ECLI:NL:RBZWB:2023:6641

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 september 2023
Publicatiedatum
21 september 2023
Zaaknummer
AWB- 22_3301
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en medische beoordeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 september 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de beëindiging van haar WIA-uitkering door het UWV. Eiseres, die zich op 26 september 2017 ziekmeldde, ontving aanvankelijk een loongerelateerde WGA-uitkering, maar het UWV heeft haar arbeidsongeschiktheid na herbeoordeling vastgesteld op minder dan 35%. De rechtbank heeft de medische rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep (B&B) beoordeeld en geconcludeerd dat het UWV terecht heeft besloten dat eiseres per 14 juli 2022 niet meer recht heeft op een WIA-uitkering. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres overtuigend heeft gemotiveerd en dat er geen sprake is van een ernstige psychische stoornis die zou leiden tot een situatie van geen benutbare mogelijkheden (GBM). Eiseres heeft aangevoerd dat haar klachten niet zijn verminderd en dat er onvoldoende rekening is gehouden met haar beperkingen, maar de rechtbank volgde deze redenering niet. De rechtbank concludeerde dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres in staat is om arbeid te verrichten, rekening houdend met de vastgestelde beperkingen. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en haar verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Inloopteam bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/3301

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats 1] , eiseres

(gemachtigde: mr. R.F. Antes),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(hierna: het UWV), verweerder
( [gemachtigde 1] ).
Aan dit geding heeft verder deelgenomen:
[ex-werkgever] B.V., gevestigd in [plaats 2] , derde-partij (hierna: ex-werkgever).
( [gemachtigde 2] ).

Inleiding

Het UWV heeft na herbeoordeling aan eiseres medegedeeld dat haar mate van arbeidsongeschiktheid niet is gewijzigd en dat daarom haar uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) niet wijzigt.
In bezwaar heeft het UWV dit besluit herroepen. Het UWV heeft de WIA-uitkering van eiseres beëindigd per 14 juli 2022 omdat eiseres vanaf 21 oktober 2020 minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen deze beslissing op bezwaar (het bestreden besluit) van 2 juni 2022.
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met verweerschriften en rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep (verzekeringsarts B&B).
De ex-werkgever heeft verklaard als derde-partij aan het geding te willen deelnemen. Eiseres heeft toestemming gegeven om medische gegevens te delen met haar ex-werkgever.
De rechtbank heeft het beroep op 7 september 2023 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres, de gemachtigde van het UWV en de gemachtigde van de ex-werkgever.

Wat ging aan deze procedure vooraf

1. Eiseres heeft voor het laatst gewerkt als lingerista/verkoopster voor gemiddeld 24,83 uur per week. Op 26 september 2017 heeft eiseres zich ziekgemeld vanwege gezondheidsklachten. Per einde wachttijd heeft het UWV eiseres 80 tot 100% arbeidsongeschikt bevonden. Vanaf 24 september 2019 ontving zij een loongerelateerde WGA [1] -uitkering. Per 24 september 2021 is de loongerelateerde uitkering omgezet naar een loonaanvullingsuitkering naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80-100%.
2. De ex-werkgever heeft op 9 oktober 2020 verzocht om een herbeoordeling. Het UWV heeft na medisch en arbeidskundig onderzoek de besluiten genomen die in de inleiding zijn genoemd.

Wat vindt het UWV

3. Het UWV vindt dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is en heeft daarom besloten om de WIA-uitkering met ingang van 14 juli 2022 te beëindigen.
4. Het UWV heeft de medische grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op de rapporten van een verzekeringsarts B&B van 7 februari 2022 en 23 mei 2022. De medische belastbaarheid van eiseres is opgenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 7 februari 2022.
5. Het UWV heeft de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (arbeidsdeskundige B&B) van 7 april 2022
.

Wat vindt eiseres

6. Eiseres is het niet eens met het UWV. Zij stelt dat zij nog steeds in het geheel niet in staat kan worden geacht om werkzaamheden te verrichten. De verzekeringsarts B&B gaat er, op basis van de opgevraagde medische informatie van haar behandelaar, ten onrechte van uit dat de klachten van eiseres zijn verminderd. Eiseres vindt dat uit haar dagverhaal blijkt dat de situatie na september 2019 niet is veranderd. Volgens de diverse behandelaars is er geen winst te boeken qua behandeldoelen, waarbij het bereiken van een vorm van stabilisatie het maximaal haalbare is. Eiseres stelt dat er daarom nog steeds sprake is van een situatie van geen benutbare mogelijkheden (GBM). De kans op terugval die blijkt uit de brieven van de psychiater van 26 januari 2022 en 29 december 2022 is door de verzekeringsarts B&B onjuist geïnterpreteerd. Daarnaast stelt eiseres dat er ten onrechte geen beperkingen zijn aangenomen op de onderdelen 1.1 tot en met 1.3 van de FML. Zij heeft wel degelijk te kampen met cognitieve klachten op het punt van herinneren en concentreren. Ook kan zij slecht prikkels in de buitenwereld verdragen en dus zou er in ieder geval sprake moeten zijn van een prikkelarme werkomgeving. Ten slotte stelt eiseres dat, zou zij al tot werken in staat kunnen worden geacht, voor haar op energetische en preventieve gronden een urenbeperking van maximaal 4 uur per dag/20 uur per week zou moeten gelden. Juist vanwege de psychische kwetsbaarheid en de verhoogde kans op hernieuwde uitval zou eiseres nooit aan het werk gesteld kunnen worden in een fulltime functie. Ter ondersteuning van haar standpunten heeft eiseres medische informatie ingediend van een GGZ verpleegkundig specialist/regiebehandelaar en psychiater van 15 en 29 december 2022 en een brief van de behandelend psychiater van 27 januari 2023.
7. Ter zitting stelt eiseres dat de interpretatie van de medische informatie van de verzekeringsarts B&B afwijkt van de interpretatie van de primaire verzekeringsarts en de behandelaren. Dit geeft volgens eiseres voldoende aanleiding om een onafhankelijke deskundige te benoemen, namelijk een psychiater.
8. Eiseres stelt dat alleen al bij aanname van de geclaimde urenbeperking, geen van de als passend geduide functies geschikt zou kunnen worden geacht.
9. In geval van een (gedeeltelijke) gegrondverklaring van het beroep verzoekt eiseres de rechtbank om het UWV te veroordelen tot het betalen van schadevergoeding.

Wat vindt de rechtbank

10. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres geen recht meer heeft op een WIA-uitkering omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 14 juli 2022 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
11. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 14 juli 2022 minder dan 35% arbeidsongeschikt is en dus geen recht meer heeft op een WIA-uitkering. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Medische grondslag van het bestreden besluit
12. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres in de rapporten op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd. Zij volgt de primaire verzekeringsarts niet dat sprake is van GBM, omdat eiseres niet voldoet aan één van de uitzonderingscategorieën uit het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (Schattingsbesluit). De primaire verzekeringsarts ging uit van een ernstige psychische stoornis met beperkingen op micro-, meso- en macroniveau. Uit de medische informatie van 26 januari 2022 blijkt volgens de verzekeringsarts B&B echter dat geen sprake is van een ernstige psychische stoornis, maar een depressieve stoornis die matig van ernst is. Ook voldoet eiseres volgens de verzekeringsarts B&B niet aan één van de andere uitzonderingscategorieën uit het Schattingsbesluit. Zij is niet bedlegerig, ADL-afhankelijk, niet opgenomen in een zorginstelling en er is geen sprake van een terminale situatie of wisselende mogelijkheden ten aanzien van zelfredzaamheid. De verzekeringsarts B&B heeft daarom de belastbaarheid vastgelegd in een FML en beperkingen opgenomen ten aanzien van persoonlijk en sociaal functioneren. Hierbij heeft zij rekening gehouden met beperkingen die gericht zijn op structuur en overzichtelijkheid van het werk. Vanwege de grote mate van kwetsbaarheid heeft zij ook beperkingen opgenomen om stressfactoren en moeilijke sociale contacten te beperken. Wegens medicijngebruik is beroepsmatig besturen van een voertuig beperkt en verhoogd persoonlijk risico voor zover het reactievermogen hierbij van groot belang is. In het rapport van 23 mei 2022 voegt de verzekeringsarts B&B hieraan toe dat er uitgaande van de Standaard ‘Duurbelastbaarheid in Arbeid’ geen medische indicatie is om een urenbeperking aan te nemen bij passende arbeid. Er is namelijk geen stoornis in de energiehuishouding (bijvoorbeeld op basis van een middels fietsproef aangetoonde sterk verminderde her- of longfunctie), er is geen sprake van structureel verminderde beschikbaarheid door het moeten ondergaan van voorgeschreven behandeling (bijvoorbeeld dagbehandeling) en er is vanuit preventief oogpunt geen noodzaak tot het aannemen van een urenbeperking (bijvoorbeeld om recidief psychose als gevolg van overbelasting te voorkomen). Alleen uitgaande van het gegeven dat eiseres aangeeft dat zij weinig onderneemt, kan niet de conclusie worden getrokken dat zij is aangewezen op een urenbeperking op energetische gronden.
13. De rechtbank oordeelt daarnaast dat de verzekeringsarts B&B in de nadere rapporten van 9 februari 2023 en 1 maart 2023 voldoende heeft gemotiveerd dat de medische informatie van de behandelaars die eiseres in beroep heeft overgelegd geen aanleiding geeft om de FML aan te passen. De verzekeringsarts B&B heeft toegelicht dat bij de beoordeling van GBM het ontbreken van een ernstige psychische stoornis van doorslaggevende waarde is. Ten aanzien van de urenbeperking vanuit preventief oogpunt licht de verzekeringsarts B&B toe dat zij hiertoe geen aanleiding ziet omdat de klachten niet zullen verergeren in de zin dat door het belasten schade ontstaat aan het bewegingsapparaat of de persoon. Ook ziet de verzekeringsarts B&B geen aanleiding om beperkingen aan te nemen voor het vasthouden en verdelen van aandacht (1.1. en 1.2), omdat dit in het algemeen alleen voorkomt bij mensen met een ernstige stoornis. Daarvan is bij eiseres geen sprake, bij haar is namelijk sprake van een stoornis die matig van ernst is. Bij het psychisch onderzoek werden geen aandacht- of concentratiestoornissen geobjectiveerd. Er was sprake van adequate deelname aan het gesprek en bovendien bleek dat eiseres met de auto naar de afspraken bij de behandelaar ging. Een beperking voor herinneren (1.3) vindt de verzekeringsarts B&B niet aangewezen omdat de geheugenproblemen niet dusdanig zijn dat hiervoor een beperking noodzakelijk is. Hierbij heeft de verzekeringsarts B&B meegewogen dat bij het psychisch onderzoek geen geheugenstoornissen zijn geobjectiveerd. Bovendien moet om van een beperking te kunnen spreken ook de continuïteit van het handelen in gevaar komen. Dat is bij eiseres niet aan de orde, nu zij in staat is om dingen op te zoeken als zij het niet meer weet. Met de aanwezige geheugenproblemen is in de FML in voldoende mate rekening gehouden, onder andere met de beperkingen bij de items 1.9 (aangewezen zijn op vaste bekende werkwijzen), 1.8.7 (geen complexe taken), 1.8.4 (veelvuldige deadlines en productiepieken) en 1.8.5 (hoog handelingstempo in werk). Tot slot ziet de verzekeringsarts B&B op basis van het feit dat eiseres nauwelijks buiten de deur komt en aangeeft slecht prikkels te verdragen onvoldoende aanleiding om eiseres te beperken voor prikkels. Daarnaast blijkt uit het dagverhaal dat eiseres wel naar buiten gaat om de hond uit te laten en dat zij verder veel tv kijkt. Bij tv kijken zijn er veel prikkels zowel visueel als auditief. Er is daarom onvoldoende grond om een beperking voor een prikkelarme omgeving aan te nemen. De rechtbank kan deze toelichtingen volgen.
14. In de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiseres haar klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. Zonder afbreuk te willen doen aan de door eiseres ervaren impact van haar klachten op het dagelijks leven, merkt de rechtbank op dat er geen medisch objectieve onderbouwing is voor verdergaande beperkingen op 14 juli 2022.
15. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres op 14 juli 2022 in staat moet worden geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen die de verzekeringsarts B&B heeft vastgesteld. De rechtbank ziet daarom ook geen aanleiding om een deskundige te benoemen.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
16. Uitgaande van de juistheid van de medische beperkingen die bij eiseres zijn vastgesteld, ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken.
17. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiseres met de middelste van de drie geduide functies 93,64% kan verdienen van het loon dat zij verdiende met haar eigen werk, zodat zij voor de overige 6,36% arbeidsongeschikt is.

Conclusie en gevolgen

18. Het UWV heeft terecht besloten om eiseres per 14 juli 2022 de WIA-uitkering te beëindigen, omdat zij per die datum minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
19. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, komt de rechtbank niet toe aan haar verzoek om schadevergoeding en worden de door haar gemaakte proceskosten en het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan op 21 september 2023 door mr. A.M.L.E. Ides Peeters, rechter, in aanwezigheid van mr. J.G.M. Koning, griffier.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.WGA = Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten.