4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
op 20 augustus 2022 te Oosterhout als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, daarmede rijdende over de weg, Vrachelsedijk en/of Burgemeester Huijbregts-Schiedonlaan, zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend,
- in onvoldoende mate naar het voor haar, verdachte, gelegen fietspad te kijken of dit fietspad vrij was van verkeersdeelnemers,
- geen gevolg te geven aan verkeersbord B6 en haaientanden,
- geen voorrang te verlenen aan een fietser en
- in botsing te komen met de fietser, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten
- een hoofdwond,
en
- scheuren in het bot van het gezicht,
werd toegebracht, terwijl zij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8 tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994;
2
op 20 augustus 2022 te Oosterhout, als bestuurder van een motorrijtuig, (Opel Corsa, [kenteken] ), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in haar adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wegenverkeerswet 1994, hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.