ECLI:NL:RBZWB:2023:6133
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in kinderopvangtoeslagzaak na intrekking van beroep
In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. L.A.E. Timmer, de Belastingdienst/Toeslagen als verweerder aangesproken vanwege het niet tijdig beslissen op zijn bezwaren tegen twee beschikkingen inzake kinderopvangtoeslag en een afwijzing van compensatie. Verzoeker heeft op 7 april 2023 verweerder in gebreke gesteld en op 27 april 2023 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing. Op 4 juli 2023 heeft verweerder alsnog op de bezwaren beslist, waarna verzoeker zijn beroepen heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft de verzoeken om proceskostenveroordeling toegewezen, omdat verweerder tegemoet is gekomen aan verzoeker door alsnog te beslissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kosten voor de procesvoering moeten worden vergoed, en heeft de hoogte van de vergoeding berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank heeft de zaken 23/2729, 23/2730 en 23/2731 als één zaak behandeld, wat heeft geleid tot een totale vergoeding van € 418,50 voor proceskosten en € 150,- aan griffierecht.
De uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders op 30 augustus 2023 en is openbaar gemaakt. Partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.