In deze zaak vordert de eiseres, een vennootschap naar Amerikaans recht, betaling van openstaande managementfacturen en reiskosten van de gedaagde, Bradford Engineering BV. De eiseres stelt dat zij op basis van een managementovereenkomst werkzaamheden heeft verricht voor Bradford, waarvoor zij facturen heeft gestuurd die tot op heden onbetaald zijn gelaten. De gedaagde betwist de verschuldigdheid van de facturen en stelt dat de managementovereenkomst van rechtswege is geëindigd en niet is verlengd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de managementovereenkomst stilzwijgend is verlengd, aangezien de gedaagde gedurende meerdere jaren managementfees heeft betaald zonder protest. De rechtbank oordeelt dat de gedaagde gehouden is de openstaande managementfacturen van € 148.868,25 te voldoen, vermeerderd met wettelijke rente. De vordering tot betaling van reiskosten wordt afgewezen, omdat niet is komen vast te staan dat deze zijn goedgekeurd door de chairman, zoals vereist in de managementovereenkomst. In reconventie vordert de gedaagde terugbetaling van eerder betaalde managementfees en reiskosten, maar deze vorderingen worden afgewezen. De rechtbank veroordeelt de gedaagde in de proceskosten van de eiseres.