ECLI:NL:RBZWB:2023:6709

• Datum uitspraak: 11 september 2023
• Publicatiedatum: 26 september 2023
• Zaaknummer: C/02/413295 / FA RK 23/4033
• Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht; Personen- en familierecht
• Procedures: Rekestprocedure
• Rechters: M. Smits
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in een verpleeginstelling voor cliënt met dementie

Op 11 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) om een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor een cliënt met dementie. De cliënt, geboren in 1932, woont momenteel in een zorggroep maar heeft behoefte aan intensievere zorg. Het verzoek is ingediend naar aanleiding van zorgen over de veiligheid en het welzijn van de cliënt, die lijdt aan een mengbeeld van de ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de cliënt zelf, haar advocaat, een specialist ouderengeneeskunde, een maatschappelijk werkster en een contactverzorgende.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt problemen heeft met haar geheugen en oriëntatie, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en verwaarlozing. De huidige zorgvoorziening kan niet voldoen aan de intensieve zorgbehoefte van de cliënt, die 24-uurs zorg en structuur nodig heeft. De rechtbank concludeert dat opname in een (gesloten) psychogeriatrische afdeling noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen. Ondanks het verzet van de cliënt tegen opname, is de rechtbank van oordeel dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de situatie te verbeteren. De machtiging tot opname en verblijf is verleend voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht

Locatie Middelburg

Zaaknummer: C/02/413295 / FA RK 23/4033

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf

Beschikking van 11 september 2023 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging voor de duur van zes maanden als bedoeld in artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:

[cliënt01] ,

geboren op [geboortedatum01] 1932 te [geboorteplaats01] ,

wonende [adres01] , [postcode01] [woonplaats01] ( [zorggroep01] ),

hierna te noemen: cliënt,

advocaat: mr. S. Köller te Middelburg.

1. Procesverloop

1.1

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 29 augustus 2023, ingekomen ter griffie op 29 augustus 2023.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:

- de aanvraag van 31 juli 2023;

- de medische verklaring van 23 augustus 2023;

- het zorgplan van 22 augustus 2023;

- het ADL-plan van 13 juli 2023;

- het indicatiebesluit van 26 mei 2021;

- de machtiging van 5 juli 2022.

1.2

De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 11 september 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.

1.3

Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- cliënt, bijgestaan door haar advocaat;

- dhr. [naam01] , specialist ouderengeneeskunde;

- [naam02] , maatschappelijk werkster;

- [naam03] , contactverzorgende.

2. Het verzoek

2.1

Het CIZ verzoekt de rechtbank een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor cliënt te verlenen voor de duur van zes maanden.

3. Standpunten

3.1

Cliënt heeft aangegeven dat niemand zich zorgen hoeft te maken; zij weet alles nog heel goed. Cliënt vindt dat zij goed woont. Zij wil niet verhuizen naar een verpleeginstelling. Verder maakt het cliënt niet uit wat er over haar wordt gezegd. Zij vindt het wel best.

3.2

Namens cliënt heeft de advocaat verzocht om het verzoek af te wijzen. Cliënt vindt één op één begeleiding fijn, maar zij wil niet naar een verpleeginstelling waar die één op één begeleiding makkelijker kan worden geboden. Daar heeft cliënt geen behoefte aan.

3.3

De specialist ouderengeneeskunde heeft toegelicht dat cliënt dementie heeft en dat er een aanzienlijk risico op ernstig nadeel bestaat. Er is sprake van een verhoogd valgevaar nu cliënt haar rollator steeds vergeet. Daarnaast is er sprake van nachtelijk dwalen. Ook dwaalt cliënt over de afdeling en is zij een keer naar buiten gegaan, waarna zij door een wijkbewoner is teruggebracht. Cliënt heeft moeite met het invullen van haar dag; zij zit voornamelijk op haar kamer. Ook draait zij haar dag- en nachtritme om. Cliënt heeft behoefte aan 24-uurs zorg en structuur. Dit kan bij de huidige zorggroep niet worden geboden. Op een (gesloten) psychogeriatrische afdeling kan dit wel. Daar kan zij ook beter dan nu worden gestimuleerd om activiteiten te ondernemen. In de huidige woonvoorziening wordt slechts basiszorg (op geplande momenten) geboden en er wordt verwacht dat cliënten zelf hun eigen dag kunnen invullen.

3.4

Door de maatschappelijk werkster is benoemd dat de huidige afdeling gelet op de problematiek en zorgbehoefte van cliënt te groot is voor zowel cliënt als het zorgpersoneel. Cliënt heeft geen overzicht meer en het zorgpersoneel heeft te weinig zicht op personen met dementie die gaan dwalen over de afdeling of naar buiten gaan. Ook is er op de huidige afdeling geen verpleeghuisarts betrokken. Het is de verwachting dat een kleinschalige psychogeriatrische afdeling beter bij cliënt past. Daar kan meer structuur worden geboden en kan cliënt worden betrokken bij de groep. Op dit moment is cliënt erg eenzaam. Zij zit veelal op haar kamer.

3.5

De contactverzorgende geeft aan dat cliënt een grote groep niet fijn vindt en dat zij daarom niet deelneemt aan de activiteiten. Zij vindt het wel fijn om één op één begeleiding van het zorgpersoneel te krijgen. Ook zoekt zij het één op één contact met medebewoners op. Verder dwaalt cliënt veel over de gangen. Zij vergeet dan waar haar kamer is, terwijl haar deur openstaat. Ook vergeet cliënt weleens waar het toilet is. Zij plast dan op de grond in haar kamer of in de kamer van medebewoners. Daarnaast komt het voor dat cliënt naar de kamers van medebewoners gaat, waarna zij daar niet meer weg wil en agressief gedrag kan gaan vertonen. Haar gedrag kan plots omslaan. Verder belt cliënt soms meermalen naar de zoon als zij eenzaam is. De zoon neemt dan niet op. Wel komt hij elke maandagochtend op bezoek.

4. Beoordeling

4.1

Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten een mengbeeld van de ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie. Het is de rechtbank gebleken dat cliënt problemen met het (kortetermijn)geheugen en de oriëntatie heeft.

4.2

Deze psychogeriatrische aandoening leidt tot ernstig nadeel.

Dit ernstig nadeel bestaat uit levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat cliënt met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Cliënt draait haar dag- en nachtritme om; zij is overdag initiatief loos en dwaalt in de nachten. Ook dwaalt zij soms overdag over de gang op zoek naar haar familie, het toilet of spullen die zij kwijt is. Er is een verhoogd risico op valgevaar, omdat cliënt haar rollator vergeet. In 2021 heeft cliënt na een val haar heup gebroken. Verder heeft cliënt stimulatie nodig bij het eten en drinken en leeft zij in een sociaal isolement. Cliënt kan verbaal en fysiek agressief worden richting medebewoners en het zorgpersoneel met name bij de zorgmomenten. Zij kan dan slaan, knijpen, bijten of gaan schelden. Ook klopt cliënt op deuren van medebewoners en/of gaat zij hun kamers binnen waarna zij weigert weg te gaan.

4.3

De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. De rechtbank is van oordeel dat cliënt 24-uurs gespecialiseerde zorg en (één op één) begeleiding op een (gesloten) psychogeriatrische afdeling nodig heeft om het ernstig nadeel af te wenden. Daarnaast is cliënt gebaat bij een kleinschaligere afdeling, waarbij zij overzicht heeft. Die kleinschaligheid en de noodzakelijk geachte 24-uurs zorg en (één op één) begeleiding kan thans niet aan cliënt worden geboden. Een rechtelijke machtiging tot opname en verblijf in een verpleeginstelling kan die 24-uurs zorg en (één op één) begeleiding wel aan cliënt bieden en is daarom geschikt.

4.4

Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Het is de rechtbank gebleken dat cliënt op dit moment op een (open) zorggroep woont. Dit is niet langer toereikend, omdat de zorgbehoefte van cliënt te intensief is. In de huidige woonvoorziening kan onvoldoende 24-uurs zorg en (één op één) begeleiding worden geboden. Daarnaast is het niet mogelijk om de sederende medicatie van cliënt te verhogen nu dit tevens een verhoogd risico op valgevaar met zich meebrengt.

4.5

Gebleken is dat cliënt zich verzet tegen de opname en het verblijf. Cliënt heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat zij nu goed woont en dat zij niet naar een (gesloten) verpleeginstelling wil. Daarbij komt dat het de rechtbank is gebleken dat cliënt regelmatig aan het dwalen is en dat zij een keer naar buiten is gegaan, waarna zij door een wijkbewoner is teruggebracht. Reden waarom een rechterlijke machtiging nodig is.

4.6

Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd. De machtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

4.7

Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5. Beslissing

De rechtbank:

verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van

[cliënt01] , geboren op [geboortedatum01] 1932 te [geboorteplaats01] ,

bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk
11 maart 2024 .

Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits, rechter en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2023 in tegenwoordigheid van mr. Vork als griffier, en op 25 september 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.