ECLI:NL:RBZWB:2023:6098
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- voorzieningenrechter
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake sluiting woning op basis van Opiumwet
In deze uitspraak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 augustus 2023 een verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoekster, eigenaresse van een woning in [woonplaats], had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de burgemeester om haar woning voor twee maanden te sluiten op basis van de Opiumwet. De burgemeester had vastgesteld dat er een hennepstekkerij in de woning was aangetroffen, met 2268 hennepstekken, wat leidde tot het voornemen om de woning te sluiten. De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld op 22 augustus 2023, waarbij zowel verzoekster als de gemachtigde van de burgemeester aanwezig waren.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten op grond van artikel 13b van de Opiumwet, gezien de aangetroffen hoeveelheid hennepstekken en de omstandigheden van de zaak. De voorzieningenrechter concludeerde dat de sluiting noodzakelijk was ter bescherming van het woon- en leefklimaat en het herstel van de openbare orde. Hoewel verzoekster aanvoerde dat de sluiting onevenredig was, oordeelde de voorzieningenrechter dat de gevolgen van de sluiting niet zwaarder wogen dan de belangen van de openbare orde. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, waardoor de sluiting van de woning kon doorgaan.