In deze zaak vordert ANWB, vertegenwoordigd door Unigarant N.V., een terugbetaling van onverschuldigd betaalde premie door gedaagde, die haar auto had verzekerd bij ANWB. De procedure begon met een dagvaarding op 18 april 2023, gevolgd door een mondeling antwoord en een conclusie van repliek. De kern van het geschil draait om de vraag of ANWB te veel premie heeft terugbetaald aan gedaagde, die haar verzekering had opgezegd per 16 juni 2021. ANWB had in totaal € 1.017,29 aan gedaagde terugbetaald, maar stelt dat gedaagde € 246,60 te veel heeft ontvangen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde in de periode van 20 september 2019 tot en met 19 juni 2021 alle premies had betaald, maar dat ANWB de premie had aangepast op basis van de schadevrije jaren. De rechter concludeert dat gedaagde recht had op een terugbetaling van € 770,57, terwijl ANWB € 1.017,29 had terugbetaald, wat resulteert in een onverschuldigde betaling van € 246,60. De rechter heeft de vordering van ANWB tot terugbetaling van dit bedrag toegewezen, evenals de wettelijke rente vanaf 2 augustus 2021.
Daarnaast heeft de rechter de vordering van ANWB tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat de verrichte incassowerkzaamheden niet meer omvatten dan standaardaanmaningen en het versturen van facturen. ANWB is ook veroordeeld in de proceskosten, omdat zij niet tijdig een deugdelijke toelichting op haar vordering heeft gegeven. Het vonnis is uitgesproken op 27 september 2023.