ECLI:NL:RBZWB:2023:5983
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Beëindiging terbeschikkingstelling en voortzetting zorg in kader van zorgmachtiging
Op 23 augustus 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de terbeschikkingstelling (tbs) van [betrokkene], geboren op [geboortedag] 1950. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de tbs met één jaar. De rechtbank constateerde dat de tbs op 15 augustus 2009 was aangevangen en dat de verpleging van overheidswege op 27 augustus 2015 voorwaardelijk was beëindigd. De tbs was eerder verlengd op 27 augustus 2021 voor een termijn van twee jaren, welke beslissing door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 maart 2022 was bevestigd.
Tijdens de zitting op 9 augustus 2023 werd de officier van justitie gehoord, evenals [betrokkene] en zijn raadsvrouw mr. R.T.K. Davidse. De reclassering adviseerde om de tbs niet te verlengen, maar over te gaan naar een zorgmachtiging onder de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), omdat het functioneren van [betrokkene] stabiel was gebleven. De rechtbank oordeelde dat de vordering van de officier van justitie ontvankelijk was, maar dat de veiligheid van anderen niet langer eiste dat de tbs werd verlengd. De rechtbank concludeerde dat het recidivegevaar laag was, mits [betrokkene] zijn medicatie bleef innemen en onder toezicht stond.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs afgewezen en het verzoek tot zorgmachtiging toegewezen. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit mr. J. Bergen, mr. N. van der Ploeg-Hogervorst en mr. M.J. Kruit, en is uitgesproken ter openbare zitting.