Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 22 augustus 2023 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , te [plaats] , eiseres,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Geschiktheid voor de functies
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 augustus 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de beëindiging van haar Ziektewet (ZW) uitkering beoordeeld. Het UWV had op 27 juli 2021 besloten om de ZW-uitkering van eiseres te beëindigen per 28 augustus 2021, wat door eiseres werd bestreden. De rechtbank heeft het beroep op 9 februari 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van het UWV. Na de zitting heeft de rechtbank het onderzoek geschorst om het UWV in staat te stellen te reageren op aanvullende medische informatie van eiseres.
De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is, maar dat er een motiveringsgebrek aan het besluit kleeft. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand, wat betekent dat de beëindiging van de uitkering blijft gelden. Eiseres had aangevoerd dat haar medische beperkingen niet goed waren beoordeeld en dat er onvoldoende rekening was gehouden met haar psychische klachten. De rechtbank oordeelt echter dat de verzekeringsartsen van het UWV voldoende rekening hebben gehouden met de klachten van eiseres en dat de vastgestelde functies voor haar passend zijn.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het besluit van het UWV, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Eiseres krijgt het griffierecht vergoed en het UWV wordt veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 2.092,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.