ECLI:NL:RBZWB:2023:6389
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor gemeentelijk monument
In deze zaak heeft verzoeker bezwaar gemaakt tegen het besluit van 12 juni 2023, waarin een omgevingsvergunning werd verleend voor het aanpassen van de gevels van een gemeentelijk monument. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 23 augustus 2023 behandeld, maar op 30 augustus 2023 werd het verzoek om schorsing van de omgevingsvergunning afgewezen, omdat het college het bezwaar van verzoeker niet-ontvankelijk zou verklaren.
Op 1 september 2023 heeft verzoeker opnieuw verzocht om een voorlopige voorziening met betrekking tot het bestreden besluit. De zitting vond plaats op 4 september 2023 in Breda, maar verzoeker en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. Het college en de vergunninghoudster werden vertegenwoordigd door hun gemachtigden. Na sluiting van het onderzoek ter zitting heeft de voorzieningenrechter mondeling uitspraak gedaan.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend voor een eventuele bodemprocedure. Verzoeker is niet geslaagd in het aanvoeren van nieuwe feiten die een andere uitkomst rechtvaardigen dan de eerdere afwijzing. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de omgevingsvergunning enkel betrekking heeft op het dichtmaken en herstellen van de gevels, en niet op de sloop van een vleugel, waarvoor geen omgevingsvergunning vereist is. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.