Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
feit 2: op 12 mei 2022 een kozijn van de voorpui van het gebouw van het UWV in Tilburg heeft vernield;
feit 3:op 23 mei 2022 [hoofdagent] heeft bedreigd;
feit 4:op 20 mei 2022 kleding, een fiets en een poortdeur van [benadeelde 1] heeft vernield;
feit 5: op 4 augustus 2022 in Tilburg schennis heeft gepleegd door zich in het openbaar af te trekken;
feit 6: op 25 augustus 2022 in Den Haag een medewerkster van de P.I. Scheveningen heeft mishandeld.
feit 2:op 27 september 2022 [politieambtenaar] heeft mishandeld;
feit 3:zich op 27 september 2022 met geweld heeft verzet tegen zijn aanhouding
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
heeftgemaakt;
hetStuivesantplein, door zijn, verdachtes, geslachtsdeel uit zijn broek te halen en zichzelf te bevredigen/af te trekken;
doorgeweld tegen [benadeelde 2], gepleegd met het oogmerk om de vlucht mogelijk te maken, door voornoemde [benadeelde 2] meermalen tegen/in/op het gezicht te stompen en/of te slaan;
5.De strafbaarheid
6.De oplegging van een maatregel
7.De benadeelde partijen
€ 750,00als vergoeding van immateriële schade voor feit 1 onder parketnummer 02-246106-22. Hij heeft als gevolg van het bewezen verklaarde feit en dus door toedoen van verdachte letsel opgelopen. Dit betekent dat de immateriële schade op grond van artikel 6:106 aanhef en onder b van het Burgerlijk Wetboek voor vergoeding in aanmerking komt. De rechtbank zal het gevorderde bedrag toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 september 2022 tot aan de dag der algehele voldoening.
€ 2.500,73als vergoeding van materiële schade,
€ 2.500,00als vergoeding van immateriële schade en
€ 1.016,00aan proceskosten voor feit 2 onder parketnummer 02-246106-22.
€ 1.047,94als vergoeding van materiële schade voor feit 4 onder parketnummer 02-128815-22.
8.De vordering tot tenuitvoerlegging
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
feit 2: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen;
feit 3:bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling;
feit 5: schennis van de eerbaarheid op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd;
feit 6: mishandeling;
feit 2:mishandeling, terwijl het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
feit 3:wederspannigheid;
Maatregel
terbeschikkingstellingvan verdachte,
met verplegingvan overheidswege;
[benadeelde 2] (feit 1 onder parketnummer 02-246106-22)van
€ 750,-- (zevenhonderdvijftig euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente,
vanaf 27 september 2022tot aan de dag der voldoening;
ten behoeve van het slachtoffer
vanaf 27 september 2022tot aan de dag der voldoening;
[politieambtenaar] (feit 2 onder parketnummer 02-246106-22)van
€ 1.500,-- (vijftienhonderd euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente,
vanaf 27 september 2022tot aan de dag der voldoening;
ten behoeve van het slachtoffer
vanaf 27 september 2022tot aan de dag der voldoening;
[benadeelde 1]niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat zij haar vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
[benadeelde 1]in de proceskosten door verdachte ter verdediging van die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
mr. S.H. van Nieuwkerk, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H. Holtgrefe, griffier,
en is uitgesproken ter openbare zitting op 30 augustus 2023.