Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
ernstigverkeersgevaarlijk gedrag, zeer onverantwoordelijk rijgedrag. Naar het oordeel van de rechtbank zijn in dit geval de verkeersregels in ernstige mate geschonden. Uit de Memorie van Toelichting bij de Wet aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten (kst. 35 086, nr. 3, p. 11) blijkt dat daarbij onder meer kan worden gedacht aan het voor een langere periode met een hoge snelheid rijden. Verdachte heeft voorafgaande aan het ongeval gedurende meer dan twintig minuten over een afstand van 20 kilometer de maximumsnelheid meerdere keren (fors) overschreden. Verdachte nam op 28 maart 2021 deel aan een ‘rally’ voor auto’s met een vermogen van ten minste 200 pk en ook uit de verklaringen van meerdere getuigen valt af te leiden dat de rallydeelnemers met zeer hoge snelheid reden, onnodig en onverantwoord inhaalden en meerdere verkeersregels overtraden. Een aantal getuigen spreekt over asociaal en schofterig rijgedrag. De deelnemers aan de rally – onder wie verdachte – vertoonden competitief rijgedrag en naar de uiterlijke verschijningsvorm was er dan ook sprake van een race, ook al zou er geen sprake zijn geweest van een wedstrijd. Onder die omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat verdachte de verkeersregels in ernstige mate heeft geschonden en ook dat hij dat met opzet heeft gedaan. Daarbij acht de rechtbank mede van belang dat verdachte zijn auto in ‘sportstand’ had gezet, die bedoeld is om een sportievere rijstijl mogelijk te maken.
heeftgelet en is blijven letten en hier onvoldoende rekening mee
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
feit 1 primair:overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl de schuld bestaat in roekeloosheid en het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht;
en
een gevangenisstraf van zes maanden waarvan één maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen van twee jaar;
de tijd dat het rijbewijs van verdachte ingehouden is geweest hierop in minderingwordt gebracht.