ECLI:NL:RBZWB:2023:6238

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 januari 2023
Publicatiedatum
6 september 2023
Zaaknummer
9395381 CV EXPL 21-2362 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Thielen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurovereenkomst en opzegtermijn bij afzien van geaccepteerde woning

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Beveland Wonen en een huurder, aangeduid als [gedaagde01]. De huurder had een woning geaccepteerd via de website van Beveland Wonen, maar besloot later af te zien van de woning. Beveland Wonen vorderde betaling van een bedrag dat bestond uit de huurprijs voor de opzegtermijn en bijkomende kosten. De rechtbank oordeelde dat er een huurovereenkomst tot stand was gekomen door de acceptatie van de woning door de huurder. De huurder was op de hoogte van de spelregels die inhielden dat bij afzien van de woning kosten in rekening konden worden gebracht. De rechtbank wees de vordering van Beveland Wonen toe, waarbij de huurder werd veroordeeld tot betaling van € 458,43 aan hoofdsom, € 83,20 aan buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente. De proceskosten werden eveneens aan de huurder opgelegd, die als in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Middelburg
zaak/rolnr.: 9395381 \ CV EXPL 21-2362
vonnis d.d. 25 januari 2023
inzake
de stichting
Stichting Beveland Wonen,
gevestigd te Goes,
eiseres,
verder te noemen: Beveland Wonen,
gemachtigde: M.P.A. Roelands, gerechtsdeurwaarder te Bergen op Zoom,
tegen
[gedaagde01] ,
wonende te België,
gedaagde,
verder te noemen: [gedaagde01] ,
procederend in persoon.

1.Het verloop van het geding

1.1
De procesgang blijkt uit het tussenvonnis van 15 juni 2022 en de daarin genoemde processtukken.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 9 januari 2023. Aanwezig waren mevrouw [naam01] en mevrouw [naam02] namens Beveland Wonen, bijgestaan door de heer [naam03] , en [gedaagde01] . De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat is besproken. Ter zitting is door de kantonrechter aan [gedaagde01] een kopie van de dagvaarding met producties overhandigd.
1.3
Ter zitting is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

2.1
Beveland Wonen verhuurt woningen in de provincie Zeeland. Om tot huurovereenkomsten te komen biedt zij deze woningen aan via de website zuidwestwonen.nl (hierna: de website van Zuidwestwonen).
2.2
[gedaagde01] heeft zich ingeschreven op de website van Zuidwestwonen.
2.3
Op de website van Zuidwestwonen is onder meer vermeld:
“Voor het gebruik van onze website geldt een aantal spelregels. Lees deze spelregels goed door! Bij gebruik van deze website gaat u akkoord met de spelregels.
(…)
Spelregel 14
Weigeren van een woning(…)
Ook als u de woning eerst heeft geaccepteerd, mag u de woning nog weigeren. Maar dan kan de corporatie u een boete geven óf uw inschrijving blokkeren. (…)”
2.4
[gedaagde01] heeft via de website van Zuidwestwonen gereageerd op een door Beveland Wonen aangeboden huurwoning aan het [adres01] te [plaats01] (hierna: de woning).
2.5
[gedaagde01] heeft de woning op 8 januari 2021 bezichtigd (hierna: de bezichtiging). In de uitnodiging voor de bezichtiging van 23 december 2020 is onder meer opgenomen:
“(…) Gefeliciteerd! Wij willen u de woning [adres01] te [plaats01] aanbieden.
(…)
De bruto huurprijs is € 747,98 per maand.
(…)
Natuurlijk kunt u de woning bezichtigen voordat u de woning definitief accepteert.
De volgende afspraak hebben wij met u gemaakt: Op 08-01-2021 om 10.00 uur heeft u de afspraak met de regiobeheerder [naam04] bij de oning.
(…)
Hoe kan ik de woning definitief accepteren of weigeren?
Na het bezichtigenvan de woning, logt u in op www.zuidwestwonen.nl > naar de pagina “Aangeboden woningen” en accepteer of weiger de woning.Doe dit voor 10-01-2021 voor 12.00 uur.
(…)
Ik heb de woning definitief geaccepteerd, wat nu?
De woning is per direct beschikbaar. Er wordt binnen 7 werkdagen contact met u opgenomen voor het maken van een afspraak voor het ondertekenen van de huurovereenkomst en de sleuteloverdracht. Vanaf deze dag betaalt u de huur.
(…)
Welke huurvoorwaarden zijn van toepassing?
Als u een woning bij ons huurt gelden de algemene huurvoorwaarden. U vindt deze voorwaarden in de bijlage.
Ik heb de woning definitief geaccepteerd maar zie toch af van deze woning, kan dat?
Ja, dat kan. U betaalt alleen wel één maand huur (inclusief servicekosten). Als u dat bedrag heeft betaald, activeren we uw inschrijving en zijn uw oude inschrijfgegevens weer van kracht.
(…)”
2.6
Op de website van Zuidwestwonen heeft [gedaagde01] aangeklikt dat hij de woning accepteert.
2.7
In de mail van 10 januari 2021 stuurt Zuidwestwonen namens Beveland Wonen aan [gedaagde01] :
“(…) U heeft de woning [adres01] te [plaats01] definitief geaccepteerd. (…)
Ik heb de woning definitief geaccepteerd maar zie toch af van deze woning, kan dat?
Ja, dat kan. Neemt u hiervoor contact met ons op. U betaalt één maand huur (inclusief servicekosten). (…)”
2.8
Op 12 januari 2021 heeft Zuidwestwonen de eerste huurnota voor de periode 22 januari 2021 tot en met 28 februari 2021 ter hoogte van € 989,26 aan [gedaagde01] verzonden. Daarnaast heeft zij die datum een uitnodiging verzonden voor een sleuteluitreiking en het tekenen van het huurcontract op 22 januari 2021 om 12.30 uur in de woning.
2.9
Op 19 januari 2021 heeft [gedaagde01] telefonisch en vervolgens bij emailbericht aan Zuidwestwonen laten weten dat hij van de woning afziet omdat hij een andere woning heeft gevonden.
2.1
In reactie hierop heeft Beveland Wonen op 20 januari 2021 per emailbericht het volgende aan [gedaagde01] meegedeeld:
“(…) Doordat wij deze woning voor u hebben gereserveerd, brengen wij u de kosten met betrekking tot de huurderving in rekening.
Dit gaat over de periode van 1 januari tot en met 19 januari 2021 een bedrag van € 458,43.
U ontvangt hierover een factuur. (…)”
2.11
Met de factuur gedateerd 21 januari 2021 heeft Beveland Wonen het bedrag van € 458,43 bij [gedaagde01] in rekening gebracht. Bij brief van 31 maart 2021 wordt [gedaagde01] gesommeerd voornoemd bedrag te voldoen binnen 14 dagen vanaf de dag nadat deze brief zou zijn bezorgd, met de aanzegging dat bij het uitblijven van tijdige betaling buitengerechtelijke incassokosten vermeerderd met btw en rente in rekening worden gebracht.

3.Het geschil

3.1
Beveland Wonen vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde01] te veroordelen tot betaling van € 543,36 (bestaande uit € 458,43 aan hoofdsom, € 83,20 inclusief btw aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en € 1,73 aan wettelijke rente vanaf de datum van verzuim tot 30 april 2021), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 458,43 vanaf 30 april 2021 tot de dag van algehele voldoening met veroordeling van [gedaagde01] in de kosten van het geding.
3.2
Beveland Wonen legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde01] bekend was met het feit dat aan het afzien van een geaccepteerde woning kosten zijn verbonden. Hij is hierop in de spelregels van de website van Zuidwestwonen gewezen en ook uitdrukkelijk in de uitnodiging van 23 december 2020 voor de bezichtiging. De kennisgeving van [gedaagde01] dat hij afziet van de woning beschouwt zij als een opzegging van de huurovereenkomst. Gelet op de opzegtermijn van één maand zou [gedaagde01] één maand huur aan Beveland Wonen moeten betalen. Om hem tegemoet te komen heeft zij slechts een bedrag van € 458,43 in rekening gebracht.
3.3
[gedaagde01] voert verweer.
3.4
De standpunten van partijen komen hierna – voor zover relevant – nader aan de orde.

4.De beoordeling

Dagvaarding
4.1
Ten eerste heeft [gedaagde01] zich beroepen op de nietigheid van de dagvaarding. Zoals al in het vonnis van 8 december 2021 is overwogen slaagt dit beroep niet. De kantonrechter herhaalt dat op grond van artikel 66 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) een gebrek in een exploot van dagvaarding slechts nietigheid meebrengt voor zover aannemelijk is dat [gedaagde01] door het gebrek onredelijk is benadeeld. Aangezien [gedaagde01] in de procedure is verschenen, is van benadeling geen sprake.
4.2
Ten tweede heeft [gedaagde01] aangevoerd dat de uitgebrachte dagvaarding niet aan de juiste vereisten van een goede procesorde voldoet omdat de producties ontbreken. Daarom dient Beveland Wonen volgens [gedaagde01] niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering. Dit verweer slaagt eveneens niet. Voor zover de producties al bij de uitgebrachte dagvaarding ontbraken heeft [gedaagde01] daarover tijdig de beschikking gehad en is er geen sprake van een gebrek waardoor [gedaagde01] is benadeeld. De producties in kwestie betreffen stukken die [gedaagde01] reeds bekend zijn althans behoren te zijn, nu dit deels correspondentie betreft met [gedaagde01] zelf en deels stukken zijn die [gedaagde01] zelf ook heeft overgelegd. Daarnaast is tijdens de mondelinge behandeling aan [gedaagde01] een kopie van de dagvaarding met alle producties overhandigd, waarbij [gedaagde01] zich uitdrukkelijk voldoende geïnformeerd heeft verklaard en een schorsing van de zitting om de stukken te lezen niet nodig achtte.
4.3
Ten derde heeft [gedaagde01] aangevoerd dat sprake is van misbruik van recht en dat Beveland Wonen daarom niet-ontvankelijk in haar vorderingen dient te worden verklaard. Volgens [gedaagde01] is bewust de route gekozen om de dagvaarding openbaar uit te brengen en te hopen dat hij niet op de hoogte zou zijn van de dagvaarding en zo een verstekvonnis zou worden verkregen. Beveland Wonen had hem de dagvaarding ook per e-mailbericht kunnen doen toezenden. Bovendien wist de gemachtigde van Beveland Wonen via raadpleging van het BRP dat hij in het buitenland, België, verkeerde en had Beveland Wonen hem daar moeten dagvaarden. Beveland Wonen betwist uitdrukkelijk dat sprake is van misbruik van recht en stelt dat zij de dagvaarding terecht openbaar heeft laten betekenen.
De kantonrechter overweegt op dit punt als volgt. Op grond van artikel 54 Rv dient de dagvaarding openbaar te worden betekend indien woonplaats en werkelijk verblijf (al dan niet binnen of buiten Nederland) onbekend zijn. Beveland Wonen stelt onder verwijzing naar het uittreksel van het BRP dat [gedaagde01] ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding een onbekende woonplaats had in het buitenland. [gedaagde01] stelt ook zelf dat hij in het buitenland, België, verbleef. Uit het overgelegde uittreksel van het BRP blijkt dat [gedaagde01] zijn adres in België niet heeft doorgegeven aan de gemeente in Nederland waar hij als laatste stond ingeschreven. Evenmin is gesteld noch gebleken dat [gedaagde01] zijn Belgische adres aan Beveland Wonen heeft doorgegeven. Bij Beveland Wonen was destijds een adres in Utrecht bekend, maar dat was – gelet op het feit dat hij in het buitenland verkeerde – slechts een postadres en niet de werkelijke verblijfplaats van [gedaagde01] . Dit betekent dat het Beveland Wonen vrij stond om tot openbare betekening over te gaan. Hieraan doet niet af het verweer van [gedaagde01] dat de dagvaarding hem ook had kunnen worden gemaild of naar zijn postadres had kunnen worden verzonden. Een wettelijke plicht daartoe ontbreekt. Gelet op het voorgaande is geen sprake van misbruik van recht en faalt het verweer van [gedaagde01] .
Huurovereenkomst
4.4
Ten vierde voert [gedaagde01] als verweer aan dat er tussen hem en Beveland Wonen geen huurovereenkomst met betrekking tot de woning is gesloten. Het accepteren van de woning via een klik op de website is hiervoor volgens hem onvoldoende. Hij was toen immers nog niet op de hoogte van alle ins en outs van de huurovereenkomst, omdat hij de concept huurovereenkomst pas 12 januari 2021 heeft ontvangen. Ook had hij nog geen akkoord gesloten met de voorgaande huurder ter zake van over te nemen zaken. [gedaagde01] was daarom in de veronderstelling dat hij nergens aan vast zat.
4.5
Een overeenkomst komt tot stand door middel van aanbod en aanvaarding. Vaststaat dat [gedaagde01] het aanbod van Beveland Wonen heeft geaccepteerd om de woning, die per direct beschikbaar was, te huren tegen een huurprijs van € 747,98 per maand. Daarbij is [gedaagde01] er in de brief van 23 december 2020 uitdrukkelijk op gewezen dat het gaat om een ‘definitief’ en derhalve zonder voorbehoud accepteren. Nu partijen hiermee overeenstemming hadden over de essentialia van de huurovereenkomst, namelijk de te huren zaak (de woning) en de tegenprestatie (de huurprijs), is er sprake van een tussen hen gesloten huurovereenkomst. Dat in de nadien op 12 januari 2021 toegestuurde concept huurovereenkomst nog nadere bepalingen zijn vermeld doet daaraan niet af.
4.6
Het feit dat [gedaagde01] nog geen afspraak had gemaakt met de vertrekkende huurder over eventueel over te nemen zaken maakt het voorgaande eveneens niet anders. De overname van zaken van de vertrekkende huurder maakt geen onderdeel uit van de huurovereenkomst en/of van een met Beveland Wonen te sluiten overeenkomst. De overnameafspraken zouden immers hooguit een tussen [gedaagde01] en de vertrekkende huurder te sluiten overeenkomst betreffen. Hier is [gedaagde01] in de brief van 23 december 2020 ook op gewezen:
De vertrekkende huurder biedt spullen ter overname aan. U kunt de aangeboden zaken ter plaatse bekijken. De onderhandeling over deze zaken is iets tussen u en de vertrekkende huurder. Als nieuwe huurder bent u niet verplicht om overnamezaken te accepteren.
(…)
4.7
Gelet op het voorgaande had [gedaagde01] toen hij op 19 januari 2021 aangaf van de woning te willen afzien en daarmee de huurovereenkomst opzegde rekening moeten houden met de opzegtermijn van een maand, die uit de wet volgt, en de betaling van de huurprijs over die maand. Hierop was [gedaagde01] uitdrukkelijk gewezen door middel van de spelregels en in de brief van 23 december 2020. Dat [gedaagde01] terecht heeft opgemerkt dat Beveland Wonen in haar e-mail van 20 januari 2021 en in haar brief van 21 januari 2021 een foutieve periode vermeldt (namelijk 1 tot en met 19 januari 2021), maakt niet dat [gedaagde01] de huurprijs over één maand huur niet verschuldigd is. Nu Beveland Wonen coulancehalve een lager bedrag dan een maand heeft gevorderd, zal de kantonrechter het gevorderde bedrag van € 458,43 toewijzen.
Wettelijke rente
4.8
De gevorderde wettelijke rente zal over voormeld bedrag worden toegewezen vanaf de datum van dagvaarding en niet vanaf de uiterste betaaldatum zoals vermeld op de factuur. Het enkel op een factuur vermelden van een betalingstermijn, zoals in dit geval “
betaling binnen 21 dagen”, is het eenzijdig opleggen van een betalingstermijn die niet vooraf tussen partijen is overeengekomen. Dit is geen fatale termijn zoals bedoeld in artikel 6:83 sub a BW en daarom is er ook geen sprake van verzuim na die betalingstermijn.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.9
Beveland Wonen maakt daarnaast aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is omdat het verzuim na 30 juni 2012 is ingetreden. Aangezien Beveland Wonen [gedaagde01] een aanmaning heeft gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW, het gevorderde bedrag van € 83,20 overeenkomst met het in het Besluit bepaalde tarief en Beveland Wonen de btw niet kan verrekenen, is dit deel van de vordering toewijsbaar.
Proceskosten
4.1
[gedaagde01] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van Beveland Wonen begroot op in totaal € 1.064,32, bestaande uit:
  • € 507,00 aan griffierecht;
  • € 123,32 aan dagvaardingskosten (inclusief advertentiekosten Staatscourant in verband met openbare betekening);
  • € 434,00 aan salaris gemachtigde (3,5 punten x € 124,00).

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1
veroordeelt [gedaagde01] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Beveland Wonen te betalen een bedrag van € 541,63, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 458,43 vanaf 12 mei 2021 tot aan de dag van algehele voldoening;
5.2
veroordeelt [gedaagde01] in de kosten van dit geding, aan de zijde van Beveland Wonen tot op heden begroot op € 1.064,32;
5.3
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. Thielen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.