Op 6 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot moord en het voorhanden hebben van een semiautomatisch vuurwapen. De zaak vond zijn oorsprong in een schietincident op 12 juni 2022 in Tilburg, waarbij de verdachte samen met een medeverdachte op een slachtoffer schoot. Tijdens de zitting op 23 augustus 2023 werden de standpunten van de officier van justitie en de verdediging besproken. De officier van justitie stelde dat er wettig en overtuigend bewijs was voor de schuld van de verdachte, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak wegens gebrek aan bewijs.
De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om te stellen dat de verdachte wetenschap had van het vuurwapen dat door de medeverdachte werd gebruikt. Ondanks de nauwe samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte tijdens het schietincident, was er geen bewijs dat de verdachte op de hoogte was van het vuurwapen. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van zowel de poging tot moord als het voorhanden hebben van het vuurwapen.
Daarnaast werd de benadeelde partij, het slachtoffer, niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte was vrijgesproken van de feiten die aan de schade ten grondslag lagen. De rechtbank gelastte ook de teruggave van een in beslag genomen auto aan de verdachte, terwijl het vuurwapen en de munitie onttrokken werden aan het verkeer.