ECLI:NL:RBZWB:2023:6899

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 september 2023
Publicatiedatum
5 oktober 2023
Zaaknummer
9977112 CV EXPL 22-2022 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • P. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding en terugbetaling minderwerk na gebreken bij bouwwerkzaamheden

In deze civiele zaak vorderen eisers schadevergoeding van gedaagde, Lazzaro BVBA, vanwege gebreken bij bouwwerkzaamheden aan een woning. De eisers, vertegenwoordigd door mr. A. van der Schee, hebben een aannemingsovereenkomst gesloten met Lazzaro voor de bouw van hun woning. Gedurende de bouwperiode, van oktober 2018 tot juli 2020, hebben eisers herhaaldelijk gebreken gemeld, maar Lazzaro heeft geen adequate maatregelen genomen om deze te verhelpen. Na een onderzoek door TOP Expertise B.V. zijn verschillende gebreken vastgesteld, waaronder hoogteverschillen bij trappen, een niet-deugdelijk uitgevoerde riolering en een gebrekkige hemelwaterafvoer. De eisers hebben Lazzaro in 2021 gesommeerd om de gebreken te herstellen en om een vergoeding te betalen voor minderwerk, maar Lazzaro heeft hierop niet gereageerd.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat Lazzaro haar verplichtingen uit de aannemingsovereenkomst niet is nagekomen. De rechter heeft de bevindingen van TOP Expertise overgenomen en de vorderingen van eisers toegewezen, waaronder een schadevergoeding van € 14.876,81, expertisekosten van € 1.200,00 en buitengerechtelijke incassokosten van € 923,77. Daarnaast is Lazzaro veroordeeld in de proceskosten van € 1.742,03. De wettelijke rente over de toegewezen bedragen is vanaf 1 februari 2022 verschuldigd. Dit vonnis is uitgesproken door mr. Ponds op 27 september 2023.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 9977112 \ CV EXPL 22-2022
Vonnis van 27 september 2023
in de zaak van

1.[eiser01] ,

te [plaats01] ,
2.
[eiser02],
te [plaats01] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [eisers01] ,
gemachtigde: mr. A. van der Schee,
tegen
LAZZARO BVBA,
te Vorselaar (België),
gedaagde partij,
hierna te noemen: Lazzaro,
gemachtigde: mr. K. Benijts.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 8 februari 2023 en de daarin vermelde stukken,
- de mondelinge behandeling van 29 augustus 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 6 september 2018 hebben partijen een aannemingsovereenkomst gesloten voor de (ruw)bouw van een woning door Lazzaro.
2.2.
In de periode van 1 oktober 2018 tot en met 28 juli 2020 heeft Lazzaro werkzaamheden uitgevoerd.
2.3.
[eisers01] heeft vanaf medio juli 2019 bij Lazzaro gemeld dat het werk van Lazzaro gebreken had.
2.4.
Bij brief van 9 juni 2021 heeft de gemachtigde van [eisers01] Lazzaro (onder meer) gesommeerd om gebreken aan het werk te herstellen en om een vergoeding te betalen voor minderwerk; werk dat was opgenomen in de door [eisers01] betaalde aanneemsom maar dat Lazzaro niet had uitgevoerd. Lazzaro heeft geen verdere werkzaamheden uitgevoerd en geen vergoeding voor minderwerk betaald.
2.5.
[eisers01] heeft vervolgens bij brief van 21 oktober 2021 aanspraak gemaakt op vervangende schadevergoeding voor het herstel van gebreken en op een vergoeding voor minderwerk.
2.6.
Op 10 november 2021 heeft TOP Expertise B.V. in opdracht van de gemachtigde van [eisers01] een onderzoek uitgevoerd naar het werk van Lazzaro. Zij heeft van haar bevindingen een rapport opgesteld. Daarin staat:
“1) Hoogteverschil aansluiting trap met tussenbordessen.
(…)
De trap vanaf de kelder naar de begane grond, hierna keldertrap, en vanaf de begane grond naar de eerste verdieping, hierna verdiepingstrap, zijn opgebouwd als een trap met twee hoekbordessen. De trappen en bordessen zijn vervaardigd van prefab beton en het trapdeel boven het bordes rust met een opleg nok in een sponning van het bordes en sluit aan op de bovenzijde van het bordes.
Bij de verdiepingstrap hebben wij bij het bovenste bordes, in de linkerhoek, een hoogteverschil met de aansluiting van de trap van circa 5 mm geconstateerd en bij het onderste bordes, in de linkerhoek, een hoogteverschil van circa 2 mm.
Bij keldertrap hebben wij bij het bovenste bordes een hoogteverschil met de aansluiting van de trap van circa 12 mm (ziefoto 2) geconstateerd en bij het onderste bordes een hoogteverschil van circa van 7 mm.
De optreden van een trap, de afstand tussen twee traptreden en ook de afstand tussen de bovenzijde van een bordes en een traptrede dient voor alle treden gelijk te zijn en te voldoen aan de daartoe in het Bouwbesluit omschreven eisen. Bij prefab trappen is ons inziens, naar de maatstaf van goed en deugdelijk werk, een steltolerantie van + of – 5 mm acceptabel en is bij een dergelijke tolerantie nagenoeg geen sprake van hinder bij normaal gebruik.
In onderhavige situatie voldoet ons inziens de verdiepingstrap en voldoen de aansluitingen van de trappen op de bordessen van de keldertrap niet aan de maatstaf van goed en deugdelijk werk.
2) Hoogteverschil garagevloer.
(…)
De vloer van de garage is monoliet, in één arbeidsgang het beton gestort, verdicht en het oppervlak afgewerkt. In de overeenkomst zijn geen specifieke eisen omtrent het afwerkingsniveau opgenomen.
Eisen: Voor de beoordeling van de vlakheid van vloer wordt NEN 2747 Classificatie en meting van de vlakheid en evenwijdigheid van vloeroppervlak gehanteerd. De norm is bedoeld voor alle vloeren en is ingedeeld in 7 vlakheidsklassen. Indien vooraf geen afspraken omtrent de vlakheid van de vloer is gemaakt, is vlakheidsklasse 7 van toepassing. Een vlakheid beoordeling volgens de norm is gebaseerd op het beoordelen van hoogteverschil tussen meetpunten, die op vaste afstand van elkaar zijn uitgezet op een vloerveld.
Voor vlakheidsklasse 7 is bijvoorbeeld voor een afstand van 1 meter tussen twee meetpunten een gemiddeld hoogteverschil van 12 mm en maximaal hoogteverschil van 19,5 mm toegestaan.
[afbeelding]
Foto 3; zonk garage vloer voor garagedeur.
Bij ons onderzoek hebben wij aan de achterzijde een zonk in de oppervlakte van de vloer, met een hoogteverschil van circa 5 mm, aangetroffen en aan de voorzijde, op circa 2 meter uit de garagedeur een zonk met hoogteverschil van circa 12 mm (ziefoto 3).
Ons inziens is er met betrekking tot het hoogteverschil, de zonk, ter plaatse van de garagedeur weliswaar geen sprake van een gebrek maar is er in de zicht-/loopzone sprake van een slordige afwerking die ons inziens niet voldoet aan de maatstaf van goed en deugdelijk werk.
3) Riolering kelder niet deugdelijk uitgevoerd.
(…)
Eisen: Een voorziening voor een woning voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater dient volgens het Bouwbesluit 2012 te voldoen aan de richtlijnen van NEN 3215 waarin onder andere eisen omtrent het afschot, de aansluitingen en stromingsrichting zijn omschreven. Voor een liggende leiding dient het afschot minimaal 1:200 te bedragen. In artikel 4.2 is opgenomen dat aansluitingen op liggende leidingen in de stromingsrichting ten hoogste onder een hoek 45° mag worden uitgevoerd.
Bij ons onderzoek was de keldervloer reeds aangebracht en hebben wij voor de beoordeling van de riolering een foto van uw cliënt ontvangen. Uw cliënt verklaart met betrekking tot het ontbreken van het afschot dat hij medio eind 2019 bij het aansluiten van de afvoer van de keuken een laagje water in de afvoerbuis heeft aangetroffen, wat mogelijk een aanduiding is voor het ontbreken van een deugdelijk afschot.
De riolering van de toilet (ziea, foto 4) is aangesloten op de pompput (zieb, foto 4). In het verloop van de liggende leiding van de toilet is voor een aansluiting, evenals voor de, op de foto, linker liggende leiding, een nagenoeg haakse bocht aangebracht (zie pijlen,foto 4).
(…)
(…)
Wij hebben bij ons onderzoek weliswaar geen verzameling van spoelwater in de toiletpot aangetroffen maar ons inziens voldoen de haakse bochten in het rioleringssysteem niet aan de daartoe gestelde eisen, is er een verhoogd risico op verstopping van het leidingsysteem en wordt het eventueel doorspuiten van de riolering op deze wijze belemmert.
4) De hemelwaterafvoer in het terrein is niet deugdelijk uitgevoerd met schade als gevolg.
(…)
Eisen: Een leidingsysteem voor een hemelwaterafvoer en buitenriolering binnen de perceelgrenzen dient volgens NEN 3215 samengevat lucht- en waterdicht te worden uitgevoerd.
(…)
Bij ons onderzoek waren een aantal stenen van het talud (zie2, foto 6) verwijderd en hebben wij de aansluiting van de drainage op de hemelwaterafvoer aangetroffen. Met een waterpas hebben wij de keerwand elementen (zie3, foto5enfoto 6) op scheefstand gecontroleerd. Op een waterpaslengte van 1 meter hellen de keerwand elementen circa 10 mm van het talud af over en de keerwand aan de tuinzijde totaal circa 20 mm. Een rotatie van respectievelijk 1% en 2%. Voorts hebben wij de op de trede aan de onderzijde van de trap en het straatwerk, aannemelijk uitgespoeld, zand/grond aangetroffen (ziefoto 6).
De hemelwaterafvoer van de woning is vanaf de verzamelput (ziea, foto 1en5) middels een drainagebuis (zied, foto 5) voorlangs de woning aangesloten op de PVC-buis (zief, foto 5) aan de westzijde van de woning. Ons inziens voldoet een drainagebuis niet aan de daartoe in NEN 3215 gestelde eisen en/of aan de maatstaf van goed en deugdelijk werk.
Als gevolg van de toepassing van de drainagebuis is er ons inziens op een aantal plaatsen zand weggespoeld.
Met betrekking tot het talud (zie2, foto 5enfoto 6) hebben wij geen instabiliteit van het talud en/of stenen aangetroffen. Met betrekking tot de keerwand elementen (zie3, foto 5enfoto 6) kunnen er ons inziens meer oorzaken mogelijk zijn voor het geringe verschil/toename van de scheefstand van het element aan de tuinzijde. Wij hebben geen aanduiding aangetroffen dat er onder de voet van het keerwand zand/grond is weggespoeld. Ons inziens was er reeds sprake was van een geringe afwijking, scheefstand en/of er sprake is van een geringe toename als gevolg van de beperkte belasting op de voet van de keerwand aan de tuinzijde.”
2.7.
TOP Expertise heeft de kosten van het herstel van de bordessen begroot op € 800,00 (inclusief btw) en het herstel van de afwerking van de garagevloer op € 375,00 (inclusief btw). De kosten voor het aansluiten van de hemelwaterafvoer en het herstel van de drainage en het talud heeft zij begroot op € 3.375,00 (inclusief btw). De waardevermindering van de riolering in de keldervloer heeft TOP Expertise begroot op € 6.000,00 (inclusief btw).
2.8.
De gemachtigde van [eisers01] heeft Lazzaro bij brief van 17 januari 2022 op de hoogte gebracht van de bevindingen van TOP Expertise. Namens [eisers01] is aanspraak gemaakt op een vergoeding van € 10.550,00 voor het herstel van gebreken en een vergoeding van € 4.326,81 voor minderwerk, alsmede op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten en op vergoeding van de kosten voor het onderzoek van TOP Expertise.
2.9.
Partijen hebben vervolgens gecorrespondeerd over de mogelijkheden van een schikking, maar zij hebben ter zake geen overeenstemming bereikt.

3.Het geschil

3.1.
[eisers01] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Lazzaro te veroordelen om aan [eisers01] , tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te voldoen:
a. een bedrag van € 14.876,81 aan vervangende schadevergoeding en minderwerk, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2022, althans vanaf de dag van dagvaarding (23 mei 2022), tot aan de dag van algehele voldoening,
b. een bedrag van € 1.200,00 (inclusief btw) aan expertisekosten,
c. een bedrag van € 923,77 aan buitengerechtelijke incassokosten,
d. de kosten van deze procedure, alsmede de nakosten, met daarbij de bepaling dat indien deze kosten niet binnen veertien dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis aan [eisers01] zijn voldaan, daarover tevens de wettelijke rente verschuldigd zal zijn tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.
[eisers01] legt aan zijn vordering ten grondslag dat Lazzaro haar verplichtingen op grond van de aannemingsovereenkomst niet is nakomen. Hij stelt onder verwijzing naar het rapport van TOP Expertise dat het werk van Lazzaro gebreken had. Hij stelt ook dat Lazzaro niet alle overeengekomen werkzaamheden heeft uitgevoerd terwijl die werkzaamheden wel waren inbegrepen bij de aanneemsom die hij heeft betaald. Lazzaro heeft namelijk de grondwerkzaamheden voor het uitgraven van de kelder niet uitgevoerd, zij heeft het bouwafval niet opgeruimd en afgevoerd, zij heeft de Aco drain niet aangebracht en aangesloten op de infiltratieput en zij heeft de woning niet volledig geïsoleerd.
3.3.
Lazzaro voert verweer.
3.4.
Op de standpunten van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Toepasselijk recht
4.1.
Omdat [eisers01] in Nederland woont en Lazzaro in België is gevestigd, heeft deze zaak internationale aspecten. Bij tussenvonnis van 16 november 2022 heeft de kantonrechter geoordeeld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft in deze zaak.
4.2.
Vanwege de internationale aspecten komt vervolgens aan de orde welk recht moet worden toegepast. Dat wordt beoordeeld aan de hand van de verordening (EG) nr. 593/2008 (Rome-I). Partijen hebben onder IV van hun overeenkomst (productie 1 van [eisers01] ) een rechtskeuze gemaakt voor Nederlands recht. Op grond van artikel 3 jo. artikel 6 Rome-I dient daarom conform de rechtskeuze van partijen op deze zaak het Nederlands recht te worden toegepast.
Gebreken
4.3.
TOP Expertise constateert dat bij de keldertrap hoogteverschillen zijn die de toegestane marge van circa 5 mm overschrijden. Zo is er bij het bovenste bordes een hoogteverschil van 12 mm bij de aansluiting van de trap en bij het onderste bordes is er een hoogteverschil van circa 7 mm. Volgens TOP Expertise voldoet de keldertrap niet aan goed en deugdelijk werk (zie r.o. 2.6, onder 1.) Lazzaro heeft dat niet weersproken. Evenmin heeft zij de door TOP Expertise aangedragen oplossing weersproken, inhoudende dat de bordessen moeten worden geëgaliseerd en moeten worden voorzien van een afwerking, en de begroting van de kosten daarvan ad € 800,00 (zie pagina 14 en 15 van productie 16 van [eisers01] ). De kantonrechter zal de bevindingen van TOP Expertise overnemen en het gevorderde bedrag van € 800,00 voor het herstel van dit gebrek toewijzen.
4.4.
Volgens TOP Expertise voldoet de garagevloer - met daarin een zonk – voor wat betreft de hoogteverschillen aan de daarvoor geldende normen, maar is er wel sprake van een slordige afwerking die niet voldoet aan de maatstaf van goed en deugdelijk werk (zie randnummer 2.6, onder 2). Volgens TOP Expertise kan de afwerking van de zonk worden verbeterd door het oppervlak op te ruwen en het opnieuw af te werken (zie pagina 14 van productie 16 van [eisers01] ). De herstelkosten begroot zij op € 375,00 (zie pagina 15 van productie 16 van [eisers01] ). Lazzaro heeft deze bevindingen van TOP Expertise en de door haar daarvoor begrote kosten van herstel niet weersproken. De kantonrechter zal de bevindingen van TOP Expertise volgen. Het gevorderde bedrag van € 375,00 voor het herstel van de garagevloer zal daarom worden toegewezen.
4.5.
Ten aanzien van de riolering heeft TOP Expertise geconstateerd dat er haakse bochten in de riolering zijn verwerkt, waardoor er een verhoogd risico is op verstoppingen en waardoor het doorspuiten van de riolering wordt belemmerd (zie r.o. 2.6, onder 3). Lazzaro heeft de aanwezigheid van de haakse bochten niet weersproken. Zij heeft nog wel een toelichting gegeven dat ter plaatse een probleem was met het grondwaterpeil en met de leemlaag in de grond. Wat daarvan ook zij, dit doet er niet aan af dat de riolering niet goed is gelegd omdat daarin haakse bochten zitten. TOP Expertise verklaart dat aanpassing van de riolering buitenproportioneel hoge kosten met zich meebrengt, zodat de schade voor [eisers01] op dit onderdeel moet worden bepaald op basis van een waardevermindering. Voor het bepalen van de waardevermindering is zij ervan uitgegaan dat [eisers01] aanpassingen aan het toilet moet doen en/of de kelderruimte anders dient in te delen. De kosten van die alternatieve oplossingen begroot TOP Expertise op € 6.000,00 (zie pagina 14 en 15 van productie 16 van [eisers01] ). Lazzaro c.s. heeft aangevoerd dat sprake is van verminderde aansprakelijkheid aan haar zijde, omdat [eisers01] controle had moeten (laten) houden op de uitvoering van het werk. Daarin volgt de kantonrechter haar niet. Lazzaro is – naar Nederlands recht – als aannemer verantwoordelijk voor haar eigen werk. Dat dient te voldoen aan de maatstaf van goed en deugdelijk werk. Dat partijen daarover andere afspraken hebben gemaakt, is gesteld noch gebleken. De kantonrechter zal op dit onderdeel de bevindingen van TOP Expertise volgen. De vordering van [eisers01] tot betaling van € 6.000,00 zal worden toegewezen.
4.6.
Met betrekking tot de hemelwaterafvoer heeft TOP Expertise geconstateerd dat die niet is aangesloten op een lucht- en waterdichte buis, maar dat die eindigde in een open (drainage)buis. Daardoor liep het water de grond in en spoelde zand weg (zie r.o. 2.6, onder 4). Lazzaro heeft dat niet weersproken. Zij heeft nog toegelicht dat de keerwand die [eisers01] heeft geplaatst, niet voldoet, maar naar het oordeel van de kantonrechter doet dat voor wat betreft de door TOP Expertise geconstateerde gebreken niet ter zake. Het verandert immers niet dat de hemelwaterafvoer gebrekkig is, waardoor het water de grond inliep en het zand wegspoelde. TOP Expertise begroot de aansluiting van de hemelwaterafvoer en het herstel van de drainage en het talud op € 3.375,00. Lazzaro heeft daar verder geen (concreet) verweer tegen gevoerd. De kantonrechter zal de bevindingen van TOP Expertise overnemen en het gevorderde bedrag van € 3.375,00 toewijzen.
Minderwerk
4.7.
Lazzaro heeft niet gereageerd op het gestelde minderwerk, noch in haar conclusie, noch op de mondelinge behandeling.
4.8.
In de offerte die als bijlage 3 aan de overeenkomst is gehecht (productie 1 van [eisers01] ), staat dat Lazzaro voor het uitgraven van de kelder € 1.786,36 exclusief btw heeft gerekend. Dat komt neer op € 2.161,50 inclusief btw. De kantonrechter zal dat laatste bedrag toewijzen.
4.9.
Voor het aanbrengen van de Aco drain is € 450,00 exclusief btw gerekend in de offerte. Dat komt neer op € 544,50 inclusief btw. De kantonrechter zal dat laatste bedrag toewijzen.
4.10.
Voor de isolatie van de kelder is € 4.128,03 (exclusief btw) gerekend. De kantonrechter begrijpt dat Lazzaro nagenoeg de volledige isolatie heeft uitgevoerd en dat [eisers01] € 250,00 heeft betaald om het resterende deel van de isolatie af te maken. De kantonrechter zal daarbij aansluiten en dat laatste bedrag toewijzen.
4.11.
[eisers01] mocht verwachten dat Lazzaro bij het einde van haar werkzaamheden het bouwafval zou afvoeren. Dat valt onder de post Werfinrichting ad € 4.900,00 (exclusief btw) in de offerte. Lazzaro heeft niet weersproken dat zij het afval niet heeft opgeruimd, zodat [eisers01] dit zelf heeft moeten doen. Het daarvoor gevorderde bedrag van
€ 1.370,81 zal worden toegewezen.
Hoofdsom en rente
4.12.
Gelet op het bovenstaande zal de kantonrechter het volgende totaalbedrag aan hoofdsom toewijzen:
  • keldertrap € 800,00
  • garagevloer € 375,00
  • riolering keldervloer € 6.000,00
  • hemelwaterafvoer/drainage/talud € 3.375,00
  • uitgraven kelder € 2.161,50
  • Aco drain € 544,50
  • isolatie kelder € 250,00
  • afvoeren bouwafval
totaal € 14.876,81
4.13.
De daarover gevorderde wettelijke rente vanaf 1 februari 2022 zal, als zijnde niet weersproken, eveneens worden toegewezen
Expertisekosten
4.14.
De expertisekosten ad € 1.200,00 zijn redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid.. Zij komen op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b BW voor vergoeding in aanmerking, Lazarro heeft hier bovendien geen verweer tegen gevoerd en deze kosten overstijgen niet door TOP Expertise aan [eisers01] gefactureerde bedrag (ad € 1.210,00 inclusief btw). Daarom zal de kantonrechter het gevorderde bedrag toewijzen.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.15.
De verschuldigdheid van de buitengerechtelijke incassokosten is evenmin weersproken. Deze zijn op grond van artikel 6:96 lid 2 sub c BW toewijsbaar. Het gevorderde bedrag van € 923,77 overschrijdt niet de aanbevelingen in het rapport BGK-Integraal 2013 en de (analoge) toepassing van de staffel in artikel 2 van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
Proceskosten
4.16.
Lazzaro is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten, waaronder de nakosten, worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eisers01] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
125,03
- griffierecht
693,00
- salaris gemachtigde
792,00
(2,00 punten × € 396,00)
- nakosten
132,00
Totaal
1.742,03
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Lazzaro om aan [eisers01] te betalen een bedrag van € 14.876,81 aan vervangende schadevergoeding en minderwerk, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2022 tot de dag van algehele voldoening,
5.2.
veroordeelt Lazzaro om aan [eisers01] te betalen een bedrag van € 1.200,00 aan expertisekosten,
5.3.
veroordeelt Lazzaro om aan [eisers01] te betalen een bedrag van € 923,77 aan buitengerechtelijke incassokosten,
5.4.
veroordeelt Lazzaro in de proceskosten van € 1.742,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Wordt bij niet betaling het vonnis daarna betekend, dan moet Lazzaro ook de kosten van betekening betalen,
5.5.
Lazzaro is de wettelijke rente verschuldigd over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds en in het openbaar uitgesproken op 27 september 2023.