In deze strafzaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 september 2023 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 18-jarige verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan witwassen van geld dat verkregen was door middel van factuurfraude. De verdachte, geboren in 1999, heeft op de zitting van 12 september 2023 haar standpunt gepresenteerd, waarbij de officier van justitie, mr. C.J. de Pagter, de verdachte beschuldigde van schuldwitwassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte haar bankpas en pincode aan een ander heeft gegeven, terwijl zij had moeten vermoeden dat haar bankrekening gebruikt zou worden voor het witwassen van crimineel geld.
De rechtbank heeft de bewijsvoering van de officier van justitie als wettig en overtuigend beoordeeld. De verdachte had op verschillende momenten kennis van de transacties op haar rekening, die afkomstig waren van de benadeelde partij, [aangeefster01] B.V. De rechtbank concludeert dat de verdachte opzettelijk heeft bijgedragen aan het witwassen van geld door haar bankpas en pincode beschikbaar te stellen aan onbekende personen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair en subsidiair tenlastegelegde feit, maar heeft haar wel schuldig bevonden aan medeplichtigheid aan witwassen.
De rechtbank heeft de verdachte een schadevergoedingsmaatregel opgelegd van € 625,00 aan de benadeelde partij, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 7 augustus 2017. De rechtbank heeft ook overwogen dat de verdachte inmiddels een stabiele levenssituatie heeft en niet eerder met justitie in aanraking is gekomen. De uitspraak benadrukt de rol van de verdachte in het witwassen van geld en de gevolgen daarvan voor de benadeelde partij.