ECLI:NL:RBZWB:2023:6123

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
31 augustus 2023
Publicatiedatum
4 september 2023
Zaaknummer
AWB- 22_5588
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de afwijzing van een WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 31 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. M.J.E.M. Edelmann, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), vertegenwoordigd door mr. J.F.C.A.M. Brouwers-Weterings. Eiser had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering, welke door het UWV was afgewezen op de grond dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Eiser was van mening dat deze beslissing onterecht was en heeft hiertegen beroep aangetekend.

De rechtbank heeft de zaak op 21 augustus 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde, evenals de gemachtigde van het UWV, aanwezig waren via een beeldverbinding. Eiser had zich op 4 februari 2020 ziekgemeld en stelde dat hij niet in staat was om de door het UWV aangeduide functies te vervullen. De rechtbank heeft de medische en arbeidskundige onderbouwing van het UWV beoordeeld, waaronder rapporten van een arts en een arbeidsdeskundige.

De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat eiser op 1 februari 2022 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank oordeelt dat de door het UWV aangeduide functies, waaronder productieplanner en administratief medewerker, geschikt zijn voor eiser, ondanks zijn bezwaren. Eiser heeft geen bewijs geleverd dat de functies niet passend zijn, en de rechtbank vindt de onderbouwing van het UWV voldoende. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen recht heeft op de gevraagde WIA-uitkering en dat de proceskosten niet worden vergoed.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Inloopteam bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/5588

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser

(gemachtigde: mr. M.J.E.M. Edelmann),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(hierna: het UWV), verweerder
(gemachtigde: mr. J.F.C.A.M. Brouwers-Weterings).
Aan dit geding heeft verder deelgenomen:
[werkgever], gevestigd in [vestigingsplaats] , derde partij (hierna: werkgever).

Inleiding

Het UWV heeft de aanvraag van eiser om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) afgewezen, omdat eiser minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
In bezwaar is het UWV bij dit besluit gebleven.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen deze beslissing op bezwaar (het bestreden besluit) van 26 oktober 2022.
De rechtbank heeft het beroep op 21 augustus 2023 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van het UWV.

Wat ging aan deze procedure vooraf

1. Eiser heeft voor het laatst gewerkt als begeleider nachtdienst bij werkgever en als chauffeur bij [bedrijf] voor in totaal gemiddeld 29,26 uur per week. Op 4 februari 2020 heeft eiser zich ziekgemeld voor dit werk vanwege gezondheidsklachten.
2. Eiser heeft een aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet WIA gedaan. Het UWV heeft na medisch en arbeidskundig onderzoek de besluiten genomen die in de inleiding zijn genoemd.

Wat vindt het UWV

3. Het UWV vindt dat eiser op 1 februari 2022 voor 29,93% arbeidsongeschikt is en heeft daarom geweigerd om aan eiser een WIA-uitkering toe te kennen.
4. Het UWV heeft de medische grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een arts van 18 januari 2022 (de sociaal-medische beoordeling). [1] De medische belastbaarheid van eiser is opgenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 20 januari 2022.
5. Het UWV heeft de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (arbeidsdeskundige B&B) van 24 oktober 2022
.

Wat vindt eiser

6. Eiser is het niet eens met het UWV. Hij stelt dat hij de functies productieplanner/werkvoorbereider en administratief medewerker notaris/advocaat/rechtbank niet kan verrichten. Eiser stelt dat de ooit door hem behaalde opleiding tot administratief medewerker op dit moment niets meer waard is, omdat hij er niets mee heeft gedaan en is gaan werken in de zorg. Volgens eiser kan van hem niet gevergd worden dat hij op inmiddels 60-jarige leeftijd enige administratieve functie kan vervullen. Ter zitting heeft eiser nog aangevoerd dat hij de administratieve functies niet kan verrichten vanwege leidinggevende aspecten en het hanteren van emotionele problemen van anderen. Als er al functies geduid zouden kunnen worden zouden dit functies in de productie moeten zijn, waarbij het gemiddeld uurloon lager ligt en het arbeidsongeschiktheidspercentage daarmee omhoog gaat.

Wat vindt de rechtbank

7. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiser geen recht heeft op een WIA-uitkering omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiser daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiser op 1 februari 2022 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
8. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiser op 1 februari 2022 minder dan 35% arbeidsongeschikt is en dus geen recht heeft op een WIA-uitkering. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
9. De arbeidsdeskundige heeft op grond van de FML van 20 januari 2022 vastgesteld dat eiser niet geschikt is voor zijn eigen werk als begeleider nachtdienst en chauffeur, omdat deze functies zijn belastbaarheid overschrijden. De arbeidsdeskundige heeft vervolgens functies geselecteerd die eiser in theorie nog wel kan uitvoeren. Dat heeft drie functies (en één reservefunctie) opgeleverd.
Het gaat om:
- ( sbc-code 513010) Productieplanner, werkvoorbereider (administratief);
- ( sbc-code 532040) Administratief medewerker notaris, advocaat, rechtbank;
- ( sbc-code 271130) Samensteller kunststof en rubberproducten.
De reservefunctie is:
- ( sbc-code 111180) Productiemedewerker industrie (samenstellen van producten).
10. De arbeidsdeskundige B&B heeft in zijn rapport voldoende uitgelegd waarom deze functies geschikt zijn voor eiser. De arbeidsdeskundige B&B heeft overwogen dat de functies gelet op de FML geschikt zijn. Hij heeft de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. De arbeidsdeskundige B&B geeft aan dat de geduide functies, gelet op het door eiser behaalde MBO-diploma op MBO-niveau 4, geschikt zijn voor eiser. De arbeidsdeskundige B&B acht eiser in staat om na indiensttreding een interne functiegerichte opleiding op opleidingsniveau 4 respectievelijk op opleidingsniveau 2 te volgen. Door de arts zijn er geen cognitieve beperkingen vastgesteld op basis waarvan eiser een interne functiegerichte opleiding onder zijn opleidingsniveau (opleidingsniveau 5) niet zou kunnen volgen. Daarnaast is eiser taalvaardig in het Nederlands en Engels. Ook worden er in de geduide functies geen specifieke of specialistische eisen gesteld waarover eiser niet beschikt, gelet op zijn opleiding en werkervaring. De arbeidskundige B&B heeft overwogen dat anders dan eiser stelt, geen sprake is van leidinggevende aspecten en eindverantwoordelijkheid van de functionaris. Deze toelichting van de arbeidsdeskundige B&B is voor de rechtbank begrijpelijk. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiser in staat is de functies te vervullen.
11. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiser op 1 februari 2022 met de middelste van de drie voor de schatting gebruikte functies 70,07% kan verdienen van het loon dat hij verdiende met zijn eigen werk, zodat hij voor de overige 29,93% arbeidsongeschikt is.

Conclusie en gevolgen

12. Het UWV heeft terecht geweigerd om eiser per 1 februari 2022 een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij per die datum minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
13. Het beroep van eiser is ongegrond. Dit betekent dat hij geen gelijk krijgt. Omdat eiser in beroep geen gelijk krijgt, worden de door hem gemaakte proceskosten en het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 31 augustus 2023 door mr. M.A. Broekhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. C.J. Kroon, griffier.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.De sociaal-medische beoordeling is getoetst en akkoord bevonden door een verzekeringsarts.