ECLI:NL:RBZWB:2023:5932

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 augustus 2023
Publicatiedatum
25 augustus 2023
Zaaknummer
8396436 / CV EXPL 20-908 (T)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • P. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van deskundige en benoeming nieuwe deskundige in civiele procedure betreffende goodwill bij verkoop onderneming

In deze civiele procedure heeft de kantonrechter op 23 augustus 2023 uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en gedaagden, waarbij het ontslag van de deskundige aan de orde was. De heer [deskundige 1] AA van [bedrijf 1] had zijn opdracht teruggegeven en medegedeeld geen kosten in rekening te brengen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de deskundige niet in staat was om de goodwill te begroten, en dat zijn rapport niet bruikbaar was voor de vordering van eiser. Aangezien de deskundige zijn opdracht heeft teruggegeven, heeft de kantonrechter hem ontslagen op grond van artikel 194 lid 4 Rv, waarbij zijn kosten op nihil zijn begroot.

De kantonrechter heeft vervolgens aangegeven dat er een nieuwe deskundige benoemd moet worden om vast te stellen of er goodwill is bedongen bij de verkoop van de onderneming. De heer drs. [deskundige 2] RV van [bedrijf 2] is bereid gevonden om een deskundigenbericht uit te brengen, met een geschatte kostprijs van € 4.247,10 inclusief btw. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken te reageren op de benoeming van de nieuwe deskundige en de hoogte van het voorschot.

De kantonrechter heeft de procedure naar de rol verwezen, zodat partijen zich kunnen uitlaten over het voorschot en de persoon van de deskundige. Het al door eiser betaalde voorschot van € 2.178,- voor het onderzoek van de heer [deskundige 1] valt vrij door zijn ontslag, en eiser zal in beginsel worden veroordeeld tot betaling van een aanvullend voorschot van € 2.069,10. De kantonrechter heeft verder iedere beslissing aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Middelburg
zaak/rolnr.: 8396436 / CV EXPL 20-908
vonnis van de kantonrechter d.d. 23 augustus 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats 1] , [gemeente] ,
eiser,
hierna verder te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. R.R.E. Nobus,
tegen:

1.[gedaagde sub 1] ,

wonende te [plaats 1] , [gemeente] ,
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [plaats 2] , [gemeente] ,
gedaagden,
hierna gezamenlijk verder te noemen in vrouwelijk enkelvoud: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. B.J. van de Wijnckel.

12.het verdere verloop van de procedure

12.1.
Voor het verloop van de procedure verwijst de kantonrechter naar het tussenvonnis van 28 september 2022. Partijen hebben daarna de volgende stukken nog overgelegd:
- de conclusie na deskundigenbericht van 26 april 2023 van de zijde van [gedaagde] ,
- de antwoordconclusie na deskundigenbericht van 24 mei 2023 van de zijde van [eiser] .
12.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

13.de verdere beoordeling van de zaak

13.1.
In het tussenvonnis van 28 september 2022 is de heer [deskundige 1] AA van [bedrijf 1] tot deskundige benoemd. Uiteindelijk heeft de deskundige op 23 maart 2023 een samenvatting gemaakt van zijn bevindingen, de opdracht teruggegeven en medegedeeld geen kosten in rekening te zullen brengen.
13.2.
Partijen hebben zich vervolgens bij conclusie uitgelaten. [eiser] heeft verzocht de deskundige alsnog te verzoeken een berekening te maken zoals opgenomen in zijn ‘rapport’ onder punt 6. [gedaagde] heeft aangevoerd dat de conclusie van de deskundige er toe moet leiden dat de vordering van [eiser] afgewezen moet worden, nu de vordering onvoldoende is onderbouwd en [eiser] het nodige bewijs niet heeft geleverd. De kantonrechter overweegt het volgende. De heer [deskundige 1] is gelet op de inhoud van zijn ‘rapport’ niet in staat de goodwill te begroten. Verder is de door hem geopperde berekening onder punt 6 van zijn ‘rapport’ niet bruikbaar, omdat hierbij wordt afgeweken van de tussen partijen gemaakte overeenkomst van 27 maart 2018.
13.3.
Aangezien de heer [deskundige 1] zijn opdracht heeft teruggegeven zal de kantonrechter op grond van artikel 194 lid 4 Rv hem ontslaan. De heer [deskundige 1] heeft gesteld dat hij geen kosten in rekening brengt. Zijn kosten worden om die reden begroot op nihil.
13.4.
Zoals reeds in het vonnis van 28 september 2022 overwogen, is een deskundigenbericht benodigd om vast te kunnen stellen in hoeverre er bij de verkoop van de onderneming goodwill is bedongen. De kantonrechter is voornemens een andere deskundige te benoemen en heeft andere deskundige(n) laten benaderen en vervolgens is, helaas pas geruime tijd later, de volgende deskundige bereid gevonden een deskundigenbericht uit te laten brengen:
drs. [deskundige 2] RV, [bedrijf 2] ,
[adres] , [postcode] [plaats 3] ,
T: [telefoonnummer] ,
[e-mailadres] .
13.5.
De heer [deskundige 2] begroot met bijkomende kantoorkosten de totale kosten van het deskundigenbericht op € 4.247,10,- inclusief btw. Hij hanteert daarbij een uurtarief van € 195,- exclusief btw.
13.7.
Partijen zullen nog in de gelegenheid worden gesteld om zich binnen twee weken na heden uit te laten over de hoogte van het voorschot van de deskundige en de persoon van de deskundige. Bij benoeming van de voorgestelde deskundige zullen de vragen uit het tussenvonnis van 28 september 2022 worden gehandhaafd, omdat er geen redenen zijn om deze aan te passen. De procedure zal daarvoor naar de rol worden verwezen. Het al door [eiser] betaalde voorschot van € 2.178,- voor het onderzoek van de heer [deskundige 1] valt vrij door zijn ontslag. Het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR) dient dit voorschot onder zich te houden gelet op het door de heer [deskundige 2] eventueel te verrichten onderzoek en de hoogte van het door hem begrote voorschotbedrag. Dit betekent dat [eiser] – na uitlaten van partijen over het voorschot en de persoon van de deskundige, en na begroting van het voorschot – in beginsel zal worden veroordeeld tot betaling van een aanvullend voorschot van € 2.069,10.
13.8.
De kantonrechter zal iedere verdere beslissing aanhouden.

14.de beslissing

De kantonrechter:
ontslaat de heer [deskundige 1] AA van [bedrijf 1] en begroot zijn kosten op nihil;
verwijst de procedure naar de rol van woensdag
6 september 2023 te 09:00 uur, zodat partijen zich kunnen uitlaten over de hoogte van het voorschot en de persoon van de voorgestelde te benoemen deskundige;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds en in het openbaar uitgesproken op 23 augustus 2023.