Uitspraak
1.[gedaagde in conventie sub1] ,
[gedaagde in conventie sub2],
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak vordert verhuurder, CBRE DRES CUSTODIAN II B.V., betaling van huurachterstand van € 1.433,82 van huurders, die een huurachterstand van € 1.202,96 over de maand oktober 2021 erkennen, maar zich beroepen op gebreken in de woning. Huurders hebben geklaagd over vocht- en tochtproblemen, een rattenplaag en andere gebreken die hun woongenot aantasten. Verhuurder heeft aangegeven dat de gebreken zijn verholpen, maar huurders stellen dat dit niet het geval is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gebreken, met name de rattenplaag, niet adequaat zijn opgelost en heeft verhuurder veroordeeld tot bestrijding van de rattenplaag. De vordering van huurders tot herstel van andere gebreken en schadevergoeding is afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd waren. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.