ECLI:NL:RBZWB:2023:6282

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 augustus 2023
Publicatiedatum
7 september 2023
Zaaknummer
10326879 CV EXPL 23-354
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van gas- en elektriciteitskosten op basis van ongerechtvaardigde verrijking

In deze civiele zaak heeft Enexis Netbeheer B.V. een vordering ingesteld tegen H.O.D.N. [bedrijf gedaagde01] wegens het niet betalen van gas- en elektriciteitskosten. Enexis heeft gedurende drie periodes gas en elektriciteit geleverd aan de gedaagde, terwijl er geen overeenkomst was afgesloten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van Enexis, omdat zij gebruik heeft gemaakt van de geleverde energie zonder daarvoor te betalen. De vordering van Enexis is toegewezen, waarbij de gedaagde werd veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 6.771,74, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast is de gedaagde ook veroordeeld in de proceskosten van Enexis, die zijn vastgesteld op € 1.287,30. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Enexis als netbeheerder niet verantwoordelijk is voor het aanbieden van een energieovereenkomst aan de gedaagde, en dat het aan de gedaagde zelf is om een overeenkomst af te sluiten met een energieleverancier. De gedaagde heeft niet betwist dat zij in de betreffende periodes energie heeft verbruikt, en de kantonrechter heeft de hoogte van de vordering van Enexis als redelijk beoordeeld.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 10326879 CV EXPL 23-354
Vonnis van 30 augustus 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap
ENEXIS NETBEHEER B.V.,
gevestigd te ‘s-Hertogenbosch,
eisende partij,
hierna te noemen: Enexis,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde01] , H.O.D.N. [bedrijf gedaagde01],
wonende te [woonplaats01] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde01] ,
gemachtigde: mr. M. Martis.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 22 maart 2023 met de daarin genoemde processtukken;
- de akte met aanvullende producties zijdens Enexis van 19 juli 2023;
- de mondelinge behandeling van 25 juli 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
[gedaagde01] drijft een eenmanszaak aan het [adres01] te [plaats01] (hierna te noemen: het adres). Zij heeft op het adres een aansluiting op het openbare gas- en elektriciteitsnet. Enexis is de beheerder van het net in de provincie Noord-Brabant. Enexis is in die hoedanigheid verantwoordelijk voor het transport van gas en elektriciteit over het net en het aan- en afsluiten van afnemers op het net.
2.2
Enexis heeft gedurende een drietal periodes gas en elektriciteit geleverd aan [gedaagde01] toen zij voor de aansluiting geen overeenkomst (meer) had met een energieleverancier. Aan het einde van iedere periode heeft Enexis een afrekening opgemaakt van het energieverbruik en de kosten daarvan aan [gedaagde01] gefactureerd:
Factuurdatum
Periode
Factuurbedrag
Vervaldatum
10-11-2021
17-12-2020 tot 07-04-2021
€ 3.314,29
24-11-2021
17-02-2022
10-09-2021 tot 07-10-2021
€ 665,78
03-03-2022
25-05-2022
10-12-2021 tot 20-01-2022
€ 2.111,81
08-06-2022
2.3
Op 30 november 2021 heeft Enexis [gedaagde01] aangemaand om tot betaling van de factuur van 10 november 2021 over te gaan. Er zijn ook aanmaningen verstuurd voor de facturen van 17 februari 2022 en 25 mei 2022. [gedaagde01] heeft de facturen niet betaald.

3.Het geschil

3.1
Enexis vordert - samengevat - om [gedaagde01] bij vonnis te veroordelen tot betaling van € 7.196,36 (bestaande uit € 6.091,88 aan hoofdsom, € 679,59 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 424,91 aan wettelijke rente tot 11 januari 2023), te vermeerderen met de wettelijke rente van 8,00% per jaar over € 6.771,47 vanaf 19 januari 2023 tot en met de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde01] in de proceskosten.
3.2
Enexis legt aan haar vordering ten grondslag dat zij gas en elektriciteit heeft geleverd via de aansluiting van [gedaagde01] zonder dat partijen daartoe een overeenkomst hebben gesloten en zonder dat [gedaagde01] voor die levering heeft betaald. [gedaagde01] is hierdoor ongerechtvaardigd verrijkt. Enexis heeft het verbruik vastgesteld op basis van de meterstanden die de slimme meter automatisch heeft doorgestuurd. Hiervoor heeft Enexis aan [gedaagde01] vergoedingen in rekening gebracht conform het gemiddelde van het variabele tarief dat in de betreffende periodes door energieleveranciers in rekening werd gebracht. [gedaagde01] heeft de facturen niet betaald.
3.3
[gedaagde01] voert verweer. [gedaagde01] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Enexis, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Enexis, met veroordeling van Enexis in de kosten van deze procedure. Hiertoe voert [gedaagde01] – kort samengevat – aan dat Enexis de grondslag van gerechtvaardigde verrijking onvoldoende heeft onderbouwd en dat zij bij [gedaagde01] als consument door onduidelijke communicatie verwarring heeft laten ontstaan. Zo ligt het op de weg van een energieleverancier om [gedaagde01] een contract te doen toekomen, is het haar niet duidelijk of zij nu gas en/of elektriciteit heeft afgenomen bij Enexis en vraagt zij zich af of de meterstanden correct zijn afgenomen.

4.De beoordeling

4.1
Enexis baseert haar vordering op ongerechtvaardigde verrijking in de zin van artikel 6:212 BW. Voor een geslaagd beroep hierop dient Enexis te stellen en zo nodig te bewijzen dat [gedaagde01] ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van Enexis en dat Enexis is verarmd. In dat geval dient [gedaagde01] de schade die Enexis hierdoor heeft geleden te vergoeden tot het bedrag van haar verrijking.
4.2
[gedaagde01] gaat er naar het oordeel van de kantonrechter ten onrechte vanuit dat Enexis haar een overeenkomst had moeten aan bieden. Enexis heeft onweersproken gesteld dat zij als netbeheerder niet op mag treden als energieleverancier (vergunninghouder) van elektriciteit en gas. Het is volgens Enexis aan de afnemer zelf om een energieovereenkomst af te sluiten met een energieleverancier. Doet de afnemer dat niet, of wordt de energieovereenkomst beëindigd, dan dient Enexis in beginsel over te gaan tot fysieke afsluiting. Dit neemt niet weg dat de afnemer elektriciteit en gas kan afnemen zolang hij niet fysiek is afgesloten. Dit verbruik leidt ertoe dat Enexis met kosten wordt geconfronteerd, welke zij niet kan verhalen op een energieleverancier. Ook dit wordt door [gedaagde01] niet betwist. De kantonrechter concludeert hieruit dat, indien komt vast te staan dat [gedaagde01] elektriciteit en gas heeft verbruikt zonder dat zij op die momenten een energieovereenkomst had met een energieleverancier, Enexis is verarmd en [gedaagde01] ten koste van Enexis ongerechtvaardigd is verrijkt.
4.3
Enexis heeft onweersproken gesteld dat zij in het Centraal Aansluitingenregister kan zien op welke data de energieovereenkomsten van [gedaagde01] voor de aansluiting op het adres zijn beëindigd en op welke data zij een nieuwe overeenkomst heeft afgesloten. Enexis heeft uitdraaien uit dat register overgelegd waaruit zulks blijkt. De kantonrechter stelt op basis daarvan vast dat [gedaagde01] gedurende de periodes van 17 december 2020 tot 7 april 2021, van 10 september 2021 tot 7 oktober 2021 en van 10 december 2021 tot 20 januari 2022 geen energieovereenkomst had voor de aansluiting op het adres.
4.4
Enexis heeft [gedaagde01] in die periodes niet fysiek van het openbare net afgesloten, omdat de periodes steeds van korte duur waren en [gedaagde01] telkens op enig moment weer een nieuwe energieovereenkomst afsloot. [gedaagde01] heeft erkend dat zij in de hiervoor genoemde periodes nog elektriciteit en gas heeft verbruikt. Daarmee staat vast dat sprake is van een ongerechtvaardigde verrijking ten koste van Enexis. [gedaagde01] dient voor haar verbruik te betalen.
4.5
De kantonrechter komt nu toe aan de vraag welk bedrag [gedaagde01] dan moet betalen. [gedaagde01] trekt de wijze waarop Enexis het verbruik berekend heeft in twijfel. In reactie daarop heeft Enexis gesteld dat [gedaagde01] een zogeheten ‘slimme meter’ heeft. De meterstanden worden op afstand uitgelezen als een energieovereenkomst wordt beëindigd respectievelijk aangegaan. Enexis brengt dan het verschil tussen de eindstand en de beginstand in rekening. [gedaagde01] heeft niet betwist dat zij een dergelijke slimme meter heeft. Nu verder ook niet is gebleken dat de slimme meter verkeerde meterstanden heeft doorgegeven, gaat de kantonrechter uit van het door Enexis genoemde verbruik.
4.6
Tegen de hoogte van het door Enexis gehanteerde tarief is geen afzonderlijk verweer gevoerd. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van de drie facturen van in totaal € 6.091,88 in zijn geheel toe.
4.7
Enexis vordert ook een vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten van € 679,59. De onderhavige vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is (hierna te noemen: het Besluit). Conform de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het Rapport Voorwerk II komen buitengerechtelijke incassokosten slechts voor vergoeding in aanmerking indien zij betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een (niet aanvaard) schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Enexis heeft in dat kader gesteld dat er meerdere sommatiebrieven zijn verstuurd, dat er een betalingsregeling is getroffen en dat er meermaals telefonisch contact is geweest met [gedaagde01] . [gedaagde01] heeft deze stellingen, mede gelet op de afschriften van de correspondentie die Enexis heeft overgelegd, onvoldoende gemotiveerd weersproken. Daarnaast is een vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten slechts toewijsbaar voor zover de omvang daarvan redelijk is. De vordering van Enexis sluit aan bij de tarieven van het Besluit, die in zijn algemeenheid redelijk worden geacht. Deze vordering zal dan ook worden toegewezen.
4.9
De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van de wettelijke (handels)rente van 8,00% per jaar af. Artikel 6:119a BW is immers niet van toepassing op een vordering tot betaling van een schadevergoeding. In plaats daarvan zal de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW worden toegewezen.
4.1
[gedaagde01] is de partij die grotendeels ongelijk krijgt en zij moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Enexis worden vastgesteld op:
- kosten van de dagvaarding
113,30
- griffierecht
514,00
- salaris gemachtigde
660,00
(2,00 punten × € 330,00)
Totaal
1.287,30
4.11
De nakosten aan de zijde van Enexis worden begroot op € 132,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen, als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis is voldaan, met de explootkosten van betekening van dit vonnis als er vervolgens betekening heeft plaatsgevonden.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1
veroordeelt [gedaagde01] om, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, een bedrag van € 6.771,74 aan Enexis te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de vervaldata van de facturen tot aan de dag van algehele voldoening;
5.2
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, aan de zijde van Enexis tot dit vonnis vastgesteld op € 1.287,30;
5.3
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds en in het openbaar uitgesproken op 30 augustus 2023.