Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 3,
- de conclusie van repliek met producties I en II,
- de conclusie van dupliek met productie 4,
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele procedure vordert ANWB B.V. van [gedaagde] een bedrag van € 155,00 voor lidmaatschapskosten, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst voor het ANWB-lidmaatschap met Wegenwacht Service, waarbij [gedaagde] in verzuim is geraakt met zijn betalingsverplichtingen. Na dagvaarding op 21 januari 2023 hebben partijen op 23 januari 2023 een betalingsregeling getroffen, waarbij [gedaagde] in deelbetalingen van € 25,00 per maand dient af te lossen. ANWB stelt dat zij gerechtigd is de procedure voort te zetten, omdat de betalingsregeling onder verband van een vonnis is getroffen. [gedaagde] voert verweer en stelt dat de vordering niet opeisbaar is, omdat er een betalingsregeling is getroffen. De kantonrechter oordeelt dat ANWB recht heeft op de vordering en dat de procedure voortgezet kan worden. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van € 45,00 toe, vermeerderd met wettelijke rente, en veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 372,49. De vordering is niet opeisbaar zolang [gedaagde] de betalingsregeling nakomt.