ECLI:NL:RBZWB:2023:6748
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van een naheffingsaanslag parkeerbelasting in Breda
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 september 2023, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Breda beoordeeld. De heffingsambtenaar had een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting opgelegd aan de belanghebbende, die hiertegen bezwaar had gemaakt. De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. De belanghebbende had een parkeervergunning voor bepaalde parkeerterreinen, maar deze was niet geldig op de locatie waar de auto was geparkeerd. De rechtbank stelt vast dat de informatievoorziening van de gemeente niet onzorgvuldig was en dat de belanghebbende had moeten begrijpen dat zijn vergunning niet gold voor andere straten dan die in de beschikking waren vermeld. De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag in stand blijft en dat het beroep van de belanghebbende ongegrond is. De belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.