In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, waarin zijn bezwaar tegen een dwangbevel niet-ontvankelijk werd verklaard. Het dwangbevel was uitgevaardigd omdat eiser zijn bijstandsuitkering had geschonden door niet alle gevraagde bewijsstukken in te leveren. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 21 december 2022, maar zowel eiser als verweerder zijn niet verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college op 4 november 2020 de bijstandsuitkering van eiser per 16 oktober 2020 heeft beëindigd en dat er een terugvordering van € 1.034,76 heeft plaatsgevonden. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen het dwangbevel, maar dit werd niet-ontvankelijk verklaard op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelt dat tegen een dwangbevel geen bezwaar of beroep mogelijk is, en dat eiser zich tot de civiele rechter moet wenden om het dwangbevel aan te vechten.
De rechtbank heeft ook vastgesteld dat het beroep van eiser tegen de beslissing op bezwaar van 7 januari 2021 te laat is ingediend, aangezien de termijn van zes weken was overschreden. De rechtbank concludeert dat het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond is en dat het beroep tegen de beslissing op bezwaar niet-ontvankelijk wordt verklaard. Eiser krijgt geen gelijk en ontvangt geen terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. V.M. Schotanus en openbaar gemaakt op 5 januari 2023.