Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
€ 391,50
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 132,00
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser01] B.V. en [gedaagde01]. De procedure betreft de ontbinding van een standplaatsovereenkomst en de ontruiming van de gehuurde standplaats door [gedaagde01], die huurachterstand heeft opgelopen. De eiser, [eiser01], vordert ontbinding van de overeenkomst, ontruiming van de standplaats, betaling van openstaande huur en kosten voor waterverbruik, en een dwangsom voor elke dag dat [gedaagde01] in gebreke blijft. De gedaagde, [gedaagde01], voert verweer en betwist de vorderingen van [eiser01]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een standplaatsovereenkomst bestaat en dat [gedaagde01] huur en kosten voor waterverbruik verschuldigd is. De rechter heeft geoordeeld dat de ontbinding van de overeenkomst en de ontruiming van de standplaats toewijsbaar zijn, met een termijn van vier weken voor ontruiming. Tevens is een dwangsom opgelegd voor het geval [gedaagde01] niet aan de ontruimingsverplichting voldoet. De kantonrechter heeft ook de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen en de proceskosten aan de zijde van [eiser01] vastgesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.