ECLI:NL:RBZWB:2023:6740

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 september 2023
Publicatiedatum
28 september 2023
Zaaknummer
02/800139-12
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege voor betrokkene met pedofiele stoornis

Op 28 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van betrokkene, die in 1953 is geboren en verblijft in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar toegewezen. De rechtbank baseerde haar beslissing op de adviezen van de tbs-instelling en externe deskundigen, die allen de verlenging van de tbs adviseerden vanwege de aanhoudende pedofiele stoornis van betrokkene en het hoge recidivegevaar bij beëindiging van de maatregel. De rechtbank constateerde dat de betrokkene sinds 2015 onder tbs staat na veroordeling voor ernstige seksuele delicten, waaronder het vervaardigen van kinderporno. Ondanks enige vooruitgang in de behandeling, zoals deelname aan therapieën en begeleid verlof, is de rechtbank van oordeel dat de problematiek van betrokkene nog niet voldoende is behandeld en dat er nog jaren nodig zijn voor een verantwoord resocialisatietraject. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van de vordering van de officier van justitie bevestigd en geoordeeld dat de veiligheid van anderen de verlenging van de tbs eist. De rechtbank heeft de verzoeken van de verdediging om de tbs met één jaar te verlengen of om een onderzoek naar voorwaardelijke beëindiging te laten uitvoeren, afgewezen. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/800139-12
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 28 september 2023
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1953
verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum (hierna: FPC) [tbs-kliniek] te ( [postcode] ) [plaats] aan [adres]

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 21 april 2023, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege (hierna: tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [betrokkene] ;
- het rapport van FPC [tbs-kliniek] (hierna: de tbs-instelling) d.d. 11 mei 2023, waarin het advies van de inrichting is vermeld;
- een psychiatrisch onderzoek d.d. 21 februari 2023 van [psychiater] ;
- een psychologisch onderzoek d.d. 16 maart 2023 van [psycholoog] ;
- eventuele andere stukken.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 23 juni 2015 is betrokkene in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren en zes maanden en tbs met voorwaarden wegens het plegen van seksuele handelingen met iemand jonger dan twaalf jaar, het plegen van ontucht bij iemand jonger dan zestien jaar en het vervaardigen en verspreiden van kinderporno.
De rechtbank constateert dat de indexdelicten misdrijven betreffen als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs met voorwaarden is op 23 juni 2015 aangevangen.
Bij beslissing van deze rechtbank van 11 juli 2016 is de vordering tot omzetting van de tbs met voorwaarden in een tbs met verpleging van overheidswege van betrokkene afgewezen en zijn de aan betrokkene opgelegde bijzondere voorwaarden gewijzigd.
Bij beslissing van deze rechtbank van 22 december 2016 is de vordering tot omzetting van de tbs met voorwaarden in een tbs met verpleging van overheidswege opnieuw afgewezen. Ook is het verzoek om de bijzondere voorwaarden nogmaals te wijzigen afgewezen.
De tbs met voorwaarden is bij beslissing van deze rechtbank van 5 juli 2019 verlengd met twee jaar.
Bij beslissing van deze rechtbank van 30 maart 2020 is de tbs met voorwaarden alsnog omgezet naar een tbs met verpleging van overheidswege. Op 8 september 2020 is deze beslissing door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bekrachtigd. Bij beslissing van de rechtbank van 16 september 2021 is de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene verlengd met twee jaar.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 14 september 2023 is de officier van justitie gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S. Marjanovic, advocaat te ‘s-Gravenhage. Voorts is de [deskundige] , behandelcoördinator/GZ-psycholoog, gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs met verpleging te verlengen met twee jaar. De tbs-instelling heeft daartoe in haar verlengingsadvies het volgende naar voren gebracht.
Bij betrokkene is sprake van een pedofiele stoornis, het niet-exclusieve type, seksueel aangetrokken tot beide seksen. Betrokkene kent een diffuus zelfbeeld en een weinig gedifferentieerde seksuele identiteit. Er is sprake is van een bedreigde persoonlijkheids-ontwikkeling, van onderliggende persoonlijkheidsproblematiek, maar betrokkene voldoet niet aan de algemene criteria voor een persoonlijkheidsstoornis volgens DSM-5.
Betrokkene verblijft sinds 17 februari 2021 in FPC [tbs-kliniek] . Het verblijf staat voor een belangrijk deel in het teken van de somatische gesteldheid van betrokkene. Ten gevolge van diabetes zijn -in fasen- beide benen geamputeerd. Betrokkene zet zich ondanks de rouw en het verdriet om het verlies van zijn benen in voor de assessmentonderdelen en vervolgens voor het geïndiceerde behandelprogramma.
Betrokkene is goed in samenwerking met het behandelteam, hij houdt zich aan de regels en afspraken die gelden in de kliniek. Om hospitalisatie tegen te gaan en betrokkene te activeren en stimuleren, alsmede ook te motiveren en perspectief te bieden, wordt het begin 2023 passend en verantwoord geacht om begeleid verlof op te starten. De machtiging hiertoe wordt eind maart 2023 verleend. Verdergaande verlofstappen kunnen pas worden overwogen wanneer sprake is van vooruitgang binnen de behandeling. Eind 2022 is betrokkene gestart met psychotherapeutische contacten in het kader van schematherapie en
daderbehandeling. Hij toont inzet en motivatie en lijkt zich langzaamaan meer kwetsbaar op te kunnen stellen.
Ondanks eerdere behandelingen en hoewel betrokkene aangeeft écht zijn delictgedrag aan te willen pakken, lijkt er in de kern sprake te zijn van een immer onbewerkte delictdynamiek/
problematiek. Doordat het behandeltraject door de fysieke gesteldheid van betrokkene vertraagd verloopt zijn risicofactoren nog niet bewerkt. Dat maakt dat het recidivegevaar in geval van (voorwaardelijke) beëindiging van de tbs als onverminderd hoog wordt ingeschat. Betrokkene is nog langdurig aangewezen op een forensisch kader met voldoende toezicht.
Betrokkene staat nog aan het begin van het behandeltraject, het dient zich nog uit te wijzen welke ontwikkeling hij kan doormaken. Voor het resocialisatietraject zijn naar verwachting nog meerdere jaren nodig.
Gezien de negatief verlopen tbs met voorwaarden, de nog altijd aanwezige problematiek, het hoge risico op recidive in geval van beëindiging van de tbs maatregel en de nog te zetten stappen alvorens de maatregel op verantwoorde wijze opgeheven kan worden, adviseert de kliniek om de tbs met verpleging met twee jaar te verlengen.
Ter zitting heeft de [deskundige] daaraan nog het volgende toegevoegd. Sinds dit voorjaar verloopt de behandeling naar tevredenheid. Betrokkene werkt in positieve zin mee aan de behandeling en het begeleid verlof verloopt goed. Gelet op de ervaringen uit het verleden - waarbij er ondanks aanvankelijke verbeteringen en het schijnbaar profiteren van doorlopen therapieën meerdere terugvallen zijn geweest - heeft het tijd nodig om te kunnen beoordelen of betrokkene daadwerkelijk heeft geprofiteerd van de aangeboden therapieën. De komende periode zal verder worden gewerkt aan daderbehandeling en het verlof zal worden uitgebreid. Het totale traject zal nog meerdere jaren in beslag nemen.

4.Het advies van de externe deskundigen

Uit het rapport van [psychiater] van 21 februari 2023 volgt dat betrokkene is gediagnosticeerd met een pedofiele stoornis van het niet exclusieve type en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met vermijdende en narcistische trekken.
De kans op herhaling van een pedoseksueel delict wordt in de huidige omstandigheden als laag ingeschat. Bij voortijdige beëindiging van de maatregel zal deze in de tijd oplopen naar
hoog.
Het inzicht ontwikkelen in de kernproblematiek, het stimuleren van zelfreflectie, het aanpakken van de neiging tot schijnaanpassing, het zicht krijgen en houden op zijn (seksuele) belevingswereld, het aanleren van adequate copingsstrategieën, en het opbouwen van een passende dag- en vrijetijdsbesteding, blijven de belangrijke aandachtspunten. Middels de ingezette verloven is het zaak te toetsen hoe betrokkene omgaat met toegenomen vrijheden. Intensief en strikt toezicht blijven daarbij sleutelbegrippen om terugval in heimelijk (seksueel) gedrag te voorkomen. Dit alles kan enkel worden gerealiseerd met continuering van de huidige tbs-maatregel.
Door de amputatie van beide benen is betrokkene sindsdien rolstoelafhankelijk. Zijn kamer in de kliniek moest daardoor worden aangepast/verbouwd. Inhoudelijke behandeling heeft hierdoor geruime tijd niet kunnen plaatsvinden. Om te komen tot een op maat gesneden behandelprogramma (wat moet en kan behandeld worden, op welke wijze en in welke volgorde) heeft betrokkene deelgenomen aan een uitgebreid assessment. Dat assessment is recent afgerond en er is nog maar recent gestart met de behandelingen.
Geadviseerd wordt de tbs met twee jaar te verlengen. Het is nog onzeker hoe de huidige behandelpoging gaat uitwerken. Voor het verantwoord invulling geven aan de behandeling en het resocialisatietraject zullen nog meerdere jaren nodig zijn. Verwacht wordt niet dat er binnen een jaar een wezenlijke verandering of verbetering in de problematiek van betrokkene te realiseren zal zijn die kan leiden tot een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. Langdurig toezicht blijft bovendien geïndiceerd.
[psycholoog] heeft in het rapport van 16 maart 2023 eveneens geadviseerd de tbs met bevel tot verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen. Uit het rapport blijkt dat bij betrokkene als hoofddiagnose sprake is van een pedofiele stoornis van het niet-exclusieve type. Daarnaast kan gesproken worden van persoonlijkheidsfunctioneren dat op meerdere domeinen relevante gebreken kent en dat meermaals disfunctioneel uitwerkt voor betrokkene en voor anderen. Dit disfunctioneren wordt diagnostisch geclassificeerd als een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met overwegend narcistische kenmerken. De beide stoornissen zijn nauw met elkaar verweven.
De kansen op herhaling worden bij behoud van het kader als laag ingeschat. Bij het geheel wegvallen van het kader worden ze - met name ten aanzien van hands-off delicten - als hoog ingeschat.
Het is nog onzeker hoe de huidige behandelpoging gaat uitwerken. De delictanalyse en het
overleg met de behandelcoördinator beloven een gedegen, realistische en respectvolle aan-
pak die niet hoeft te eindigen in een longcare afdeling maar waarin sprake zal moeten zijn van het zich transparant voegen van betrokkene in een langdurig toezicht. Het risicomanagement zal goeddeels extern moeten zijn. Betrokkene zelf stelt daarbij maatregelen voor waarin het hem moeilijk zo niet onmogelijk gemaakt wordt om het internet op te gaan. Dat zou kunnen helpen, maar het is te kort door de bocht als het gaat om
het eigen aandeel in het risicomanagement: transparantie over het denken, voelen, willen
en gedragen.
Geadviseerd wordt de tbs met twee jaar te verlengen. Er zijn nog meerdere jaren nodig in deze nog ongewisse fase van het behandelingstraject. Daarbij komt dat de behandeling pas een jaar geleden ter hand kon worden genomen ten gevolge van de ernstige en ingrijpende medische problematiek die kort na de opname in de [tbs-kliniek] aan het licht kwam.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met verpleging met twee jaar te verlengen gebleven nu de stoornissen onveranderd aanwezig zijn en het recidiverisico bij beëindiging van de tbs hoog is. Er zijn geen aanwijzingen dat de situatie van betrokkene volgend jaar geheel anders zal zijn waardoor een ander regime meer passend zou zijn. Het recidiverisico is hoog en de fysieke beperking van betrokkene maakt dat niet anders.

6.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat het goed met hem gaat. Hij geeft en heeft meer inzicht in (de oorzaken van) zijn delictgedrag en zou liever zien dat de tbs met één jaar wordt verlengd.
De verdediging verzet zich niet tegen verlenging van de maatregel. De behandeling is gestart en verloopt goed, en verdere behandeling is nodig. De plannen van de huidige kliniek zijn echter onduidelijk. Men lijkt heel voorzichtig en daardoor is de toekomst voor betrokkene ongewis. Omdat het recidiverisico ziet op handsoff delicten kan gekeken worden naar een ander regime.
Primair wordt verzocht de maatregel met één jaar te verlengen en een onderzoek te laten verrichten naar de mogelijkheden van voorwaardelijke beëindiging. Daarbij is verzocht vooral aandacht te hebben voor een andere behandelplek waar gepaste zorg aan betrokkene kan worden geboden. Subsidiair wordt verzocht de tbs met verpleging van overheidswege met één jaar te verlengen. Dit om een vinger aan de pols te houden.

7.Het oordeel van de rechtbank

Ontvankelijkheid van de vordering
De rechtbank is bevoegd om van de vordering kennis te nemen, omdat zij in eerste aanleg
kennis heeft genomen van de misdrijven ter zake waarvan de tbs is gelast. De vordering is
tijdig ingediend, dat wil zeggen niet eerder dan twee maanden en niet later dan één maand
voor het tijdstip waarop de tbs door tijdsverloop zou eindigen. De officier van justitie is
ontvankelijk in de vordering.
Gevaarscriterium
De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene
veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog
aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige
ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het advies van de tbs-instelling en de externe deskundigen wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium. De rechtbank stelt op grond van deze adviezen vast dat er bij betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis, te weten een pedofiele stoornis van het niet exclusieve type en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met vermijdende en narcistische trekken. Het recidiverisico wordt - bij het wegvallen van het kader - nog steeds ingeschat als hoog. Verder overweegt de rechtbank dat de maatregel is opgelegd in verband met een veroordeling voor misdrijven die gericht waren tegen of gevaar veroorzaakten voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer perso(o)n(en). Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen verlenging van de maatregel vereist en dat dus is voldaan aan het wettelijk criterium voor verlenging van de tbs.
Duur van de verlenging
Met betrekking tot de vraag of de tbs met één of met twee jaar moet worden verlengd, overweegt de rechtbank als volgt. Het uitgangspunt is dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan een jaar, de tbs - behoudens bijzondere omstandigheden - moet worden verlengd met een termijn van twee jaar. De rechtbank stelt vast dat de tbs-instelling en externe deskundigen in de rapportages hebben geadviseerd de tbs met twee jaar te verlengen, omdat - samengevat - de volgende stappen binnen het traject van betrokkene geleidelijk moeten plaatsvinden en dit nog meerdere jaren in beslag zal nemen.
Er is door omstandigheden pas recent gestart met de behandelingen. Het is positief dat betrokkene daaraan sinds dit voorjaar actief zijn medewerking verleent en dat hij daarbij meer van zichzelf laat zien. Mede gelet op de ervaringen in het eerdere behandeltraject acht de rechtbank het op dit moment te vroeg om aan te nemen dat de behandeling dit keer wel beklijft. Er is momenteel sprake van begeleid verlof en afhankelijk van het verdere behandelverloop zal een vervolg worden bepaald. Daarbij zal ook onderzocht en afgewacht moeten worden in hoeverre de handicap van betrokkene zijn benaderbaarheid voor kinderen mogelijk vergroot en of dat van invloed is op het recidiverisico. Het onderscheid in dat kader tussen handson en handsoff delicten is naar het oordeel van de rechtbank vooral een theoretisch onderscheid. In ieder geval is bij betrokkene in het verleden gebleken dat de lijn daartussen dun is. Bovendien zit achter ieder handsoff delict een slachtoffer.
Ten aanzien van de termijn van de verlenging zal de rechtbank het advies van de tbs-instelling en de externe deskundigen volgen. Betrokkene is nog volop bezig met zijn behandelingen. Vanwege de hardnekkigheid van de problematiek is voor de verdere behandeling en het resocialisatietraject nog tenminste twee jaar nodig.
Gelet op de stand van het tbs-traject op dit moment en op het ingeschatte recidivegevaar bij beëindiging van de maatregel ziet de rechtbank op dit moment geen aanleiding om de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel te laten onderzoeken. Dat verzoek van de verdediging wordt afgewezen.
Proportionaliteit en subsidiariteit
Gelet op de aard van de gediagnosticeerde stoornissen, de ernst van de indexdelicten en het ingeschatte recidivegevaar in het geval van beëindiging van de maatregel is de rechtbank van oordeel dat met een verlenging van de tbs de grenzen van de proportionaliteit en subsidiariteit niet worden overschreden.

8.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. G.M.J. Kok, voorzitter, mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos en mr. S.H. van Nieuwkerk, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier K. de Klerk-van Rijs en is uitgesproken ter openbare zitting op 28 september 2023.