Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 augustus 2023 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [plaats] , eiseres
Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Omdat eiseres het bezwaarschrift na de bezwaartermijn heeft ingediend, wordt er gerekend vanaf het moment van de ontvangst van het bezwaarschrift. In dit geval dus 24 januari 2023. Omdat er een adviescommissie is, geldt in dit geval een termijn van twaalf weken. [2] Verweerder had dus uiterlijk op 17 april 2023 moeten beslissen. De termijn waarbinnen verweerder moet beslissen is inmiddels voorbij. Eiseres heeft verweerder op 1 juni 2023 in gebreke gesteld en verweerder heeft de ingebrekestelling op 2 juni 2023 ontvangen. De rechtbank vindt, in tegenstelling tot verweerder, dat de ingebrekestelling wel geldig is. Het BSN is weliswaar onjuist, maar de overige gegevens zoals de naam en het adres van eiseres, de data en het kenmerk van het besluit van 1 september 2022 kloppen wel. Het had verweerder dus duidelijk kunnen zijn op wie de ingebrekestelling betrekking had. Sinds de ontvangst van de ingebrekestelling zijn twee weken voorbij gegaan.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 418,50 aan proceskosten aan eiseres;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 50,- aan eiseres moet vergoeden.