ECLI:NL:RBZWB:2023:660
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen door UWV op bezwaar WIA-uitkering
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 31 januari 2023, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het UWV van 28 december 2021, waarin haar een loongerelateerde uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) werd toegekend op basis van een arbeidsongeschiktheidspercentage van 36,58%. Eiseres stelde dat het UWV niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 24 januari 2022. De rechtbank oordeelde dat het UWV de wettelijke beslistermijn had overschreden en dat eiseres het UWV op 20 juli 2022 in gebreke had gesteld. De rechtbank bepaalde dat het UWV binnen vier maanden na de uitspraak alsnog een besluit op bezwaar moest nemen en dat het UWV een dwangsom van € 100,- per dag moest betalen voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moest het UWV het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- vergoeden en werd het UWV veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 418,50. De rechtbank benadrukte het belang van een zorgvuldige heroverweging en stelde een langere termijn dan twee weken voor de beslissing op bezwaar vast, gezien de omstandigheden rondom de hoorzittingen en de achterstand bij het UWV.