In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het realiseren van een schoorsteen met een hoogte van 9,5 meter. De rechtbank heeft op 20 juli 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals drs. M.F.H.T. Hordijk namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk. De rechtbank concludeert dat de schoorsteen niet past binnen het bestemmingsplan, aangezien deze niet als ondergeschikt bouwonderdeel kan worden aangemerkt. De schoorsteen is driemaal hoger dan de toegestane hoogte van 3 meter voor ondergeschikte bouwdelen, wat in strijd is met de geldende bestemmingsplanregels. Eiser heeft betoogd dat de schoorsteen een ondergeschikt bouwonderdeel is, maar de rechtbank oordeelt dat de hoogte en verhouding tot de tuinhaard dit niet rechtvaardigen. Daarnaast heeft eiser subsidiair betoogd dat het college een omgevingsvergunning had moeten verlenen voor het afwijken van het bestemmingsplan, maar ook dit wordt door de rechtbank verworpen. De rechtbank stelt vast dat het college in redelijkheid heeft kunnen besluiten om de vergunning te weigeren, waarbij het belang van het behoud van het landschappelijke karakter en de ruimtelijke kwaliteit zwaarder weegt dan het belang van eiser. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat eiser geen griffierecht terugkrijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.