Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , uit [plaats] , eiseres,
Inleiding
Wat ging aan deze procedure vooraf
Wat vindt het UWV
.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het UWV over de beëindiging van haar WIA-uitkering. Eiseres, die voorheen 80 tot 100% arbeidsongeschikt was, kreeg op 21 mei 2021 een WGA-loonaanvullingsuitkering toegekend. Echter, na een herbeoordeling op 10 augustus 2022, heeft het UWV besloten dat eiseres per 22 september 2022 geen recht meer had op een uitkering, omdat zij per 26 augustus 2021 minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep aangetekend.
De rechtbank heeft de zaak op 26 september 2023 behandeld, waarbij eiseres en de gemachtigde van het UWV aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat de medische belastbaarheid van eiseres op overtuigende wijze is gemotiveerd. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts B&B de medische situatie van eiseres correct heeft beoordeeld en dat de aangenomen beperkingen in lijn zijn met de voorgeschiedenis.
De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres in staat is om arbeid te verrichten, rekening houdend met de vastgestelde beperkingen. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres, die stelde dat haar situatie onveranderd was en dat de beëindiging van de uitkering onmenselijk was, niet gevolgd. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat de beëindiging van de WIA-uitkering door het UWV rechtmatig was.