Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 7.018,00, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- te vermeerderen met de kosten met betrekking tot het opstellen en indienen van het verzoekschrift ad € 340,00 dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- de kennisgeving sepot van 8 december 2022;
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie.
2.De beoordeling
€ 7.018,00is in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank billijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
€ 340,00toe voor de indiening van het verzoekschrift met raadkamernummer 23-003471. De rechtbank wijst de verzochte verhoging bij een behandeling in raadkamer af, omdat verzoekster en haar advocaat niet bij de behandeling zijn verschenen.
3.De beslissing
€ 7.358,00zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van Stichting Beheer Derdengelden DNA Strafrechtadvocaten, onder vermelding van “verzoekschrift [verzoekster] 23-003471”.