ECLI:NL:RBZWB:2023:6222

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
31 augustus 2023
Publicatiedatum
6 september 2023
Zaaknummer
AWB- 23_2549
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 31 augustus 2023, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda behandeld. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van 14 maart 2023, maar de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat eiseres het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet heeft betaald. De rechtbank wijst erop dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het betalen van griffierecht een voorwaarde is voor het instellen van beroep. De griffier had eiseres in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken na dagtekening van de brief te betalen, maar eiseres heeft dit niet gedaan. Bovendien heeft zij geen verontschuldigingen aangedragen voor het niet tijdig betalen van het griffierecht. Hierdoor blijft het bestreden besluit in stand en wordt het beroep niet inhoudelijk beoordeeld. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak, dat binnen zes weken na verzending ingediend kan worden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/2549 PW

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 augustus 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. J.C. Kotteman),
en

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda.

Inleiding

In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit van het college van 14 maart 2023.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

1. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
2. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 50,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een goede reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft eiseres het griffierecht tijdig betaald?
3. De griffier heeft eiseres in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van de betreffende brief. Daarna is eiseres bij aangetekend verzonden brief van 24 mei 2023 nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen. Eiseres heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
4. Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

5. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van
mr. E.M.A. Vissers-van Es, griffier op 31 augustus 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
rechter
De griffier is niet in de gelegenheid deze uitspraak mede te ondertekenen.
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.