ECLI:NL:RBZWB:2023:6853

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 september 2023
Publicatiedatum
4 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/413381 / FA RK 23/4069
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • M. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel

Op 18 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1975. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging op basis van artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), aansluitend op een eerder verleende crisismaatregel. Tijdens de mondelinge behandeling werd betrokkene bijgestaan door zijn advocaat, mr. G. Veen, en de sociaal psychiatrisch verpleegkundige was ook aanwezig. Betrokkene gaf aan dat het redelijk goed met hem ging en dat hij de hulp en begeleiding accepteerde, maar hij vond een zorgmachtiging te ver gaan. De advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek, stellende dat de benodigde zorg op vrijwillige basis kan worden verleend. De sociaal psychiatrisch verpleegkundige ondersteunde deze stelling, wijzend op de goede samenwerking met betrokkene en het feit dat hij altijd zijn afspraken nakomt en medicatie inneemt.

De rechtbank concludeerde dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, maar dat hij op vrijwillige basis de noodzakelijke zorg accepteert. De rechtbank oordeelde dat niet voldaan werd aan de wettelijke criteria voor het verlenen van een zorgmachtiging, aangezien betrokkene de benodigde zorg al jaren vrijwillig accepteert. Daarom werd het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging afgewezen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M. Smits en is op 2 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/413381 / FA RK 23/4069
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 18 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene01],
geboren op [geboortedatum01] 1975 te [geboorteplaats01] ,
wonende te [adres01] , [postcode01] [woonplaats01] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. G. Veen te ‘s-Heer Arendskerke.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 30 augustus 2023, ingekomen ter griffie op 30 augustus 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- het politie informatierapport Wvggz van 30 augustus 2023;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 28 augustus 2023;
- de (niet ingevulde) zorgkaart van 24 augustus 2023;
- een zorgplan van 22 augustus 2023;
- de medische verklaring van 17 augustus 2023;
- het ongedateerde maatschappelijke plan;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 september 2023, in de accommodatie van het FACT-team aan de [adres02] te Terneuzen.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam01] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft betrokkene aangegeven dat het naar omstandigheden goed met hem gaat. Betrokkene vindt het lastig om zijn leven weer voort te zetten na zijn opname in [ggz-instelling01] . Daar kan hij wel goed over praten met zijn behandelaren. Ook neemt hij zijn medicatie in. Hij ervaart wel bijwerkingen van de medicatie, maar daar heeft hij ook medicatie voor en dat werkt goed. Betrokkene benoemt voorts dat hij de hulp en begeleiding die hem geboden wordt, graag accepteert. Een zorgmachtiging vindt hij daarom wat ver gaan. Hij is bovendien zelf in staat om zijn problemen op te lossen en wil graag onafhankelijk zijn.
3.2
De advocaat van betrokkene heeft afwijzing van het verzoek bepleit. Er is al jaren sprake van een psychiatrisch ziektebeeld, dat zonder de juiste behandeling tot ernstig nadeel kan leiden. De benodigde zorg kan echter op vrijwillige basis worden verleend. Daar staat betrokkene namelijk voor open.
3.3
De sociaal psychiatrisch verpleegkundige heeft aangegeven dat het verzoek kan worden afgewezen. De psychotische ontregeling van betrokkene is waarschijnlijk ontstaan nadat de medicatie van betrokkene in overleg iets is afgebouwd, hij veel stress ervaarde op zijn werk en toen zijn medicatie is vergeten. Een ontregeling kan normaliter worden opgevangen door de ondersteuning van het FACT-team, maar dat lukte deze keer niet. De verpleegkundige benoemt dat er al lange tijd een goede samenwerking met betrokkene mogelijk is en betrokkene al jaren heel goed functioneert zonder verplicht zorgkader. Zo komt betrokkene zijn afspraken altijd na en neemt hij de voor hem noodzakelijk geachte medicatie altijd in. Betrokkene beseft ook dat hij de medicatie blijvend nodig heeft en het contact met hem verloopt nu weer goed. In [ggz-instelling01] is betrokkene ingesteld op depotmedicatie, waar hij iets meer bijwerkingen door ervaart. Daarom heeft de verpleegkundige de voorkeur om straks weer over te gaan op orale medicatie. Een zorgmachtiging is niet nodig, want de benodigde zorg is voorheen ook altijd in het vrijwillig kader verleend. De verpleegkundige heeft daarom moeite met de inhoud en strekking van het voorliggende verzoek.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg van 10 augustus 2023 is ten aanzien van betrokkene een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend tot en met 31 augustus 2023.
4.2
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen. Betrokkene is al jaren bekend met een psychotische stoornis. Dit wordt door of namens betrokkene niet betwist.
4.3
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige immateriële schade, ernstige financiële schade, maatschappelijke teloorgang, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Daarbij neemt de rechtbank in overweging dat betrokkene onder invloed van de bovengenoemde stoornis agressief en intimiderend gedrag kan vertonen. Zo hebben er voorafgaand en tijdens de opname in [ggz-instelling01] meerdere geweldsincidenten plaatsgevonden. Ook heeft betrokkene suïcidale uitingen gedaan.
4.4
Naar aanleiding van hetgeen door en namens betrokkene en de sociaal psychiatrisch verpleegkundige ter gelegenheid van de mondelinge behandeling naar voren is gebracht, stelt de rechtbank vast dat betrokkene op vrijwillige basis de noodzakelijk bevonden zorg wil accepteren en zich niet zal verzetten tegen de voor hem noodzakelijk geachte behandeling. Betrokkene heeft aangegeven dat hij de benodigde hulp en ondersteuning zal accepteren. De verpleegkundige heeft voorts toegelicht dat hij al jarenlang betrokken is bij betrokkene en dat er vrijwel altijd een goede samenwerking met betrokkene mogelijk is; betrokkene komt de afspraken altijd na en neemt de voor hem noodzakelijk geachte medicatie in. Een verplicht zorgkader acht de verpleegkundige niet aan de orde, omdat betrokkene de benodigde zorg al jaren vrijwillig accepteert. Vanwege die vrijwilligheid van betrokkene wordt niet voldaan aan de wettelijke criteria voor het verlenen van een zorgmachtiging. De rechtbank zal het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging daarom afwijzen.

5.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 18 september 2023 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 2 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.