ECLI:NL:RBZWB:2023:6167
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake bestuursrechtelijke beslissing
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 augustus 2023 uitspraak gedaan op het verzet van een belanghebbende, een B.V. uit [plaats], tegen een eerdere uitspraak van 5 juni 2023. De rechtbank had in die uitspraak het beroep van de belanghebbende tegen de beslissing op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroep niet tijdig was ingediend. De belanghebbende had op 21 september 2022 bezwaar gemaakt, maar het beroepschrift werd pas op 27 januari 2023 ontvangen, wat buiten de termijn van zes weken viel.
De rechtbank oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. De belanghebbende voerde aan dat zij verhuisd was en dat een e-mail van 12 september 2022 als adreswijziging kon worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde echter dat het college niet verplicht was om deze e-mail als zodanig te beschouwen, omdat de belanghebbende niet expliciet had aangegeven dat haar adres was gewijzigd. De rechtbank bevestigde dat de beslissing op bezwaar rechtsgeldig was bekendgemaakt naar het oude adres.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het verzet ongegrond, waarmee de eerdere uitspraak in stand bleef. De belanghebbende heeft geen mogelijkheid tot hoger beroep tegen deze uitspraak, maar kan wel een beroepschrift indienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als zij het niet eens is met de beslissing op het beroep.