In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres, een B.V. uit [plaats], tegen de Algemeen Directeur van de RDW. Eiseres had op 9 februari 2022 een aanvraag ingediend voor goedkeuring van een technisch ontwerp en op 11 oktober 2022 voor een eindkeuring. De rechtbank heeft vastgesteld dat de RDW op 2 maart 2023 het ontwerp heeft goedgekeurd en op 16 maart 2023 positief heeft beslist op de eindkeuring. Hierdoor is aan de aanvragen van eiseres voldaan, en het beroep tegen het niet tijdig beslissen wordt niet geacht te zijn gericht tegen deze besluiten.
De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of eiseres nog procesbelang heeft bij het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Dit blijkt het geval te zijn, omdat eiseres de rechtbank heeft verzocht om de door de RDW verbeurde dwangsommen vast te stellen. De rechtbank concludeert dat eiseres belang heeft bij de beoordeling van het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvragen.
De rechtbank oordeelt dat de beslistermijn op de aanvraag voor goedkeuring van het technisch ontwerp pas op 2 maart 2023 is aangevangen, omdat de aanvraag op 9 februari 2022 niet volledig was. Het beroep tegen het niet tijdig beslissen op deze aanvraag is daarom niet-ontvankelijk verklaard. Daarnaast is vastgesteld dat er op 12 oktober 2022 al een besluit was genomen op de aanvraag voor eindkeuring, waardoor ook dit beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert op 3 oktober 2023.