Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 oktober 2023 in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
“Artikel 1. Werkzaamheden[bedrijf van belanghebbende] wordt door [opdrachtgever 2] B.V. ingehuurd voor diverse bestratingswerkzaamheden. Deze werkzaamheden worden op projectbasis verricht. De projecten worden door [bedrijf van belanghebbende] in opdracht van een derde partij uitgevoerd. De invulling van de werkzaamheden van [bedrijf van belanghebbende] wordt door [bedrijf van belanghebbende] in overleg met deze derde vastgesteld. De wijze waarop de vereiste werkzaamheden worden uitgeoefend, wordt door [bedrijf van belanghebbende] vastgesteld. [bedrijf van belanghebbende] streeft naar continuïteit in het verkrijgen van opdrachten van [opdrachtgever 2] B.V., maar behoudt het recht door [opdrachtgever 2] B.V. aangeboden opdrachten te weigeren. (…)Artikel 4. AansprakelijkheidBij schade en/of wanprestatie, welke een aantoonbaar oorzakelijk verband houdt met de door [bedrijf van belanghebbende] verrichte werkzaamheden, kan [bedrijf van belanghebbende] door [opdrachtgever 2] B.V. aansprakelijk of in gebreke worden gesteld. Deze aansprakelijkheids- of ingebrekestelling vindt schriftelijk plaats.
Artikel 5. Facturatie
Motivering
- belanghebbende heeft debiteurenrisico gelopen waarbij slechts relevant is dat het risico van wanbetaling voor zijn rekening komt, niet of het zich voordoet;
- via de drie opdrachtgevers worden werkzaamheden voor vele opdrachtgevers gedaan;
- de opdrachten worden via mond-tot-mond reclame geworven, er is geen reden om extra wervingsactiviteiten via bij voorbeeld een website in te zetten;
- belanghebbende heeft geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen, in 2018 zijn een motorslijper en een trilplaat aangeschaft;
- belanghebbende kan aansprakelijk gesteld worden bij schade en/of wanprestatie;
- belanghebbende heeft de vrijheid om opdrachten af te slaan.
- belanghebbende loopt nagenoeg geen ondernemersrisico;
- de investeringen zijn slechts zeer beperkt omdat belanghebbende materiaal en gereedschap van de opdrachtgevers gebruikt;
- er is een zeer beperkt aantal opdrachtgevers, op de balans per ultimo 2018 staat slechts een vordering op één debiteur opgenomen. Het debiteurenrisico is derhalve ook zeer beperkt;
- de werkzaamheden worden op basis van gewerkte uren gedeclareerd. Het aantal gewerkte uren, 40 tot 45 uur per week, is gelijk aan het aantal werkuren voor werknemers;
- er is geen sprake van aanneming van werk maar van inlening van arbeid. Gezien de aard van de werkzaamheden is niet aannemelijk dat belanghebbende zijn werkzaamheden naar eigen inzicht en zonder toezicht kan uitvoeren.
Zelfstandigheid
Ter zitting heeft de gemachtigde echter verklaard dat niet belanghebbende maar zijn opdrachtgevers een aannemingsovereenkomst aangegaan met een derde partij. Onderdeel hiervan is een bestek, een gedetailleerde omschrijving van de technische en functionele eisen die worden gesteld aan het uit te voeren werk. De opdrachtgevers lenen voor een deel van de werkzaamheden, het uitvoeren van bestratingswerkzaamheden, belanghebbende in. Hieruit volgt dat niet belanghebbende maar zijn opdrachtgevers een project in opdracht van een derde partij uitvoeren. Belanghebbende ontvangt zijn instructies, in afwijking van hetgeen in de vaststellingsovereenkomsten is opgenomen, daarom niet van een derde partij maar rechtstreeks van de opdrachtgevers. De opdrachtgevers instrueren belanghebbende om zijn werkzaamheden uit te voeren in overeenstemming met het bestek dat onderdeel uitmaakt van de aannemingsovereenkomst.
Uit het bovenstaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij zijn werkzaamheden zelfstandig, naar eigen inzicht en zonder toezicht, kan uitvoeren.
Ondernemersrisico
Belanghebbende heeft slechts twee bedrijfsmiddelen aangeschaft in 2018 voor een bedrag van € 2.269. Alle benodigde overige gereedschappen en materialen worden door de opdrachtgevers verstrekt. De hoogte van de investeringen is een belangrijke factor bij de beoordeling van ondernemerschap [4] .
Gezien de facturatie op basis van daadwerkelijk gewerkte uren en het geringe bedrag aan investeringen, is de kans dat de werkzaamheden van belanghebbende in een bepaald jaar geen voordeel opleveren gering.
Belanghebbende loopt een debiteurenrisico en het risico dat hij geen of minder opdrachten verkrijgt, al werkt hij voor langere periodes voor slechts enkele opdrachtgevers.
Het aansprakelijkheidsrisico lijkt vanwege het feit dat geen sprake is van aanneming van werk niet aanwezig. In de vaststellingsovereenkomsten is geen duidelijk omschreven resultaatsverplichting opgenomen, die kan resulteren in een aansprakelijkheidstelling, maar slechts een inspanningsverplichting.
De rechtbank overweegt dat uit bovenstaande feiten en omstandigheden in samenhang bezien volgt dat het door belanghebbende gelopen ondernemersrisico zeer gering is.
Is terecht belastingrente in rekening gebracht?