterstand door middel van een betalingsregeling geheel is afgelost. Voorts is door [gedaagde sub 2] gesteld en is niet door Domko weersproken dat de oorzaak van (het toenemen van) de huurachterstand gelegen was in een zakelijk conflict dat [gedaagde sub 2] had met zijn compagnon, als gevolg waarvan het gehuurde ook steeds niet in gebruik is genomen. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde sub 2] ter zake dit zakelijke conflict een persoonlijk ernstig verwijt valt te maken. Dat [gedaagde sub 2] voorafgaand aan het sluiten van de huurovereenkomst al wist dat dit zakelijke conflict er toe zou leiden dat hij de huurovereenkomst niet na zou kunnen komen, blijkt ook nergens uit. Wat resteert is de stelling van Domko dat [gedaagde sub 2] wist, dan wel behoorde te weten, dat TDTD Holding haar verplichtingen niet zou kunnen nakomen gelet op het negatieve eigen vermogen en de schulden van TDTD Holding. De kantonrechter stelt voorop dat de enkele omstandigheid dat de vennootschap namens welke de huurovereenkomst is aangegaan een negatief eigen vermogen en schulden heeft op zichzelf nog niet hoeft mee te brengen dat zij haar verplichtingen niet of niet binnen een redelijk termijn zou kunnen nakomen. Een onderneming kan immers – ondanks een negatief eigen vermogen en schulden – voldoende omzet genereren om de huur te betalen. Het gaat ook niet om een hele hoge maandelijkse huur. Dat de huurachterstand uiteindelijk uit de privé middelen van [gedaagde sub 2] zou zijn betaald, zoals Domko stelt, maakt dit niet anders. Overige feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat er bijzondere omstandigheden zijn die op grond van het voorgaande tot aansprakelijkheid van [gedaagde sub 2] zouden kunnen leiden zijn gesteld noch gebleken. Zonder een nadere onderbouwing, die ontbreekt, acht de kantonrechter het enkele feit dat [gedaagde sub 2] de vennootschappen al dan niet op het huuradres heeft doen inschrijven eveneens onvoldoende om te kunnen spreken van een onrechtmatige daad jegens Domko. Bovendien komt aan deze vordering geen belang meer toe gelet op hetgeen is overwogen onder nummer 4.9. Dit betekent dat de kantonrechter er vooralsnog van uitgaat dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat [gedaagde sub 2] niet persoonlijk aansprakelijk kan worden gehouden jegens Domko zodat de kantonrechter de vorderingen in kort geding jegens [gedaagde sub 2] zal afwijzen.
4.13.
Domko heeft tot slot gevorderd om [gedaagde sub 2] te veroordelen tot betaling van een boete van € 5.000,00 voor het geval een rechtspersoon waarvan hij middellijk bestuurder of aandeelhouder is zich op het huuradres inschrijft. Op grond van artikel 6:91 BW wordt als boetebeding aangemerkt ieder beding waarbij is bepaald dat de schuldenaar, indien hij in de nakoming van zijn verbintenis tekortschiet, gehouden is een geldsom of andere prestatie te voldoen, ongeacht of zulks strekt tot vergoeding van schade of enkel tot aansporing om tot nakoming over te gaan. Gesteld noch gebleken is dat tussen Domko en [gedaagde sub 2] op enig moment een boetebeding is overeengekomen zodat de vordering op grond hiervan reeds strandt.
Proceskosten
4.14.
TDTD Holding is de partij die grotendeels ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Domko als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
133,13
- griffierecht
487,00
- salaris gemachtigde
793,00
Totaal € 1.413,13
4.15.
Omdat de vorderingen tegen [gedaagde sub 2] worden afgewezen zal [gedaagde sub 2] niet in de proceskosten worden veroordeeld.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt TDTD Holding om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis de bedrijfsruimte gelegen aan de [adres] , met al wie en al wat zich daarin moge bevinden te ontruimen en te verlaten en met afgifte van de sleutels en achterlating van al wat tot het gehuurde behoort in behoorlijke staat ter vrije en algehele beschikking van Domko te stellen, zulks op straffe van een dwangsom van € 100,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat TDTD Holding hiermee in gebreke is, met dien verstande dat in totaal niet meer dan € 1.500,00 aan dwangsommen kan verbeuren;
5.2.
veroordeelt TDTD Holding om binnen tien dagen na betekening van dit vonnis zich uit het adres aan de [adres] van het handelsregister uit te schrijven;
5.3.
veroordeelt TDTD Holding om binnen tien dagen na betekening van dit vonnis om na te melden rechtspersonen uit het adres aan de [adres] van het handelsregister te laten uitschrijven;
a. Solarflexi Group B.V.
b. Sollena B.V.
c. AAKO Holding B.V.
d. Kiro B.V.;
5.4.
veroordeelt TDTD Holding om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Domko te betalen een bedrag van € 586,85 per maand, vanaf 1 oktober 2023 tot en met de maand waarin Domko de bedrijfsruimte weer tot haar vrije beschikking heeft, een ingetreden maand voor een volle maand gerekend;
5.5.
veroordeelt TDTD Holding om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Domko te betalen een bedrag van € 1.575,00 ten titel van contractuele boete;
5.6.
veroordeelt TDTD Holding om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Domko te betalen een bedrag van € 659,15 aan buitengerechtelijke incassokosten;
5.7.
veroordeelt TDTD Holding in de proceskosten, aan de zijde van Domko tot dit vonnis vastgesteld op € 1.413,13;
5.8.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Dijkman en in het openbaar uitgesproken op
26 september 2023.