ECLI:NL:RBZWB:2023:6025

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 augustus 2023
Publicatiedatum
29 augustus 2023
Zaaknummer
AWB- 23_1968
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit Dienst Wegverkeer niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan machtiging

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 augustus 2023, wordt het beroep van eiseres, een B.V., tegen een besluit van de Dienst Wegverkeer behandeld. Het betreft een besluit van 14 maart 2023 waarin het bezwaar van eiseres tegen een factuur van 2 november 2016 ongegrond is verklaard. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de gemachtigde van eiseres geen machtiging en uittreksel van het handelsregister heeft ingediend, en dit verzuim niet tijdig heeft hersteld. De rechtbank legt uit dat volgens artikel 8:24, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), iemand die namens een ander beroep instelt, op verzoek van de rechtbank een machtiging moet indienen. Het niet indienen van deze machtiging leidt tot niet-ontvankelijkheid van het beroep, zoals bepaald in artikel 6:6 van de Awb. De rechtbank heeft de gemachtigde meerdere keren verzocht om het verzuim te herstellen, maar er is geen reactie ontvangen. Hierdoor kan het niet indienen van de vereiste documenten niet als verontschuldigbaar worden beschouwd. De rechtbank besluit dat het beroep niet inhoudelijk beoordeeld kan worden en dat het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/1968 WVW

uitspraak van 25 augustus 2023 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] B.V., te [plaats], eiseres,

[gemachtigde]
en

de directie van de Dienst Wegverkeer, verweerder.

Procesverloop

In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder van 14 maart 2023 waarin het bezwaar van eiseres tegen de factuur van 2 november 2016 ongegrond is verklaard.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Overwegingen

1. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat [gemachtigde] geen machtiging en uittreksel van het handelsregister heeft ingediend en dat verzuim niet tijdig heeft hersteld. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
2. Iemand die namens een ander beroep instelt, moet op verzoek van de rechtbank een machtiging indienen om aan te tonen dat hij namens die ander beroep mag instellen. Dit is bepaald in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank op grond van artikel 6:6 van de Awb het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
3. Het beroepschrift is ingediend door [naam]. Hij vermeldt daarin dat [gemachtigde] de gemachtigde is van eiseres. Hij heeft bij het beroepschrift echter geen (schriftelijke) machtiging bijgevoegd waaruit blijkt dat [gemachtigde] gemachtigd is om het beroep in te stellen namens eiseres. Bij brieven van 5 april 2023 en 1 juni 2023 heeft de rechtbank aan [gemachtigde] verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen door alsnog de vereiste machtiging en het uittreksel uit het handelsregister te overleggen. [gemachtigde] heeft beide malen niet gereageerd op deze brieven.
4. Omdat [gemachtigde] in het geheel niet gereageerd heeft op de verzoeken om het verzuim te herstellen, kan het niet indienen van de vereiste machtiging en het uittreksel ook niet verontschuldigbaar geacht worden.
5. Aangezien [naam] expliciet heeft aangegeven dat hij niet voor zichzelf in beroep is gekomen, dient het beroep niet-ontvankelijk verklaard te worden. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, op 25 augustus 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
P.H.M. Verdonschot, griffier A.G.J.M. de Weert, rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.