Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
betaling binnen 21 dagen”, is het eenzijdig opleggen van een betalingstermijn die niet vooraf tussen partijen is overeengekomen. Dit is geen fatale termijn zoals bedoeld in artikel 6:83 sub a BW en daarom is er ook geen sprake van verzuim na die betalingstermijn.
- € 507,00 aan griffierecht;
- € 123,32 aan dagvaardingskosten (inclusief advertentiekosten Staatscourant in verband met openbare betekening);
- € 434,00 aan salaris gemachtigde (3,5 punten x € 124,00).