ECLI:NL:RBZWB:2023:5927
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. Hindriks
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van eiseres door het UWV
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de beëindiging van haar Ziektewet (ZW)-uitkering door het UWV. Het UWV had op 8 maart 2022 besloten de uitkering van eiseres te beëindigen per 9 april 2022, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Eiseres maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het UWV verklaarde dit bezwaar ongegrond op 13 oktober 2022. Eiseres ging hiertegen in beroep.
De rechtbank heeft op 14 juni 2023 de zaak behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en haar partner. De rechtbank heeft de medische beoordeling van het UWV onderzocht, die was gebaseerd op rapporten van twee verzekeringsartsen. De eerste verzekeringsarts concludeerde dat eiseres beperkingen had, maar in staat was om lichter werk te verrichten. De tweede verzekeringsarts bevestigde deze conclusie en stelde dat er geen aanleiding was om de belastbaarheid van eiseres te herzien.
De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de beperkingen van eiseres correct waren vastgesteld. Eiseres had geen nieuwe medische informatie overgelegd die de rechtbank zou doen twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsartsen. De rechtbank concludeerde dat het UWV terecht had vastgesteld dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt was, waardoor de beëindiging van de ZW-uitkering per 9 april 2022 gerechtvaardigd was. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en zij kreeg geen proceskostenvergoeding of griffierecht terugbetaald.