ECLI:NL:RBZWB:2023:7013

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 oktober 2023
Publicatiedatum
10 oktober 2023
Zaaknummer
AWB- 23_1833
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van WIA-uitkering na herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het UWV over de beëindiging van haar WIA-uitkering. Eiseres, die voorheen 80 tot 100% arbeidsongeschikt was, kreeg op 21 mei 2021 een WGA-loonaanvullingsuitkering toegekend. Echter, na een herbeoordeling op 10 augustus 2022, heeft het UWV besloten dat eiseres per 22 september 2022 geen recht meer had op een uitkering, omdat zij per 26 augustus 2021 minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep aangetekend.

De rechtbank heeft de zaak op 26 september 2023 behandeld, waarbij eiseres en de gemachtigde van het UWV aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat de medische belastbaarheid van eiseres op overtuigende wijze is gemotiveerd. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts B&B de medische situatie van eiseres correct heeft beoordeeld en dat de aangenomen beperkingen in lijn zijn met de voorgeschiedenis.

De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres in staat is om arbeid te verrichten, rekening houdend met de vastgestelde beperkingen. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres, die stelde dat haar situatie onveranderd was en dat de beëindiging van de uitkering onmenselijk was, niet gevolgd. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat de beëindiging van de WIA-uitkering door het UWV rechtmatig was.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Inloopteam bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/1833

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres,

en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(hierna: het UWV), verweerder
( [gemachtigde] ).
Aan dit geding heeft verder deelgenomen:
Action Nederland B.V., gevestigd in Zwaagdijk , derde partij (hierna: de werkgever),
(gemachtigde: mr. K. Gomes).

Inleiding

Het UWV heeft met het besluit van 21 mei 2021 (het primaire besluit) bepaald dat eiseres na het bereiken van de maximumduur van de loongerelateerde WGA [1] -uitkering vanaf 26 augustus 2021 in aanmerking komt voor een WGA-loonaanvullingsuitkering.
In bezwaar heeft het UWV dit besluit herroepen en bepaald dat eiseres vanaf 22 september 2022 geen recht meer heeft op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), omdat zij per 26 augustus 2021 minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen deze beslissing op bezwaar van 10 augustus 2022 (het bestreden besluit).
De werkgever heeft verklaard als derde-partij aan het geding te willen deelnemen. Eiseres heeft toestemming gegeven om medische gegevens te delen met haar werkgever.
De rechtbank heeft het beroep op 26 september 2023 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres en de gemachtigde van het UWV.

Wat ging aan deze procedure vooraf

1. Eiseres was bij de werkgever werkzaam als winkelmedewerker voor 32,50 uur per week. Op 28 augustus 2017 heeft zij zich voor deze werkzaamheden ziekgemeld. Het UWV heeft eiseres vanaf 26 augustus 2019 een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op 80 tot 100%.
2. Het UWV heeft vervolgens het primaire besluit genomen. De werkgever heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Hierna heeft het UWV een medisch en arbeidskundig onderzoek verricht.
3. Het UWV heeft eiseres en de werkgever met een brief van 6 april 2022 laten weten voornemens te zijn om de beslissing te wijzigen en te bepalen dat eiseres per 26 augustus 2021 voor 73,95% arbeidsongeschikt is. De werkgever heeft hiertegen een zienswijze ingebracht. Het UWV heeft opnieuw medisch en arbeidskundig onderzoek verricht. Hierna heeft het UWV het bestreden besluit genomen.

Wat vindt het UWV

4. Het UWV vindt dat eiseres op 26 augustus 2021 minder dan 35%, namelijk 0%, arbeidsongeschikt is en heeft daarom besloten om de WGA-loonaanvullingsuitkering met ingang van 22 september 2022 te beëindigen.
5. Het UWV heeft de medische grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep (verzekeringsarts B&B) van 29 juli 2022. De medische belastbaarheid van eiseres is opgenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 16 september 2021.
6. Het UWV heeft de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (arbeidsdeskundige B&B) van 2 augustus 2022
.

Wat vindt eiseres

7. Eiseres is het niet eens met het UWV. Het bevreemdt eiseres dat ze eerst 100% arbeidsongeschikt is, vervolgens 73,95% en dat de WIA-uitkering daarna volledig wordt gestopt. Volgens eiseres heeft het UWV dit besloten zonder actueel medisch onderzoek en op basis van onderzoeken uit september 2021. Haar lichamelijke situatie is onveranderd. Ze werkt nu 16 uur per week, maar daarna is ze lichamelijk en geestelijk moe. Eiseres vreest dat haar gezondheid achteruit zal gaan als ze 32 uur per week moet gaan werken. Ze vindt de gang van zaken onmenselijk.

Wat vindt de rechtbank

8. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres per 22 september 2022 geen recht meer heeft op een WIA-uitkering omdat zij per 26 augustus 2021 minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht.
Medische grondslag van het bestreden besluit
9. De rechtbank is van oordeel dat het medisch onderzoek zorgvuldig is verricht. De verzekeringsarts B&B heeft kennisgenomen van het dossier. Hij heeft overwogen dat de primaire verzekeringsarts zorgvuldig onderzoek heeft verricht: de primaire verzekeringsarts heeft eiseres op het spreekuur gezien en onderzocht, heeft dossierstudie verricht en geïnformeerd naar de actuele behandeling. De verzekeringsarts B&B heeft overwogen dat een eigen onderzoek niets toe zou voegen. De rechtbank kan dit volgen. De rechtbank ziet geen reden om aan te nemen dat verzekeringsarts B&B aspecten van de medische situatie van eiseres heeft gemist.
De beoordeling van de belastbaarheid
10. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres in het rapport op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd.
11. De primaire verzekeringsarts heeft overwogen dat zijn bevindingen in lijn zijn met de voorgeschiedenis en anamnese. Daarom is het plausibel om eiseres aangewezen te achten op dezelfde beperkingen als voorheen. De rechtbank begrijpt dat hiermee de beperkingen zoals aangenomen in 2019 bedoeld wordt. De verzekeringsarts B&B heeft bevestigd dat de aangenomen beperkingen passen bij de gestelde diagnosen. Het is goed te volgen dat de primaire verzekeringsarts forse beperkingen heeft gesteld ten aanzien van de fysieke belastbaarheid en milde psychische beperkingen op basis van een lichte aanpassingsstoornis. De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de vastgestelde medische belastbaarheid. De rechtbank weegt daarin mee dat eiseres ook zelf heeft aangegeven dat haar lichamelijke situatie onveranderd is.
12. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres in staat moet worden geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen die zijn vastgesteld in de FML van 16 september 2021.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
13. De arbeidsdeskundige B&B heeft op grond van de FML van 16 september 2021 vastgesteld dat eiseres niet geschikt is voor haar eigen werk als winkelmedewerker, omdat deze functie haar belastbaarheid overschrijdt. De arbeidsdeskundige B&B heeft vervolgens functies gezocht die eiseres in theorie nog wel kan uitvoeren. Dat heeft drie functies (en één reservefuncties) opgeleverd.
Het gaat om:
- ( SBC-code 111180) Productiemedewerker industrie;
- ( SBC-code 315133) Administratief medewerker;
- ( SBC-code 272042) Productiemedewerker confectie, kleermaker.
De reservefunctie is (SBC-code 315174) Telefonist, medewerker callcenter.
14. De arbeidsdeskundige B&B heeft in zijn rapport en de resultaat functiebeoordeling uitgelegd waarom deze functies geschikt zijn voor eiseres. De arbeidsdeskundige B&B heeft beoordeeld en toegelicht waarom in deze functies de belastbaarheid van eiseres niet overschreden wordt. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. Op de zitting heeft eiseres aangegeven de functie van Productiemedewerker confectie, kleermaker niet te kunnen doen in verband met de klachten aan haar nek en rug. De rechtbank merkt op dat dit in feite is gericht tegen de vastgestelde FML. De rechtbank heeft hiervoor al geoordeeld dat er geen reden is om aan die vaststelling te twijfelen. Daarnaast heeft eiseres op de zitting aangegeven dat zij de functie Telefonist, medewerker callcenter niet kan doen omdat zij hier geen verstand van heeft. De rechtbank merkt op dat deze reservefunctie niet voor de schatting is gebruikt, daarom zal de rechtbank de grond hiertegen niet verder bespreken. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd dat eiseres in staat is de geduide functies te vervullen.
15. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiseres op 26 augustus 2021 met de middelste van de drie geduide functies 100% kan verdienen van het loon dat zij verdiende met haar eigen werk, zodat zij 0% arbeidsongeschikt is.
16. Op de zitting heeft eiseres de impact van het bestreden besluit toegelicht en haar ideeën hierbij. Uit de voorgaande rechtsoverwegingen volgt dat het UWV het bestreden besluit conform de geldende wet- en regelgeving heeft genomen. De rechtbank begrijpt dat het bestreden besluit negatieve gevolgen heeft gehad voor eiseres, maar dit kan - hoe vervelend ook - niet tot het oordeel leiden dat het bestreden besluit onrechtmatig is.

Conclusie en gevolgen

17. Het UWV heeft terecht besloten om per 22 september 2022 de WGA-loonaanvullingsuitkering van eiseres te beëindigen, omdat zij per 26 augustus 2021 minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
18. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, wordt het door haar betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 10 oktober 2023 door mr. A.M.L.E. Ides Peeters, rechter, in aanwezigheid van mr. Y.A.J. van Egmond, griffier.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.WGA: Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten.