ECLI:NL:RBZWB:2023:6811

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 augustus 2023
Publicatiedatum
3 oktober 2023
Zaaknummer
23-003012
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op klaagschrift ex artikel 552a Sv inzake inbeslagname van een personenauto

Op 11 augustus 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beslissing genomen op een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Het klaagschrift was ingediend door klager, die in verband met een inbeslagname van zijn Chevrolet Spark op 24 december 2022, verzocht om opheffing van het beslag en teruggave van zijn voertuig. Klager betwistte dat er een strafvorderlijk belang bestond bij het beslag, aangezien hij ontkende een strafbaar feit te hebben gepleegd. Hij stelde dat hij niet in de auto had gereden en dat de meldingen waarop de politie zich baseerde, onbetrouwbaar waren. Klager benadrukte ook de emotionele waarde van de auto, die hij van zijn vader had gekregen, en zijn behoefte aan de auto, ondanks het feit dat hij momenteel geen rijbewijs had.

Tijdens de behandeling in raadkamer op 28 juli 2023, werd klager gehoord, evenals de officier van justitie, mr. M. Nieuwenhuis. De officier van justitie wijzigde zijn standpunt en stelde dat het klaagschrift gegrond kon worden verklaard, omdat klager niet vervolgd zou worden en er derhalve geen strafvorderlijk belang meer bestond bij het beslag. De rechtbank oordeelde dat het klaagschrift tijdig was ingediend en dat klager ontvankelijk was. Aangezien er geen andere rechthebbende op het voertuig kon worden aangemerkt, verklaarde de rechtbank het klaagschrift gegrond en gelastte de teruggave van de inbeslaggenomen auto aan klager.

De beslissing werd genomen door mr. R.J.H. de Brouwer en is op 11 augustus 2023 uitgesproken in een openbare zitting. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep in cassatie worden ingesteld door het Openbaar Ministerie of door klager, afhankelijk van de betekening van de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Locatie Breda
parketnummer: nvt
rk.nummer: 23-003012
Beslissing op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
[klager01]
geboren op [geboortedatum01] 1980 te [geboorteplaats01]
wonende op het [adres01] te [postcode01] [woonplaats01]
hierna te noemen: klager.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 24 december 2022 onder klager in beslag is genomen: een personenauto van het merk Chevrolet, type Spark en voorzien van het [kenteken01] ;
  • het klaagschrift ingevolge artikel 552a Sv, ingediend op 2 februari 2023 ter griffie van deze rechtbank;
  • het verweerschrift van de officier van justitie;
  • het proces-verbaal van de openbare raadkamerzitting van 1 juni 2023 en
  • de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
Het klaagschrift is behandeld in raadkamer op 28 juli 2023. Gehoord zijn de officier van justitie mr. M. Nieuwenhuis en klager.
Het klaagschrift strekt tot opheffing van het gelegde beslag met last tot teruggave aan de klager. Daartoe is aangevoerd dat klager heeft vernomen dat zijn auto in beslag is genomen. Klager betwist echter dat er een strafvorderlijk belang bestaat bij het beslag, nu hij ontkent een strafbaar feit te hebben gepleegd. Klager heeft niet in de auto gereden en de politie heeft de verdenking gebaseerd op een tweetal meldingen, welke melders volgens klager onbetrouwbaar zijn. Daarnaast heeft klager zijn auto hard nodig, heeft hij de auto gefinancierd van zijn spaargeld en vertegenwoordigt de auto nog steeds een bepaalde waarde. Verzocht wordt dan ook het klaagschrift gegrond te verklaren.
In raadkamer heeft klager gepersisteerd bij het ingediende klaagschrift. Hoewel klager momenteel niet beschikt over een rijbewijs, wil hij de auto graag terug omdat de auto een emotionele waarde vertegenwoordigd doordat hij deze van zijn vader heeft gekregen en zodat zijn zus van de auto gebruik kan maken.
De officier van justitie heeft in raadkamer het eerder ingenomen schriftelijke standpunt gewijzigd en gesteld dat het klaagschrift gegrond kan worden verklaard. Klager zal niet vervolgd gaan worden waardoor er geen strafvorderlijk belang bestaat bij het voortduren van het beslag op de auto. De officier van justitie heeft toegezegd dit standpunt direct na de behandeling in raadkamer door te geven, zodat niet eerst de beslissing van de rechtbank hoeft te worden afgewacht voordat tot teruggave kan worden overgegaan.

2. De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.
Het klaagschrift is tijdig ingediend en klager is ontvankelijk in het klaagschrift.
Nu klager niet vervolgd zal worden, verzet het belang van strafvordering zich niet langer tegen de gevraagde teruggave. Nu voorts niet is gebleken dat een ander dan klager redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van het inbeslaggenomen voertuig is aan te merken, zal de rechtbank het klaagschrift gericht tegen het op grond van artikel 94 Sv gelegde beslag gegrond verklaren en de teruggave van de auto aan klager gelasten.

3.De beslissing

De rechtbank verklaart
- gegrond en gelast de teruggave van de inbeslaggenomen auto aan klager.
Deze beslissing is op 11 augustus 2023 gegeven door mr. R.J.H. de Brouwer, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M. van Grinsven, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 augustus 2023.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).